zondag 15 december 2013

Rumah Lotus in Lovina

Al twee weken verblijven we nu in Rumah Lotus in Lovina.
Rumah Lotus is een gerieflijke villa in het centrum van het dorp.
Dat brengt met zich mee dat je overal dicht bij zit. 
Ik ga lopend naar de pasar 's ochtends vroeg en dat bevalt.                   

De villa is gebouwd door een Nederlandse familie en dat merk je!
Er is een heerlijke buitenkeuken met grote ronde eettafel en in de woonkamer zijn goede stoelen.
Goede stoelen missen we vaak in huizen van buitenlandse mensen.
Ik herinner me dat ik vorig jaar voor mijn verjaardag een fijne stoel heb gevraagd en gekregen.
Ik had er de hele vakantie plezier van.
Nu niet nodig, gelukkig!
De woonkamer is erg groot.  
In het voorste deel is de tv-hoek, in het achterste deel staat een grote eettafel en een kast met serviesgoed en glazen.
Er is goede verlichting en wat erg mooi is zijn de bovenramen die voorzien zijn van glas in lood.
De voorstellingen in alle ramen zijn lotusbloemen .
Als de zon zich verplaatst om het huis zie je de ramen steeds anders.                
Ik vind dat erg mooi!

Er zijn drie hele grote slaapkamers met ieder een badkamer in de open lucht.
We gebruiken de allergrootste slaapkamer en kunnen er indien gewenst een dansje maken.
Als je 's avonds doucht in de badkamer sta je onder de sterrenhemel.
Als het regent zoals vanmiddag krijg je natte voeten als je naar het toilet gaat.
Ieder voordeel heeft zijn nadeel zal ik maar na-zeggen.


Het huis ligt in een redelijk ruime, mooie tuin.
In de tuin is ook een zwembad waar we erg van genieten.
Het is misschien een beetje decadent maar ik zou niet meer zonder willen in de tropen.
Aansluitend aan de woonkamer is een ruim overdekt terras waar je altijd in de schaduw zit.           
Een grote fan zet de buitenlucht in beweging zodat we weinig last van muggen en ander ongedierte hebben.  Op werkdagen wordt het huis schoongemaakt door Komang en assistente.
In het weekend hebben we ze vrijaf gegeven omdat we het ook heerlijk vinden om zonder personeel in huis te zijn. Putu doet de tuin en zorgt dagelijks voor het zwembad.

Iedere ochtend om een uur of zes, wij liggen dan nog in bed, doet hij een testje met het zwembadwater en vult het water dan aan met diverse stoffen of niet.
Ook stofzuigt hij de wanden en bodem.
Onze tuin is ommuurd.  Dat geeft enerzijds een sterk privé gevoel maar belemmert ook het uitzicht.

saté lilit
De bouwers van het huis waren erg op hun privacy gesteld en hielden niet van buren dus kochten meteen het perceel grond aansluitend en lieten er bananenbomen op groeien.
Zodoende is het ook erg rustig in ons huis.

Dan is er nog Pascal, de manager van het huis.
We zien hem weinig. 
En last but zeker not least Sayu.
Sayu kookte vorig jaar voor ons en gelukkig wilde ze dat dit jaar heel graag weer doen.             
Ze kookt fantastisch Indisch eten, geleerd van haar vader en opa.
Pim heeft een top drie maar die is eigenlijk al meer dan vol.
Het lekkerst vind ik haar saté Lilit van tonijn.

Ze hakt de tonijn (kan ook met kip of varkensvlees) heel fijn, zelf geschaafde kokos erdoor en veel verse kruiden waaronder koriander en lomboks en maakt dan een soort worstje om een serehstengel.
Deze stengel bbq-et   (schrijf je dat zo?)  ze op het bbq-tje wat we samen gekocht hebben in het dorp en dan is het smullen.

bbq in Bali
Bij Pim is de sweet and sour en de kip favoriet.
Ik leerde haar tafeldekken, koffie zetten voor na de maaltijd en stuurde haar naar Engelse les.Wat ze overigens heel graag wilde.
Na een jaar plukken we daar nu de vruchten van.
Ik kan haar alles vragen en dat komt mijn kookkunst in de toekomst ten goede.  Zeker weten!
En voor Sayu is beheersing van de Engelse taal voorwaarde voor een eventuele toekomstige baan als manager in een villa.
Wie weet als de kinderen wat groter zijn!

