Vorige week huurden we een auto en verkenden gedurende enkele dagen het Westen van Bali.
Vanuit Banjar reden we langs de kust naar Banyuwedang en vandaar naar Gilimanuk.
In Gilimanuk vertrekken de veerboten richting Java.
Mochten we ooit per auto naar Egbert en Nonie willen reizen dan steken we dus in Gilimanuk met de boot over naar Java. Van Gilimanuk reden we naar Malaya in ongeveer een half uur.
Het links rijden viel ons mee, we rijden natuurlijk al maanden links met de brommer.
't Is meer de wetenschap dat je niet verzekerd bent die in ieder geval mij wat onzeker maakt.
Maar na een halve dag is dat ook over.
Pim heeft daar geen last van, gelukkig!
In Malaya hebben we een optie op een stukje grond om eventueel een huis te bouwen.
Pim heeft de tekeningen al klaar.
Prachtige plek aan de zee, groot stuk grond en toch hebben we vanmiddag besloten het niet te doen.
De rompslomp van huis en personeel staat ons een beetje tegen. Volgend winter nog maar een keer huren en eventueel nog eens kijken. We laten het verstand zegevieren!
Maar het is en blijft een hele mooie plek.
Breathtaking om het maar eens in goed Nederlands uit te drukken. Nadeel is dat de infrastructuur zoals we die in Lovina kennen ontbreekt.
Alles moet daar nog ontwikkeld worden.
En met name ik zie die eenzaamheid niet zo zitten.
Ik zit toch liever in de bewoonde wereld met winkeltjes, bibliotheek, taalles en wandelclub om de hoek.
Intussen winkelden we in Malaya, bezochten de pasar en aten een hapje in de plaatselijke warung.
De pasar is goed in Malaya, voornamelijk locals die hun eigen producten verkopen.
Alles vers en goed verzorgd en een enorme diversiteit met name in vis.
Daar keken we van op.
Op advies van een kennis sliepen we in Sunset hotel, 20 minuten voorbij Malaya.
's Avonds aten we heerlijke gebakken vis aan het strand.
Tip: loop bij Sunset naar beneden tot op het strand, even naar rechts en zie daar: een prachtige warung. Bovendien een nog mooier hotel waar ze hartstochtelijk wachten op gasten.
Er komt geen kip, laat staan een mens. Toeristen zijn ze daar niet gewend.
We konden weliswaar ontbijten maar we moesten zelf aangeven hoe en wat.
Ik informeerde of ze eieren, brood en tomaten hadden. Ja? Oké dan is het geen probleem.
Op ons advies maakten ze een sandwich, volgens mij voor de eerste keer. Gebakken ei, tomaten en pittige stukjes kip omhuld met twee witte boterhammen.
Nog even in de koekepan om en om en klaar is Kees of in dit geval Ketut. Kopje Bali koffie erbij, heerlijk!
Je went aan de drap onderin.
Na ontbijt en nog even zwemmen vertrokken we richting Negara. De enige grote stad in de omgeving.
Geen leuke stad: vies, druk en rommelig.
De LP vertelt dat Negara de oudste Carrefour, Hardy's van Bali heeft met de grootste sortering maar dat kunnen wij niet onderschrijven. Ik doe mijn boodschappen liever in Singaradja.
We bezochten het moerasgebied onder Negara met prachtige rijstterrassen die in de zee lijken over te lopen. Groeit rijst ook in zout water?
We bezochten de haven en bekeken de Pura Rambut Siwi.
In tegenstelling tot Pura Tanah Lot ietsje verderop richting Denpasar wordt deze tempel weinig bezocht.
Toch is het één van de belangrjkste zeetempels op Bali.
Gebouwd in de 16e eeuw door de priester Nirartha die meer tempels aan de zee bouwde.
De legende vertelt dat hij wat van zijn haar doneerde aan de plaatselijke bevolking die het haar bewaart in de tempel. Bezoek is de moeite waard, zeker ook door de goede gids die uitstekend Engels spreekt.
De nacht brachten we door in de omgeving van Medewi, bekend surfgebied.
We kozen voor hotel CSB voorzien van "balconies with views that put anything to shame in South Bali". En dat is niet overdreven.
De volgende ochtend weer verder.
We kozen voor een toeristische route via Pupuan.
In het begin vanaf Pulukan klimt de weg sterk naar het Noorden dwars over het eiland en heb je prachtige vergezichten over de rijstvelden.
Aan de kant van de weg liggen specerijen te drogen.
We zagen nootmuskaat, kruidnagelen en cacao.
Meer richting Pupuan wordt koffie verbouwd.
Ook kom je een hele grote, dikke ficusboom tegen die als een poort over de weg staat.
In Pupuan kwamen we weer op de grote weg richting Siririt en vandaar is het voor ons gesneden koek. In de loop van de middag kwamen we weer thuis in Banjar.