maandag 23 september 2013

Rondrit over het eiland

Bij ons huis aan de Beach Drive hoort ook een auto, een Mazda 3 met automaat.
Breanne noemt het  'de kleine auto'.
Ik vind hem groot en vraag me af wat de Canadezen van onze auto zullen vinden.
Als ze zo dik zijn als sommige mensen die ik hier zie is het passen en meten.
boodschappenwagen
Maar aan de andere kant, we horen via de mail dat ze veel kanoën en fietsen in Vinkeveen dus het zal wel meevallen.
Een automaat hebben we thuis ook dus dat levert geen problemen op.  Het rijdt als thuis, alleen doe je overal veel langer over.
Het verkeer is traag.  Ook veiliger denk ik, een ongeluk hebben we nog niet gezien. Trouwens waar heb ik het over, ik rijd helemaal niet.

Op een dag als de weerberichten voor de komende week uitsluitend zonnig zijn besluiten we tot een rondrit van ongeveer een week over het eiland.  We zien wel hoe lang het gaat duren.
De eerste dag rijden we via de Trans-Canada Highway A1 naar Malahat Ridge.
Vanaf deze hoge pas, 350 meter boven zeeniveau heb je een prachtaig uitzicht op de Gulf Islands die in het water van de Strait of Georgia lijken te drijven.
De bergen aan de overkant in de staat Washington zijn te zien.
Bij Mill Bay verlaten we de highway en buigen af naar de kustweg, een prachtige route.
Na ongeveer 8 km. komen we weer terug op de Highway 1.

Dan door naar Duncan en Chemainus, een dorp met creatieve inwoners, is ons verteld.
Toen aan het begin van de jaren taachtig van de vorige eeuw de grote zaaginstallatie, ooit een van de grootste ter wereld, haar deuren sloot verdween de belangrijkste werkgever van het dorp.
Het houtvestersstadje verzon een list om de economische crisis het hoofd te bieden.
Het nodigde kunstenaars uit het hele land uit om de geschiedenis en tradities van de regio uit te beelden in enorme muurschilderingen, levensecht tot in de kleinste details.
Houtvesters bij het omhakken van een enorme dennenboom, een stoomlocomotief die zijn zware vracht over een brug brengt, portretten van indiaanse opperhoofden, de houtbaronnen van de regio, Chinese koelies aan het werk, taferelen uit het dorp zoals in het ziekenhuis en een 33meter lange afbeelding van de kust bij Chemainus met het zeilschip dat de eerste kolonisten bracht.                
Door de jaren heen zijn er steeds meer murals bij gekomen en meer dan 30.000 bezoekers komen nu jaarlijks kijken naar dit openluchtmuseum.
Wij ook en we steunden de plaatselijke ondernemers door bij de bakker een lunch te bestellen op het dorpsplein.

Van Chemainus verder naar Nanaimo, na Victoria de grootste stad op Vancouver Island.
Nanaimo heeft een grote haven waar vis, hout en landbouwproducten worden verscheept.
De stad ontstond toen midden 19e eeuw grote kolenvoorraden werden ontdekt.
De Indianen noemden de plaats 'sneniymo', dat is machtig volk.
Nanaimo heeft een prachtige boulevard waar het heerlijk toeven is.    
Enkele historische gebouwen, wat heet historisch:  midden 19e eeuw, zijn gerestaureerd, waaronder het Oude Bastion.  In 1852 gebouwd door de Hudson's Bay Company, een bonthandelfirma, om overvallen van de Indianen te weerstaan.
We bezochten het Nanaimo District Museum waar je een goed inzicht krijgt in de mijnbouwtradities.
Ook is er veel informatie over de oorspronkelijke bewoners van deze streek, de Salishindianen.
Bij Fisherman's Wharf koop je verse vis.
Wij niet, we zijn onderweg!  Jammer van die vis, het zag er heerlijk uit.  Via Parkville komen we in Courtenay waar we overnachten.

De volgende dag rijden we van Courtenay naar Campbell River. 
Een stadje dat bepaald wordt door de visserij. 
De stad heeft het imago van het mekka voor zalmvissers en hengelaars uit de hele wereld.
Ieder jaar in july is er het befaamde Salmon Festival.
Vanuit het centrum steekt een 180 meter lange pier in het water.
Voor sportvissers een paradijs. 
Voor ons trouwens ook met dit prachtige weer.
Veel informatie over allerlei soorten zalm en andere vissoorten op de pier.
We lunchen natuurlijk met verse vis aan de haven.
Het wordt een enorme sandwich met vooral zalm.  Heerlijk!
We bezoeken een Visitor Center met de vraag of het te doen is met de auto van Gold River naar Woss te rijden.  De juf achter de bali verzekert ons dat dat mogelijk is.
Weliswaar steenslag maar met een snelheid van 30 km. moet het kunnen.
Ze heeft het zelf met een bus onlangs nog gedaan.