We hebben nog niet zo veel gedaan.
We lummelen wat om het huis, lezen veel, rommelen met de i-pad en kunnen ook tv kijken.
We hebben hier BVN.
De verslaglegging rond het overlijden van Mandela konden we volgen en ook kijken we regelmatig "De Wereld Draait Door".  Soms het Journaal
Overigens DWDD  gisteren ook hier voor het laatst.
En dan hebben we weer een scooter gehuurd voor de komende maanden.
Ikan bakar aan het strand.
Regelmatig maken we een tochtje in de omgeving.
Meestal lunchen we dan onderweg, dat bevalt ons wel.
Je ziet aan de kust steeds meer "Ikan Bakars", dat zijn een soort restaurantjes waar ze vis bakken.
Meestal simpele tafels met stoeltjes aan het strand.
Lekker met de voeten in het zand een visje eten of udang (garnalen) daar zijn we ook dol op.
Kortom: wij komen de komende maanden wel door!
Als we iets doen van enige importantie meld ik me weer en doe verslag.









"Jogja Dreams", guesthouse in Jokjakarta



Het huis van Egbert en Nonie is grotendeels klaar. De bouwschuttingen staan er nog omheen dus een mooie overzichtsfoto laat nog even op zich wachten. Maar wat we kunnen laten zien is fantastisch. Wat krijgen die kinderen een mooi huis! Dankzij Novi, een plaatselijke architecte  hebben ze op 250 m2 grond een modern en aansprekend huis gebouwd. Met op de eerste verdieping twee ruime gastenkamers met ieder een badkamer en een enorme overdekte leefruimte.

Op deze verdieping gaat Jogja Dreams guesthouse beginnen. Later zal er in bouwfase twee aan de rechterkant van het huis uitbreiding komen met vier gastenkamers. Die plannen zijn er al, fundering en staalconstructie ligt er ook al maar de uitvoering komt over een jaar of twee. Nu eerst genieten van wat er staat en dat is niet niks! Op de begane grond is links van het trappenhuis de privé woning van Egbert en Nonie met een grote woonkamer voorzien van kookeiland, een grote ouderslaapkamer en een ruime slaapkamer voor de jongens, twee aansluitende badkamers nu nog samengevoegd tot één grote, een kamer voor de pembantu  met mandi, een kamer voor de security, een ruim berghok annex opslagruimte en op de verdieping een werkruimte voor Egbert.Op de verdieping ook twee grote gastenkamers, ieder voorzien van eigen badkamer en een grote ruimte waar het ontbijt geserveerd wordt, waar je kunt internetten, tv kijken, lezen e.d.
Er is ook een hoek met een zitje voor een goed gesprek waar een bibliotheek wordt ingericht.
Wat je op de foto ziet is de eerste fase, fase twee behelst het deel rechts van het trappenhuis dat uit vier gastenkamers zal bestaan met vier badkamers.  Totaal worden het er dus zes. Waar je op de eerste foto groen en blauw plastic ziet daar komt fase twee.  Er wordt dus aan de rechterkant nog een meter of vier aangebouwd over twee verdiepingen.
Opzet is dat het guesthouse in een basisinkomen voor Egbert en Nonie voorziet zodat het niet erg is als Egbert aansluitend aan een project even geen nieuw project of baan heeft.
Wat de komende jaren overigens niet het geval zal zijn maar wel speelde in het verleden.

Fase twee zal over ongeveer twee jaar gebouwd worden.  De kinderen gaan dan naar school en Nonie kan haar tijd wijden aan het runnen van het guesthouse.  Ze is er nu al erg druk mee en heeft er reuze zin in.  Diverse ontbijten zijn bedacht en zitten inmiddels in de planning en alle kamers zullen de naam van een vulkaan op Java krijgen. Ook over de inrichting wordt nagedacht.
De afgelopen tijd was het vooral zoeken naar stenen, tegels, deuren en kozijnen.
Op advies van Novi hebben Egbert en Nonie diverse bouwen afgestruind en vooral kozijnen en deuren opgescharreld.  Menskracht is niet duur in Indonesie, oud hout is beter dan nieuw dus het loont om tweedehands kozijnen te vertimmeren, te schuren en in de olie te zetten. 
Na al dat werk zien ze er prachtig uit!   Sommige zijn meer dan 50 jaar oud maar hoe ouder hoe beter de kwaliteit van het hout. Jatti dat schijnt erg goed te zijn.      
Eén deur is een hele oude en prachtig bewerkt.  Dat is werkelijk een parel.
Als afsluiting van de woonkamer hangen er twee maal vier houten panelen die helemaal weggeschoven kunnen worden.  ook van de sloop. De Javaanse timmerman die zich uitsluitend met kozijnen en deuren bezighoudt is een vakman en verdient een lintje.  Nu de deuren in de kozijnen hangen en het glas geplaatst is timmert hij de keuken.
Enkele dingen komen uit Nederland zoals een prachtige kraan voor op het kookeiland en houders voor toiletpapier die je hier niet vindt.  Met dank aan Ikea! 