De volgende ochtend gaan we op pad.
We zijn ongeveer 20 km. op weg als we ons afvragen waar we aan begonnen zijn en of we het wel zullen halen.  Wanneer er zo'n grote truck met bomen aan komt zien we een tijdje geen hand voor ogen van het opvliegende stof en de stenen slaan tegen de onderkant van de auto.
Net als we besluiten rechtsomkeert te maken wordt het beter.
De steenslag lijkt hier aangeplet te zijn.  
De weg is aangelegd door de bossen om het hout te vervoeren.
Gewoon verkeer komen we niet tegen, beren ook niet.
Wel zien we herten en eekhoorns, althans een soort van eekhoorns.

zelfs de paddestoelen zijn groot
Van Woss gaat het verder richting Telegraph Cove.
Daar willen we overnachten, het schijnt er erg mooi te zijn.
Het is al laat en inderdaad heel mooi maar ook druk.
Het is vrijdagavond,  mooi weer en veel Canadezen hebben zin in een lekker weekend aan de zee.
Er is geen accomodatie meer beschikbaar.
We rijden door naar Port Hardy en boeken daar maar meteen voor twee nachten.
Plek is plek, we moeten er blij mee zijn, hebben we de indruk.
Gelukkig blijkt het een fijne pek,  de motorhomes die je hier huurt bevallen ons wel.
Je hebt behalve een grote slaapkamer ook een zitje, een keukentje met magnetron en koffieapparaat en een badkamer.  Natuurlijk ontbreekt een tv maat  XXL  niet.
Het is veel gerieflijker dan een hotelkamer hebben we inmiddels ontdekt.
We gaan nog uitsluitend voor motels.
In de omgeving van Port Hardy maken we mooie tochten door de natuur.
Soms met de auto, soms te voet.
We rijden de Bear Cove zonder een beer te zien overigens.
En bezoeken een zalmhatchery.  Daar verzamelen ze eitjes van de zalmvrouwtjes, bevruchten die met het mannelijke sperma en broeden dan de eieren uit.  Zijn de zalmpjes groot genoeg dan worden ze uitgezet in de rivieren in de buurt.  Men doet dit om de overvangst te compenseren, er dreigt een tekort aan zalm.  Met de overheid worden quota afgesproken.


Van Port Hardy reizen we naar Port Mc. Neill en dan via dezelfde weg terug naar Parksville.
We overnachten in Qualicum Beach, tuurlijk weer in een motel en maken dan de tocht naar de familie.  We moeten daarvoor vanaf Parksville dwars door de bergen naar Ucluelet.
Hemelsbreed een afstand van 100 km. waar wij tot in de namiddag overdoen.
Op de terugweg na ons verblijf bij de familie bezoeken we nog Coombs een door het Leger des Heils gesticht stadje.
Tijdens ons verblijf in Ucluelet namen we nog een kijkje in Tofino, een bekende vissersplaats aan de Pacific Ocean. En we maakten prachtige wandelingen in het Pacific Rim National Park.
Moe van alle indrukken en dat wat we gezien hebben komen we weer thuis in Victoria.
Voorlopig even niets!






Canada, het verhaal achter het verhaal!

Enkele mensen vroegen waarom we toch naar Canada gingen.
Niets voor ons,  Azië-reizigers voegden ze aan die opmerking toe.
Op verzoek, hier het antwoord, het zit zo................

Na de oorlog, om precies te zijn in 1952 vertrok de jongste broer van mijn opa naar Canada.
Met het geloof in, en de hoop op een betere toekomst voor zichzelf, zijn vrouw en zijn 5 kinderen.
De oudste Coby 12 jaar oud,  de jongste Margriet 2 jaar.

Jacob, visser
Daar tussen in drie jongens: Jan, Hendrik en Jacob.                        
In Canada werd Douglas nog geboren.
Het verhaal gaat dat het vooral mijn tante was, tante Aly, die wilde emigreren.  Haar broer was meteen na de oorlog naar Canada vertrokken.
Slaagde erin een mooi bedrijf op te bouwen en zij wilde dat ook wel. 
Coby met dochter Gonda
 
 Haar man had het reuze naar zijn zin bij de PUEM maar gaf toe aan zijn vrouw.
Zo vertrokken ze met de Zuiderkruis naar Canada, 9 dagen varen in die tijd.
De eerste jaren leefden ze in Edmonton maar omdat het daar zo koud was gingen ze
naar Victoria op Vancouver Island. Mijn oom Dirk, de jongste broer van mijn opa was ongeveer even oud als mijn vader.
Dat heb je in die grote gezinnen van vroeger, familierelaties halen elkaar in en overlappen.
Beide jongens groeiden op in Doorn, speelden met elkaar, kregen verkering.
De vrouwen konden ook goed met elkaar opschieten en zo ontstaat dan een diepe vriendschap versterkt door familiebanden.
Papa's vriend was eigenlijk zijn oom maar ze zeiden altijd dat ze broers waren.


Kleinzoon Willem, vader van 12 kinderen.
Het moet een schok in de familie zijn geweest toen mijn oom naar Canada vertrok.
Nog nooit was er iemand vertrokken en de familiebanden waren en zijn hecht binnen de Schuurman-familie.  Eind augustus was de laatste familiereünie en ik had de laatste foto's.

Mijn ouders hebben hen drie maal bezocht, altijd zonder mijn broer, zussen en ikzelf.
Zij kwamen terug met verhalen over hoe mooi het was op Vancouver Island, hoe veel je daar kon doen, dat het niet ingewikkeld was een bedrijf op te bouwen omdat er weinig regels golden, etc.
Maar ook dat het er hard werken was zonder sociale voorzieningen etc.
Mij, kleine meid toen,  leek het wel wat.
Canada, alleen de klank al!
Het leek me een mooi land.
ook daar een kleine Gerrit.
Mijn oom is in 1990 overleden, 75 jaar oud.
Mijn tante leefde tot 12 mei vorig jaar.  Ze werd 96 jaar oud.
Mijn vader vroeg eind jaren 60 van de vorige eeuw hun pensioen aan en regelde de uitvoering.
Na het overlijden van mijn vader deed ik het samen met mijn moeder. De PUEM waar mijn oom tot 1952 werkte was inmiddels overgegaan in iets anders en dat was ook weer gewijzigd.  Vele wijzigingen volgden. Mijn oom realiseerde zich niet eens dat hij recht had op een pensioen.  Toen ik me er mee bemoeide kwam het van het ABP.  Twee keer per jaar maakten mijn moeder en ik het over en de familie was er blij mee.  Het was een heel gedoe om steeds een bewijs van leven te ontvangen.
Mijn tante, woonde inmiddels bij haar dochter in Ucluelet waar haar man visser was. Ucluelet is een plaats aan de andere kant van het eiland,  zo'n beetje het eind van de wereld.
Er gaat slechts één weg naar toe dwars door de bergen.
De afstand vanuit Victoria is ruim 300km. maar je doet er een dag over.
Toen het pensioen vorig jaar stopte in verband met het overlijden van mijn tante had ik enkele keren kontakt met de kinderen.
Zo ontstond het idee eens te gaan kijken wat voor familie dat is (geworden), waar ze wonen en hoe ze leven.  En vooral hoe ze terug kijken op hun vertrek uit Nederland.

De eerste familieleden, Jan, hier John, oudste broer van Coby spoorden we snel op.
Ze woonden in Victoria, niet heel ver van ons verwijderd.
Via de mail wisselden we telefoonnummers en adressen uit en maakten een afspraak.
Hij nodigde ook zijn twee andere broers uit,  Jacob en Hendrik met hun vrouwen.
We ontmoetten elkaar in het huis van John en Linda.
We hadden een heel gesprek over de afgelopen 60 jaar.
We namen de huidige familie door, bekeken oude fotoalbums en gingen na afloop een hapje eten.
John en Jacob vertelden ons waar hun oudste zus Coby woonde in Ucluelet.
En dat ze niet thuis was.  Ze was geopereerd aan haar knie en verbleef tijdelijk elders.
Waarschijnlijk bij een van de dochters.

Enkele dagen later besloten we tot een rondreis over het eiland.
Vancouver Island is qua oppervlakte ongeveer net zo groot als Nederland maar moeilijker te bereizen.  Er zijn niet veel wegen.  Eigenlijk maar eentje naar het noorden die halverwege aftakt naar het Westen naar Ucluelet.  Het gaat bergje op, bergje af en de weg is narrow and windy.
Uiteindelijk kwamen we in Ucluelet aan, een klein dorpje aan de westkust van het eiland.
In Ucluelet eindigt de weg, ook de wereld dacht ik.

We hadden een adres dus eerst daar maar heen.
Bellen hadden we al veel gedaan, echter zonder succes en dat begrepen we nu. Email hebben ze niet en op de kaart die we stuurden kwam geen reactie. We arriveerden uiteindelijk op een soort camping met wat ze hier noemen mobile homes.
Wij zouden zeggen grote stacaravans. We vonden het juiste nummer maar geen teken van leven. Wat nu?  Op naar de buren!

Naaste buren niet thuis, iedereen is hier aan het werk. Ietsje verder stond een kinderwagen buiten maar de moeder kende Coby niet,
Zij kende wel iemand anders die contact had met Coby via de kerk.
Wij daarheen.  Ze was op vakantie, haar zus uit Vancouver paste op het huis maar had geen idee van Coby of kerk.  Op de camping zouden we niet verder komen.
Dan maar op zoek naar een kerk in het dorp.                                         

opa Gerrit met zijn broers Cornellis, Dirk en Aart.
We vonden er een, gesloten. 
Ook geen gegevens op de kerk.
Naar het huis naast de kerk, geen idee wie de preacher was. Blijkt een preacher minister (= dominee)  te heten maar dat wisten we niet.
De koster noemde ik de guard of the church maar ook die vraag leverde  slechts opgetrokken wenkbrauwen op.  Ietsje verder was een school, daar maar proberen.
Ook geen succes!
Pim begon de hele onderneming inmiddels Spoorloos te noemen en ik werd een beetje ongerust.
Zonder Coby te hebben ontmoet terug naar Nederland?
Dat nooit!