Het metselwerk is op sommige plekken zichtbaar. Egbert noemde het klaar metselwerk!
We begrijpen nu dat hij schoon metselwerk bedoelt.
Zijn Nederlands wordt minder!

onder woonkamer, boven gastenruimte 
De stenen zijn op enkele plekken in blokken gemetseld en met een olie behandeld, ze glanzen een beetje.  Schijnt Javaans te zijn.  Andere wanden zijn heel strak gestuct.
De vloer in de gemeenschapsruimte op de eerste verdieping is een geschuurde, geverfde betonnen vloer.  Erg mooi, vinden wij. Het dak op die plek is van alderon, een licht doorlatende, ook licht van gewicht en zonwerende bedekking speciaal toegepast als aardbevingsproof.

De tegels zorgden voor wat discussie.
Nonie wilde grote  60 x 60,  liefst 80 x 80 cm lichte tegels.
Egbert voelde meer voor de traditionele tegels.
Het is beide geworden.  In de woonkamer en de gastenvertrekken liggen de grote tegels.
In Egberts werkkamer en de slaapkamer van de jongens de traditionele.
Ik vind het een erg leuk huis, origineel, verrassend, ruim, licht en  modern, zeker voor Indonesische gegrippen.  De buurt kijkt er dan ook met verbazing naar, vindt het vooral erg groot  maar wel mooi.

Bij het huis hoort natuurlijk ook een tuin.
Enkele palmen en een franzipani zijn gelukkig blijven staan en hebben de bouw overleefd. 
Bij het huis is parkeerruimte voor twee auto's en meerdere brommers.
Ook is er de wens voor een zwembad.










zaterdag 14 december 2013

Op naar de warmte!

Op 20 november jl. bracht Joop ons zoals langzamerhand de gewoonte is naar Schiphol.
We reisden met Turkish Airlines via Istanbul naar Kuala Lumpur.
We noemen dit onder ons een 'gebroken'  vlucht en dat bevalt ons beter dan rechtstreeks in 14 uur naar Jakarta.  We vertrokken om half zeven 's avonds en arriveerden om een uur of tien in Istanbul.  Daar hebben we wat gegeten op de luchthaven en een beetje rond gewandeld.  Na ruim een uur konden we al weer boarden voor de tweede etappe naar Kuala Lumpur.
Aangekomen namen we de express trein naar het centrum van de stad.
We hadden een hotel geboekt naast het station om lopen met de koffers te voorkomen.  Hotel Central.  Nou dat valt tegen als er drie hotels Central blijken te bestaan.  We hebben ze alledrie gezien!
We zijn weer in Azie:  Je zegt nooit nee als je het niet weet.       
Gelukkig lagen ze vlak bij elkaar om de hoek.