Er was een kleine supermarkt in het dorp, daar maar naar toe.
De cassiére was weinig geïnteresseerd en verwees ons naar het informatiekantoor van de gemeente.
Wij daar naar toe.
We vertelden de beambte van het kantoor dat we uit Holland kwamen en op zoek waren naar een van oorsprong Nederlandse vrouw genaamd Coby, ongeveer 70 jaar oud en gehuwd met Jacob Offerein.
Haar hele gezicht klaarde op.
Oom Dirk en tante Aly 25 jaar getrouwd.
Om hen heen vlnr Douglas, Margareth, Jan, coby, Hendrik en Jacog
"I know her, she is my friend, I will calle her.   She is with her daughter Gonda who lives here in the village."  
We waren verbijsterd!
Even later hadden we Coby aan de telefoon en ze sommeerde ons onmiddellijk naar haar toe te komen.  Ze zouden aan de kant van de weg staan.  En inderdaad, ergens stonden een oudere vrouw en vier kinderen aan de kant van de weg.  Daar moest het zijn. 
We stopten, stapten uit en begroetten elkaar.  Het was een warm welkom.

We bleven drie dagen.
Het was een feest van herkenning.
Gonda en haar man, vijf kinderen, ook twee ouders in huis.  Samen negen mensen.
Waar eten is voor negen, is er ook voor elf is hun uitgangspunt.
Het was of ik weer bij mijn oma was daar aten we soms ook met meer dan 20 mensen en kon ook altijd iedereen blijven eten en slapen.

Weer keken we fotoboeken en wisselden we informatie uit.

Coby, Jan, Hendrik, Jacob, Margareth, Douglas
Coby in haar rolstoel raakte niet uitgepraat in heel goed Nederlands.Soms even niet,  nieuwe woorden van na de oorlog.
Bij voorbeeld:  wil je de remote even geven?
Ik:  de wat?????????
De remote.  Ohh, de afstandsbediening. 
O, noem je dat zo in Nederland?
Wat een mooi woord:  afstandsbediening, ja afstandsbediening, nu weet ik het.
Na drie dagen namen we afscheid.
We zullen elkaar nooit meer zien.
Coby is oud,  haar man Jacob nog ouder.
We zagen het huisje wat haar schoonzoon Ken voor haar en haar man Jacob bouwt op zijn eigen terrein.  Wat zullen ze er gelukkig zijn met de kinderen en kleinkinderen op hen heen.

Het deed me goed dat ze de laaatste avond zei:
"Het was een goede beslissing van mijn ouders om na de oorlog naar Canada te emigreren.
We hebben het hier goed, beter dan we het in Nederland waarschijnlijk ooit zouden hebben gehad".
Ik was er blij mee.
Niets zo knagend dan spijt over besluiten in het verleden.
overgrootmoeder met coby en jan
Met Gonda, Ken en de kinderen zullen we contact blijven houden.
Hun oudste dochter Naomi wil bakker worden.
Was mijn opa ook in Doorn, de appel valt niet ver van de boom!
Heel grappig!






zondag 22 september 2013

Een rondje Sooke

Vanuit Victoria kun je een rondje Sooke rijden.
De weg voert voor een groot deel langs de oceaan, van Victoria via Sooke naar port Renfrew aan de zuidkant van het eiland en via Lake Wowichan, Duncan en Shawnigan Lake weer terug naar Vancouver.  Een dagtocht van ongeveer 100 km.                        
Dagtocht niet vanwege de afstand maar de wegen zijn hier narrow and windy.
En je stopt nog al eens om van het uitzicht te genieten of een trail te maken.
Een trail is een uitgezette wandeling, tamelijk kunstmatig aangelegd en van geringe afstand.
Het is meer een loopje dan een wandeling.

Met name de route van Sooke naar port Renfrew is prachtig We genieten.  Ongeveer 35 km. vanaf Victoria ligt het East Sooke Park, een 1400 ha. groot wildpark.
Daar maken we een echte wandeling van ruim een uur.
Er is ook een trail van 16 km. die langs de kust voert maar die gaat ook over de rotsblokken waarvan het boek verhaalt dat die glanzend en glibberig zijn en dat is weer net iets te veel voor ons 65-plussers. 

Op de klippen zien we aalscholvers maar zeeleeuwen die zich hier dikwijls koesteren in de zon doen dat vandaag niet.  Jammer!
In Sooke zijn de befaamde houthakkerswedstrijden die de sterkste houthakker van het jaar opleveren.
Het stadje toont veel afbeeldingen van gespierde mannen die hun kracht en kunsten tonen.
In het museum zien we een film van de wedstrijd van het afgelopen jaar.
Klits, klets, klats en een hele dikke stam is doorkliefd. 
In Port Renfrew maken we een echte wandeling langs de Inlet,  een soort kloof waar het water diep het land binnendringt.
Hier begint ook de West Coast Trail, een meerdaagse wandeltocht langs de kust door enkele van de laatste nog resterende regenwouden hier en de droom van iedere hiker.   
De geschiedenis van de trail begint triest. 
Sinds 1880 hebben meer dan 20 schepen schipbreuk geleden op de rotsen. Niet ten onrechte spreekt men daarom hier over de begraafplaats van de Grote Oceaan. 
Al in 1890 werd begonnen met werkzaamheden aan een provisorisch pad door het oerwoud om gestrande zeelieden sneller te kunnen helpen.Nadat in 1906 het stoomschip Valencia in een zware januari storm aan de grond was gelopen en bijna de hele bemanning om het leven kwam besloot men het pad uit te breiden tot een bruikbare reddingstrail.
Alles moest met primitieve werktuigen en met materiaal dat beschikbaar was in de natuur gebouwd en aangelegd worden, meer dan 20 bruggen, talrijke hutten met nooduitrusting en proviand en een telefoonlijn
Tot ver in de jaren vijftig van de 20e eeuw waren de linemen van de telefoon en het vuurtorenpersoneel de enige blanken in de omgeving.                            
 
Toen de schepen veiliger werden en de reddingsmethoden moderner ging de trail langzaam weer in het oerwoud op.
De regering besloot in 1969 de West Coast Trail te restaureren en in te voegen in het Pacific Rim National Park.    Drassige stukken weg, erosie, steile hellingen, glibberige rotsen en boomstammen, woeste wateren, sterke branding en getijden maken de 72 km. lange tocht die acht dagen duurt heel zwaar. Voor ervaren wandelaars geen reden tot paniek.
Wie gaat?
Els?
Marie Louise?

65 km. verder kom je in Port Renfrew aan de San Juan Inlet, een logging town die leeft van bosbouw en visvangst.  Je eet er heerlijke zalm, Kockeye en Chum maar ook zoetwatervis uit de meren zoals forel.  Wij lunchten er met fish and chips.
De fish, heerlijke kabeljauw met een knapperig korstje zoals het hoort.
De chips niet te eten: slap en vet!
Jammer!

Vanaf Port Renfrew loopt de tocht landinwaarts langs twee grote meren weer terug naar Victoria.

Wonen aan de Beach Drive

De komende weken wonen we in Victoria op de Beach Drive.
In een prachtige woning in een chique villawijk.                               
De huizen aan de overkant van de straat liggen aan de oceaan.
Wij zitten op de tweede rang, we zien de oceaan tussen de huizen door of er overheen.
De huizen in deze wijk liggen allemaal ongeveer een meter boven het maaiveld.
Al doende leert men:   het water is wel eens over de weg heen gekomen.
In het basement bevindt zich een sousterrain.
die zwarte auto, de "kleine"  is de onze
In ons huis is dat de woning van Breanne, dochter des huizes die in Victoria studeert maar elders stage loopt.  Soms is ze er en dan weer dagen niet.
Onze woonkamer ligt dus een meter hoger dan de tuin.
Je kijkt letterlijk op de straat.
Het huis staat als een soort bunker met kleine ramen naar de straatkant.
Daar bevinden zich de slaapkamers.
De achterkant grenst aan een grote tuin die nergens omheind is.
Gisteren zaten we te skypen met Wessel, loopt er opeens een enorm hert met groot gewei, misschien een rendier, grootte paard, door de tuin.  Ik schrok ervan.
Pim met de i-pad er achteraan.
Tycho vond het prachtig!

Met zes treden kom je via de voordeur binnen, beneden via de garage ook een entree.
Een lange gang verbindt voor- en achterkant van de woning.
De achterkant ligt ook hoog en is erg open, veel glas dus ook veel licht.
Ik vind het een erg mooi huis.
Wel erg groot, in het begin wist ik niet goed de weg.
Nu weet ik zelfs alle lichtknopjes te vinden.
Ik ben inmiddels in enkele Canadese woningen geweest en het bevreemdt me dat er nooit een apart toilet is.  Altijd word je naar de badkamer gestuurd.
En daar zit je dan tussen de toiletartikelen en de handdoeken van de gastvrouw.
Ongerieflijk op het gerief,  zeg maar.                                         
zoekplaatje, toos in de keuken
                                                                                       
Onze woonkamer is heel erg groot, we zitten er nooit.   Er achter is de eetkamer, daar hebben we de laptop geinstalleerd.
En daar achter is een grote woonkeuken met heerlijke grote tafel en stoelen.  Eigenlijk zitten we altijd daar als we thuis zijn.
Het doet me denken aan mijn eerste keuken in Hengelo, ook een woonkeuken.  In mijn volgende huis   (?)  zou ik wel weer een woonkeuken willen.  Ik vind het er knus, lekker warm en gezellig, een beetje het hart van het huis.

De tuin is enorm groot.  Eigenlijk weet ik niet eens waar hij eindigt aan de achterkant.
Omdat het woonniveau wat hoog ligt kom je vanuit de keuken op een  houten terras ondersteund door palen.  Daar staat een enorme elektrische bbq.  Nog niet gebruikt!
Maar dat gaat beslist gebeuren met een heerlijke prime rib erop.         
Ik heb er nu al zin in.                                       
Vanaf het terras daal je via een houten trap af in de tuin.
Gelukkig komt er af en toe een tuinman voor het onderhoud van de tuin.