Het was inmiddels een uur of acht 's avonds.
We besloten een hapje te gaan eten in de stad.
Het was in onze straat erg druk met kraampjes en eetstalletjes.  We kozen er eentje waar veel locals aten en men serveerde op wegwerpborden.
Dat soort tentjes is over het algemeen mijn favoriet. Heel druk staat voor een hoge omloopsnelheid van het eten en meestal goede kwaliteit.  Afgewaste borden uit zo'n teiltje hoef ik niet.  Geef mij voor een keertje maar wegwerp uit hygienische overwegingen.
We hebben genoten!  Dat kunnen ze hier toch goed: heerlijk wokken met veel groente en pure smaken van verse kruiden, met name koriander.
Na de maaltijd terug naar het hotel.
Na meer dan een etmaal onderweg vielen we als een blok in slaap en sliepen een  gat in de volgende dag.  Niet erg want we hadden voor twee nachten geboekt om de gelegenheid te hebben even bij te slapen.  In de loop van de ochtend stonden we op, ontbeten en gingen daarna de stad in.  KL is echt onze stad: lekker druk, heel goed gevarieerd openbaar vervoer en een hoop te zien.  We bezochten het Nationaal Museum en zaten een poosje op het Merdekaplein waar we jaren geleden eens oud en nieuw vierden.  Natuurlijk een ritje met de monorail zonder bestuurder hoog over de stad.
Gewoon naar het eindpunt en weer terug. 
Leuk is dat.
s' Avonds gingen we vroeg naar bed en de volgende ochtend richting Yokyakarta.
Daar kwamen we om een uur of tien aan. Het was een grote verrassing Egbert, Nonie en de kinderen achter de ramen te zien zwaaien.  De kleintjes gilden het uit: Öpa Pim, opa Pim.....  geweldig!
Met zijn allen in de taxi naar Egberts en Nonies huis.                                
Daar enkele kadootjes uitgepakt en toen naar ons hotel.
Zoals altijd verbleven we weer in hotel Tulips aan de Jl. Tirtudipuran.  Of zo iets!
Ruime kamers, groot privé zitje voor de deur en een heerlijk zwembad.  Odra en Ilyas zijn er dol op.  Je kunt er als je dat wilt smaakvol eten en ontbijten.
De dagen in Yokya erlopen eigenlijk volgens een vast patroon.   
's Morgens doen we samen iets in de stad, om half twaalf halen we Odra om de hoek uit school  en eten wat in het hotel.  's Morgens doen wij iets in de stad, om half twaalf  halen weOdra om de hoek uit school en eten wat in het hotel.  Tegenwoordig wil hij graag frietjes en natuurlijk mag dat  ons
Opa's en oma's zijn tenslotte op de wereld om kleinkinderen te verwennen, zo zien wij dat!
In de loop van de middag komt Nonie met Ilyas die dan ook zijn slaapje heeft gedaan.
Dan zwemmen we voor de tweede keer, nu met zijn allen.  Na afloot drinken we een Bintangetje en daarna eten we met zijn allen. Soms gaan we ergens heen, soms halen we, soms eten we op het terras.
Het is maar hoe het uitkomt en waar we zin in hebben. 
De volgende morgen gingen we naar het huis van Nonie en Egbert wat in aanbouw is.
We stonden paf: wat een groot huis en hoe prachtig!
Het is al vrij ver gevorderd.  We konden met de trap naar boven en genoten vanaf het dak van het uitzicht over Yokyakarta.  Op somiige kamers liggen de vloertegels al.  Het glas werd geplaatst.
Egbert en Nonie kunnen dat toch wel.  Alle deuren en kozijnen hebben ze om kosten te besparen tweedehands opgescharreld.  Ze zien er op het eerste gezicht niet uit maar eenmaal afgekrapt en geschuurd en in de olie zie je prachtige jatti deuren en kozijnen.  Jatti is een kostbare, oede, tropische houtsoort.  Novi de architecte heeft geholpen met het zoeken.
Zij kent de plekken waar monumentale gebouwen worden gesloopt en waar je moet zijn voor materialen.  In de loop van de week gingen we nog enkele keren kijken.  Het wordt een prachtig guesthouse met een fijne, moderne eigen woning op de begane grond. 
Iedere gastenkamer, in de eerste fase drie, heeft een eigen badkamer.
Soms open zoals dat gewoonte is in de tropen.  Je staat onder de sterrenhemel te douchen.
De laatste dag bezochten we met Ibu, Nonies moeder en de kinderen de Biennale.
Dat is een tentoonstelling in het museum in Yokya samengesteld door vijf Arabische landen waaronder Egypte, Saoedi Arabie en Indonesie.
's Avond gingen we met Ibu en de familie uit eten bij Bu Ageng, dat is een traditioneel Javaans restaurant.  Heel erg lekker!  Vooral met ibu erbij die desgevraagd ingredienten en manier van bereiden uitlegt.  Op de eerste december namen we afscheid van de kinderen, Ibu en de kleintjes en reisden we door naar Denpasar, uiteindelijk naar Lovina op Noord Bali.
Daar aangekomen voelt het als thuiskomen.
Het overwinteren kan beginnen!


















woensdag 11 december 2013

9 december 2013: 65 jaar jong!