Een grote Safeway supermarkt is enkele minuten rijden van ons huis verwijderd.
Daar doe ik de boodschappen.
Het leven is hier duur.
Alles kost ongeveer het dubbele van de prijs in Nederland maar het is van een uitstekende kwaliteit.
Biologisch dynamisch, "organic" zeggen ze hier is de standaard.
Op alles zit statiegeld, zelfs op het blikje van het bier en het karton van de melk of jus.
Afval wordt in vier tonnen verzameld: papier, plastic, organisch en echte viezigheid.
Er komen ook verschillende soorten vuilniswagens langs voor de diverse tonnen.
De wagens hebben dezelfde kleuren als de tonnen dus je weet wat ze ophalen.
Over het algemeen regelt Breanne dat, de tonnen staan beneden en zij woont beneden en kent het ophaalschema. Op straat is het erg schoon, je ziet geen troep.
Het verkeer is langzaam, traag zelfs.
Er zijn wel verkeersregels van rechts gaat voor of zo maar men doet het kassie an.
Je stopt bij iedere kruising en wie het eerst komt, gaat het eerst.
Men heeft hier alle tijd, lijkt het.
De kruisingen zijn heel overzichtelijk, de wegen breed en er zijn in de buitenwijken geen stoplichten.
Downtown doorsnijden brede eenrichtingsverkeerswegen van drie banen de stad.  Iedereen houdt zich aan "keep your lane"  en zo wordt het verkeer snel afgevoerd.
Files zie je vrijwel niet.




donderdag 12 september 2013

Wandeling Victoria

Afgelopen zondag besloten we een wandeling te maken door de stad Victoria.
Wij wonen op de Beach Drive in één van de buitenwijken.
Met de auto is het ongeveer 10 minuten downtown.
We deden al eens een poging met de fiets maar dat bleek met name voor mij te heuvelachtig.
Vaak liep ik met de fiets in de hand heuveltje op en op de fiets dan weer heuveltje af.
Maar dat schiet niet op!
Bovendien deden mijn versnellingen, ik geloof 17, (alles is hier groot en veel) het niet of ik kon er niet mee overweg.  Dat kan ook!                                           
Vergeleken met de rust in Vancouver is het hier in Victoria  nog rustiger. Ik schreef al eens dat in de boekjes Victoria een slaapstad wordt genoemd.  Geen wolkenkrabbers en heel veel openbaar groen in de vorm van tuinen en parken. Een veel kleiner, overzichtelijk centrum met een gezellige haven midden in de stad. Veel vrijstaande huizen en door al die huizen is de oppervlakte van de stad enorm terwijl er minder mensen wonen dan in Utrecht.

Breanne vindt Vanacouver een drukke, agressieve stad.
Kun je nagaan!
De stad heeft een rijke geschiedenis maar wel een korte.  Voert terug tot midden 19e eeuw.
Aboriginalkunst loopt verder terug in de tijd, daar moeten we ons nog in verdiepen.
De natuur is overweldigend. 


De kusten, stranden, rotsen, bergen, het is steeds weer prachtig om te zien.  
Met Colin en Lesley, eigenaren van ons vakantiehuis ruilden we niet alleen het huis maar ook de auto.  Breanne noemt het de kleine auto, het is een Mazda, in onze ogen een grote auto.  Er staan hier op het parkeerterrein bij ons huis trouwens 3 auto's.  Wij gebruiken de Mazda,  hij heeft een automaat.  Fijn daar zijn we aan gewend.  Verder is er nog een  grote personenauto, zo'n vierkante doos en een pick-up.
Dat is een auto met een open laadbak waar je van alles op, aan en in kunt hangen.  We zien ze met een soort caravan erop, met een boot erachter en met een extra auto erop, een quat.
't Is even wennen maar al heel snel rijden we alsof we in onze eigen Skoda zitten.  Wat zullen de Canadezen hem klein vinden.

We kiezen voor de Beach Road, een scenic route langs de oceaan.
Iedere bocht is een nieuwe ansichtkaart.
Na een minuut of tien parkeren we onze auto downtown Victoria aan de rand van de weg.
Alles is hier op zondag open.                                                         
We flaneren een rondje langs de haven.
Boven de haven torent een met klimop overwoekerd kasteel uit, het Empress Hotel.
Het boek vertelt dat men elkaar hier ontmoet voor de afternoon tea of geniet van currygerechten naar origineel koloniaal recept.
't Is inderdaad een indrukwekkend gebouw.

Ook in de oude stadskern hangt een Engelse sfeer.  Sommige winkeltjes hebben nog van die gepolitoerde toonbanken en etalages met glas-in-lood.


Keurig geklede clerks bieden chocolaatjes, thee, tweed, porselein, Iers linnen en Schotse wol aan.
Bij de Tobacconist's worden de sigaren aangestoken met een gasvlam, niet met een benzineaansteker. Er is hier ook een keur aan exquise pijptabaksoorten te vinden die ook kunnen worden gemengd.
Dit engelse uiterlijk van Victoria is een public relationsmaatregel van de gemeenteraad met als doel het imago van de stad op te poetsen.  De bezoekers zijn er dol op!

Old Town Victoria is het oudste stadsdeel.
Vroeger hoofdkwartier van de Hudson's Bay Company.
Veel gebouwen en pleinen uit de 19e eeuw zijn gerestaureerd.
Zoals het Bastion Square aan Wharf Street.  Nu is het een gezellig plein waar artiesten hun kunsten vertonen.  Ook heel mooi vonden we Market Square, gerestaureerde gevels van historische gebouwen aan een charmante binnenplaats, omgeven door verschillende niveaus met specialiteitenwinkeltjes en restaurants.
Een blok verder loop je door de met marmeren leeuwen en keramiektegels in Taiwan vormgegeven gelukspoort Chinatown binnen.
Een bonte mengeling van oosterse kunst, souvenirwinkeltjes, kruidenapotheken, restaurants en levensmiddelenzaken.  Drukte van belang!

Het geografische middelpunt van de stad is de Inner Harbour.
De promenade is versierd met bloembakken en bankjes waar het lekker zitten is.
Dat doen we dan ook onder het genot van een in Chinatown gekocht broodje. We genieten van ons panoramisch uitzicht op zee. Het is een komen en gaan van zeiljachten, oude schuiten, opstijgende en landende watervliegtuigen en veerboten die bezoekers komen afleveren of halen.
De Parliament Buildings, huisvesting van het provinciaal bestuur, beheersen de zuidelijke kant van de haven.
Dit pompeuze complex werd in 1898 voltood door Francis Rattenberg, Victoria's bekendste architect.
We kwamen zijn ontwerpen eerdere tegen in Vancouver.
Op de met koper bedekte grote koepel prijkt een verguld beeld van de nationale held van de provincie, kapitein George Vancouver.

Het Royal British Museum laten we voorlopig voor wat het is.  Te mooi weer om binnen te zijn en we hebben nog weken de tijd.  We eindigen onze tocht met een bezoek aan het  Thunderbird Park.  Daar vind je een representatieve verzameling totempalen van de Indianen van de Westkust.  Op het terrein staat ook het Helmcken House, een van de oudste gebouwen van de stad, 1852!









Naar Vancouver Island.

Vandaag met de bus, de skytrain en de ferry naar Victoria.
De reis gaat wonderwel vlot en we nemen de ferry van 13.00uur naar Victoria.
We hebben gekozen voor de zuidelijke route van Tsawwassen, 30 km. ten zuiden van Vancouver naar Swartz Bay, 27 km. ten noorden van Victoria.   
Een prachtige overtocht van anderhalf uur.
Op de boot vertelt een jonge biologe over de flora en fauna van Vancouver Island.


 
Het is prachtig weer, we zitten lekker in het zonnetje op het dek.
Aan de overkant staat Breanne, dochter des huizes ons op te wachten.
Zij brengt ons comfortabel naar ons huis voor de komende vier weken in Victoria.
En weer komen we aan in een prachtig huis.
Breanne showt ons het huis, vertelt en passant hoe de wasmachine en andere apparatuur werkt.
Het is dan inmiddels een uur of vier.
We zetten onze koffers in de slaapkamer,  halen er wat spullen uit die we opbergen en besluiten dan een wandeling te maken door de omgeving
Achter de huizen aan de overkant van de straat is de oceaan.
We moeten een beetje ons best doen om hem te zien.
Maar als we de deur uitstappen zien en horen we hem overal tussen de huizen door.
Ietsje verder is een park met zitjes aan het water.
Breanne heeft ons ook verteld waar een kleine supermarkt is en we gaan daar boodschappen doen.
Terug in huis drinken we een glaasje.
Ik maakt een lekkere pasta klaar met gehakt en courgette.
En 's avonds zitten we lekker in de tuin, lezen wat over Victoria en Vancouver Island.

Vancouver Island ligt als een enorme golfbreker voor de zuidwestkust van Canada.
Het is ruim 450 km. lang en op sommige plaatsen 140 km. breed.
Oppervlakte ongeveer 30.000km2, vergelijkbaar met Nederland.
Victoria wordt omschreven als een stad van ambtenaren, gepensioneerden en toeristen.
Van het internationale karakter en de bedrijvigheid van Vancouver is hier niets te merken.
Vancouver wordt ook wel een slaapstad genoemd.
Toch is Victoria de zetel van het provinciaal bestuur van Brits Columbia.
Er wonen ongeveer 300.000 mensen.
De stad heeft zijn ontstaan te danken de stichting van het fort Victoria in 1843 door James Douglas.
Met de goudkoorts in de Caribooregio volgde in 1858 een turbulente periode.
Men liet zich aan de wet weinig gelegen.
Het stadje diende uitsluitend om de gouddelvers te bevoorraden en te vermaken.
De rust en orde keerden terug in 1868 toen Britisch Columbia een Britse kroonkolonie werd met Victoria als hoofdstad.
Niet alleen de naam Victoria herinnert aan het koloniale rijk, men is ook trots op de repputatie Engelser te zijn dan Engeland.
We zullen het gaan zien de komende weken.
Voorlopig zijn we moe van alle indrukken opgedaan in Vancouver en we besluiten het de komende dagen even rustig aan te doen.