Eergisteren, op 9 december jl. was het precies 65 jaar geleden dat ik in Coevorden ter wereld kwam.
Een heel bijzondere leeftijd die 65 jaar waar van alles aan kleeft.
Stoppen met werken maar dat had ik twee jaar geleden al gedaan.
Ben ik inmiddels aan gewend.
Dan AOW, weliswaar een maandje later zeggen ze maar dat mag hem de pret niet drukken en dan ook pensioen.                                                                   
Ik neem aan dat het ABP me ook hier weet te vinden.
Ik heb me op deze dag verheugd!
Maar realiseerde me ook dat hij hier op Bali waarschijnlijk stilletjes voorbij zou gaan.
Dat was buiten de waard, hij heet Pim in dit geval, gerekend.

De avond voor mijn verjaardag zwaaide de poort open en kwam Egbert binnen lopen.  Ik wist niet wat ik zag! 
Voor je verjaardag, zei hij.   Wat was ik blij!
En de volgende ochtend stonden zo maar enkele bekenden van mijn wandelclub uit volle borst "Lang zal ze leven" te zingen in de tuin.
Ik stond perplex!  Hoe wisten die mensen dat ik jarig was?
Ik had nauwelijks tijd erover na te denken want meer mensen kwamen binnen:
Peter en Sollbritt, Helga, Marti en Brigitte, Coba en Marijke.
Ook Sayu was er, zij toverde met kleine bloemetjes  "Welkom"  op het terras en verzorgde koffie en thee. 
De bakker bracht een prachtige taart met de tekst  "TOOS  65 jaar".
Ik ontving mooie kadootjes en voelde me echt jarig.

's Avonds gingen Pim, Egbert en ik uit eten.
We werden om 6 uur gehaald met een taxi en afgezet bij Lilin, een restaurant aan zee in Lovina.
Ik werd gefeliciteerd door de hele staf en voelde me wederom erg jarig.
De nieuwe eigenaars, man en vrouw hebben een bandje en verzorgen onder het genot van een drankje life muziek van zes tot zeven uur.
De vrouw van de baas kan prachtig zingen.
Ze deed me denken aan Joan Baez uit de zestiger jaren van de vorige eeuw.

Het restaurant is nog niet zo lang hun eigendom en ze hebben een nieuwe kaart gemaakt.
Voor wat betreft de maaltijd erg origineel en praktisch vind ik. 
De kaart bestaat namelijk uit vier manden:  American bbq, Latino, Mediterranian en nog een Indiase.







Per persoon krijg je één mand waarop in de gekozen stijl de gerechten geserveerd worden.
Ik koos voor American bbq, chicken en in mijn mand stond op een standaard een zakje heerlijk gebarbequede kip, daarbij sausjes, geroosterde maiskolf, koolsalade, gebakken aardappeltjes in de schil en rauwkost.
Egbert koos voor de Indiase variant en genoot van zijn mand.
Pim koos de mand met pork, ook lekker zei hij.
Daarbij heerlijke drankjes met exotische namen maar ook gewoon een witte Chardonay.
't Is maar wat je gewoon noemt!
Als toetje kregen we een taartje versierd met kaarsjes  65 en bloemetjes.
Daarbij twee extra bordjes en bestek
Kadootje van het restaurant.                                                             

Tijdens het uurtje muziek en zang zie je de zon zakken in de zee.
De vissers gaan de zee op.  Prachtig gezicht!
Na een uur is het donker. De avond valt op je en de krekels en de gekko's nemen het een half uurtje over.
In de bomen hangen lampen en de tuin is goed verlicht.
Een prachtige plek aan de zee waar je mooi maar ook lekker zit.
Het was een dag, mijn 65e verjaardag,  die ik niet gauw vergeet.
Met grote dank aan Pim en Egbert.
En aan de mensen die gehoor gaven aan de uitnodiging via de mail.






woensdag 2 oktober 2013

Afscheid

Dinsdag, 2 oktober.
                                                                                                                    

De koffers zijn gepakt en staan klaar in de hal.
Morgenochtend komen Jan en Linda om afscheid te nemen.