Van Granville Island naar Kitsilano Beach

Een beroemd museum in Vancouver is het Museum of Anthropology gelegen op de campus van de Universiteit van Britisch Columbia.
Omdat het prachtig weer was besloten we te voet startend op Granville Island naar de Universiteit te wandelen. Door Vanier Park, langs Kitsilano Beach en Park het rondje langs de zee.
Het was een prachtige tocht met hele mooie vergezichten maar na vier uur lopen vonden we het genoeg.  We vroegen aan een meisje op de fiets hoever het nog was naar het museum.
En toen dat nog een uur bleek te zijn zagen we af van ons bezoek aan het museum.
Met de bus terug naar huis.



















De laatste dag bezochten we China Town.
Deze wijk is niet meer het getto dat hij in de 19e eeuw was en waar blanken nauwelijks durfden te komen.  Bovendien woont het grootste deel van de ongeveer 100.000 Chinezen van Vancouver tegenwoordig verspreid over de stad.
Vandaag de dag is Chinatown een gezellig winkelgebied.

In de warenhuizen koop je oosterse luxe artikelen.
In de kleine winkels exotische lekkernijen, papieren vliegers en zijden artikelen.
Wij zochten voor de lunch enkele lekkere taartjes uit.
Ter gelegenheid van de expo ontstond op een oude parkeerplaats de Dr. Sun Yatsen Classical Chinese Garden, aangelegd in de stijl van de mingdynastie door 52 tuinlieden uit Suchou. 
Het is een vredige oase met groene vijvers, sierlijke paviljoens, prachtige bloemperken en bijzondere planten waar het op een bankje lekker taartjes eten is.

We sloten ons verblijf in Vancouver af met een bezoek aan de Vancouver Art Gallery.
Gelegen aan het in onze ogen prachtige Robson Square met zijn twee niveaus.
Met rondom prachtige glazen wolkenkrabbers maar ook het gerenoveerde Court House met daarin o.a. de Art Gallery.
De tentoonstelling van de Vlaamse en Nederlandse schilders uit de 17e eeuw viel tegen.
Welgeteld 5 werken waren uitgeleend door het Rijksmuseum en werden vergeleken met Canadese schilders uit die tijd.  Wel leuk was dat we kennis maakten met het werk van Emily Carr.
We waren haar naam al vaker tegen gekomen en hebben er nu ook een beeld bij.
Met dit bezoek eindigde onze week in Vancouver en pakten we opnieuw de koffers voor onze overtocht naar Victoria op Vancouver Island.

Met de ferry naar Noord Vancouver.

Op onze wandelingen langs de seawall zagen we talloze ferry's die als een soort watertaxi personen vervoeren.  Wij besloten de ferry te nemen voor de overtocht naar Noord Vancouver.
Met de bus gingen we naar Waterfront Station en vandaar met de zgn. seabus naar het deel van Vancouver aan de overkant van de English Bay.
De seabus is een lang schip met aan weerszijden een stuk of acht in- en uitgangen.
Aangemeerd gaan al die gangen open en heel snel schepen veel mensen zich in.
Aan de andere kant verlaten de mensen het schip.
Eenmaal aangekomen aan de overkant legt de bus tussen twee kaden aan, openen zich de deuren en voor je het weet verlaten zo'n 100 passagiers het schip en schepen de volgende zich in.
De kapitein hoeft ook niet aan te meren, uit de kades komen een soort stangen die het schip op zijn plek drukken.  Alles gaat mechanisch!
Buitengewoon efficiënt, vonden wij.
Op Noord Vancouver is niet veel te beleven.
Mensen gaan er naar toe om inkopen te doen.
Er is een hele grote dagelijkse foodmarkt met vooral veel verse vis.


 

False Creek, Olympic Village

Het grootste deel van False Creek werd gerestaureerd ter gelegenheid van de expo in 1986.
Daar keken we gisteren.
Vandaag is het plan om False Creek heen te lopen langs het water.

Een fikse tippel over een prachtig aangelegde boulevard.
We stappen uit de bus op Camble street en wandelen naar het Olympic Village.
De zon schijnt, prachtige dag om langs het water te lopen.
Ook hier een befaamd stadsherstelproject.  We zijn heel benieuwd.

 Dit laatste vervallen deel van False Creek werd gerenoveerd ter gelegenheid van de Olympische Winterspelen in 2010. Er is een olympisch dorp ontworpen en gebouwd voor het verblijf van zo'n 2800 atleten. Daarnaast stadions, trainingscentra en uitgebreid openbaar vervoer met onder andere een skytrain naar het vliegveld. Nu de spelen achter de rug zijn vormen de flats met op de begane grond winkels en restaurants een moderne nieuwe woonwijk.
Architectuur, bouwwijze (duurzaam bouwen) en locatie aan het water maken het vandaag de dag tot een geliefde plek om te wonen.

We lopen over de "Athletes way" en memoreren de foute wissel van Sven Kramer.



Op de terugweg bezoeken we de openbare bibliotheek van Vancouver, een moderne versie van het Colosseum in Rome. Prachtig gebouw.