Huis van Jan en Linda met camper.
Zij zullen ons ook naar de ferry rijden.
Ik verheug me nu al op de overtocht naar Vancouver. Het huis hebben we netjes achtergelaten vind ik zelf.  Pim heeft nog even alle bladeren van de oprit geveegd.
De auto ging met ons erin door een wasstraat.  Ziet er puik uit!
Ik maakte de badkamer, de koelkast en de oven schoon.  Ook puik!
We hoeven niets te doen zei Breanne. 
Het huis wordt schoongemaakt.
Maar thuis maak ik op mijn manier ook altijd schoon als de schoonmaakster komt dus ik ben het gewend.

Onze koffers puilen uit, we hebben een extra tas.
Pim heeft gisteren nog even zijn gardarobe aanagevuld met zeven broeken en vijf t-shirts.
Allemaal even mooi!  Maar nemen wel wat plek in.                
Jan en Linda
Kadootjes voor drie kleinkinderen kosten ook aaardig wat ruimte in de bagage.

De laatste week hebben we niet veel meer gedaan.
We waren verzadigd van mooie vergezichten, bijzondere vogels, hoge bergen, woeste golven.
We bezochten nog een keer Victoria.
Keken in de oude vissershaven naar de binnenkomst van de vissers en naar de houseboats.
Toch heel anders dan wij gewend zijn.
Arken hebben hier geen betonnen casco maar liggen als een soort schoenendoos op drijvers.
Ze trekken veel bekijks.  Men is niet gewend aan wonen op het water.


En we gingen samen met Jan en Linda naar het kerkhof in Victoria om het graf van mijn oom Dirk en tante Aly te bezoeken.  Net als alles is ook het kerkhof inmens groot.   
In het gazon liggen verspreid kleine koperen plaquettes plat in het gras. 
Je rijdt met je aauto ter hoogte van waar je moet zijn en oopt over het gazon naar de steen.
In ons geval de "Schuurman" -steen.

grafsteen van de familie Schuurman
Ze noemen het wel "stone"  maar dat is het dus niet. Jan haalde herinneringen op aan zijn vader en moeder en zijn kinderjaren, Linda vulde aan.  We plaatsten een bos bloemen in een vaas.  Na verloop van tijd verlieten we het kerkhof en gingen samen lunchen.  Toch nog een echte burger gegeten.
Het was er als maar niet van gekomen.

En nu, morgenochtend weer naar Nederland.
We horen dat daar de herfst zijn intrede heeft gedaan.
Het schijnt koud te zijn.
Wij hadden hier een zonnige vakantie, de mooiste zomer sinds tien jaar zei mijn neef.
Het geluid van de branding zal ik missen.
En ook de oergezellige woonkeuken.
Canada is een mooi land!

In december meld ik me weer vanuit Indonesië.











maandag 23 september 2013

Rondrit over het eiland

Bij ons huis aan de Beach Drive hoort ook een auto, een Mazda 3 met automaat.
Breanne noemt het  'de kleine auto'.
Ik vind hem groot en vraag me af wat de Canadezen van onze auto zullen vinden.
Als ze zo dik zijn als sommige mensen die ik hier zie is het passen en meten.
boodschappenwagen
Maar aan de andere kant, we horen via de mail dat ze veel kanoën en fietsen in Vinkeveen dus het zal wel meevallen.
Een automaat hebben we thuis ook dus dat levert geen problemen op.  Het rijdt als thuis, alleen doe je overal veel langer over.
Het verkeer is traag.  Ook veiliger denk ik, een ongeluk hebben we nog niet gezien. Trouwens waar heb ik het over, ik rijd helemaal niet.

Op een dag als de weerberichten voor de komende week uitsluitend zonnig zijn besluiten we tot een rondrit van ongeveer een week over het eiland.  We zien wel hoe lang het gaat duren.
De eerste dag rijden we via de Trans-Canada Highway A1 naar Malahat Ridge.
Vanaf deze hoge pas, 350 meter boven zeeniveau heb je een prachtaig uitzicht op de Gulf Islands die in het water van de Strait of Georgia lijken te drijven.
De bergen aan de overkant in de staat Washington zijn te zien.
Bij Mill Bay verlaten we de highway en buigen af naar de kustweg, een prachtige route.
Na ongeveer 8 km. komen we weer terug op de Highway 1.

Dan door naar Duncan en Chemainus, een dorp met creatieve inwoners, is ons verteld.
Toen aan het begin van de jaren taachtig van de vorige eeuw de grote zaaginstallatie, ooit een van de grootste ter wereld, haar deuren sloot verdween de belangrijkste werkgever van het dorp.
Het houtvestersstadje verzon een list om de economische crisis het hoofd te bieden.
Het nodigde kunstenaars uit het hele land uit om de geschiedenis en tradities van de regio uit te beelden in enorme muurschilderingen, levensecht tot in de kleinste details.
Houtvesters bij het omhakken van een enorme dennenboom, een stoomlocomotief die zijn zware vracht over een brug brengt, portretten van indiaanse opperhoofden, de houtbaronnen van de regio, Chinese koelies aan het werk, taferelen uit het dorp zoals in het ziekenhuis en een 33meter lange afbeelding van de kust bij Chemainus met het zeilschip dat de eerste kolonisten bracht.                
Door de jaren heen zijn er steeds meer murals bij gekomen en meer dan 30.000 bezoekers komen nu jaarlijks kijken naar dit openluchtmuseum.
Wij ook en we steunden de plaatselijke ondernemers door bij de bakker een lunch te bestellen op het dorpsplein.

Van Chemainus verder naar Nanaimo, na Victoria de grootste stad op Vancouver Island.
Nanaimo heeft een grote haven waar vis, hout en landbouwproducten worden verscheept.
De stad ontstond toen midden 19e eeuw grote kolenvoorraden werden ontdekt.
De Indianen noemden de plaats 'sneniymo', dat is machtig volk.
Nanaimo heeft een prachtige boulevard waar het heerlijk toeven is.    
Enkele historische gebouwen, wat heet historisch:  midden 19e eeuw, zijn gerestaureerd, waaronder het Oude Bastion.  In 1852 gebouwd door de Hudson's Bay Company, een bonthandelfirma, om overvallen van de Indianen te weerstaan.
We bezochten het Nanaimo District Museum waar je een goed inzicht krijgt in de mijnbouwtradities.
Ook is er veel informatie over de oorspronkelijke bewoners van deze streek, de Salishindianen.
Bij Fisherman's Wharf koop je verse vis.
Wij niet, we zijn onderweg!  Jammer van die vis, het zag er heerlijk uit.  Via Parkville komen we in Courtenay waar we overnachten.

De volgende dag rijden we van Courtenay naar Campbell River. 
Een stadje dat bepaald wordt door de visserij. 
De stad heeft het imago van het mekka voor zalmvissers en hengelaars uit de hele wereld.
Ieder jaar in july is er het befaamde Salmon Festival.
Vanuit het centrum steekt een 180 meter lange pier in het water.
Voor sportvissers een paradijs. 
Voor ons trouwens ook met dit prachtige weer.
Veel informatie over allerlei soorten zalm en andere vissoorten op de pier.
We lunchen natuurlijk met verse vis aan de haven.
Het wordt een enorme sandwich met vooral zalm.  Heerlijk!
We bezoeken een Visitor Center met de vraag of het te doen is met de auto van Gold River naar Woss te rijden.  De juf achter de bali verzekert ons dat dat mogelijk is.
Weliswaar steenslag maar met een snelheid van 30 km. moet het kunnen.
Ze heeft het zelf met een bus onlangs nog gedaan.

De volgende ochtend gaan we op pad.
We zijn ongeveer 20 km. op weg als we ons afvragen waar we aan begonnen zijn en of we het wel zullen halen.  Wanneer er zo'n grote truck met bomen aan komt zien we een tijdje geen hand voor ogen van het opvliegende stof en de stenen slaan tegen de onderkant van de auto.
Net als we besluiten rechtsomkeert te maken wordt het beter.
De steenslag lijkt hier aangeplet te zijn.  
De weg is aangelegd door de bossen om het hout te vervoeren.
Gewoon verkeer komen we niet tegen, beren ook niet.
Wel zien we herten en eekhoorns, althans een soort van eekhoorns.

zelfs de paddestoelen zijn groot
Van Woss gaat het verder richting Telegraph Cove.
Daar willen we overnachten, het schijnt er erg mooi te zijn.
Het is al laat en inderdaad heel mooi maar ook druk.
Het is vrijdagavond,  mooi weer en veel Canadezen hebben zin in een lekker weekend aan de zee.
Er is geen accomodatie meer beschikbaar.
We rijden door naar Port Hardy en boeken daar maar meteen voor twee nachten.
Plek is plek, we moeten er blij mee zijn, hebben we de indruk.
Gelukkig blijkt het een fijne pek,  de motorhomes die je hier huurt bevallen ons wel.
Je hebt behalve een grote slaapkamer ook een zitje, een keukentje met magnetron en koffieapparaat en een badkamer.  Natuurlijk ontbreekt een tv maat  XXL  niet.
Het is veel gerieflijker dan een hotelkamer hebben we inmiddels ontdekt.
We gaan nog uitsluitend voor motels.
In de omgeving van Port Hardy maken we mooie tochten door de natuur.
Soms met de auto, soms te voet.
We rijden de Bear Cove zonder een beer te zien overigens.
En bezoeken een zalmhatchery.  Daar verzamelen ze eitjes van de zalmvrouwtjes, bevruchten die met het mannelijke sperma en broeden dan de eieren uit.  Zijn de zalmpjes groot genoeg dan worden ze uitgezet in de rivieren in de buurt.  Men doet dit om de overvangst te compenseren, er dreigt een tekort aan zalm.  Met de overheid worden quota afgesproken.


Van Port Hardy reizen we naar Port Mc. Neill en dan via dezelfde weg terug naar Parksville.
We overnachten in Qualicum Beach, tuurlijk weer in een motel en maken dan de tocht naar de familie.  We moeten daarvoor vanaf Parksville dwars door de bergen naar Ucluelet.
Hemelsbreed een afstand van 100 km. waar wij tot in de namiddag overdoen.
Op de terugweg na ons verblijf bij de familie bezoeken we nog Coombs een door het Leger des Heils gesticht stadje.
Tijdens ons verblijf in Ucluelet namen we nog een kijkje in Tofino, een bekende vissersplaats aan de Pacific Ocean. En we maakten prachtige wandelingen in het Pacific Rim National Park.
Moe van alle indrukken en dat wat we gezien hebben komen we weer thuis in Victoria.
Voorlopig even niets!






Canada, het verhaal achter het verhaal!

Enkele mensen vroegen waarom we toch naar Canada gingen.
Niets voor ons,  Azië-reizigers voegden ze aan die opmerking toe.
Op verzoek, hier het antwoord, het zit zo................

Na de oorlog, om precies te zijn in 1952 vertrok de jongste broer van mijn opa naar Canada.
Met het geloof in, en de hoop op een betere toekomst voor zichzelf, zijn vrouw en zijn 5 kinderen.
De oudste Coby 12 jaar oud,  de jongste Margriet 2 jaar.

Jacob, visser
Daar tussen in drie jongens: Jan, Hendrik en Jacob.                        
In Canada werd Douglas nog geboren.
Het verhaal gaat dat het vooral mijn tante was, tante Aly, die wilde emigreren.  Haar broer was meteen na de oorlog naar Canada vertrokken.
Slaagde erin een mooi bedrijf op te bouwen en zij wilde dat ook wel. 
Coby met dochter Gonda
 
 Haar man had het reuze naar zijn zin bij de PUEM maar gaf toe aan zijn vrouw.
Zo vertrokken ze met de Zuiderkruis naar Canada, 9 dagen varen in die tijd.
De eerste jaren leefden ze in Edmonton maar omdat het daar zo koud was gingen ze
naar Victoria op Vancouver Island. Mijn oom Dirk, de jongste broer van mijn opa was ongeveer even oud als mijn vader.
Dat heb je in die grote gezinnen van vroeger, familierelaties halen elkaar in en overlappen.
Beide jongens groeiden op in Doorn, speelden met elkaar, kregen verkering.
De vrouwen konden ook goed met elkaar opschieten en zo ontstaat dan een diepe vriendschap versterkt door familiebanden.
Papa's vriend was eigenlijk zijn oom maar ze zeiden altijd dat ze broers waren.


Kleinzoon Willem, vader van 12 kinderen.
Het moet een schok in de familie zijn geweest toen mijn oom naar Canada vertrok.
Nog nooit was er iemand vertrokken en de familiebanden waren en zijn hecht binnen de Schuurman-familie.  Eind augustus was de laatste familiereünie en ik had de laatste foto's.

Mijn ouders hebben hen drie maal bezocht, altijd zonder mijn broer, zussen en ikzelf.
Zij kwamen terug met verhalen over hoe mooi het was op Vancouver Island, hoe veel je daar kon doen, dat het niet ingewikkeld was een bedrijf op te bouwen omdat er weinig regels golden, etc.
Maar ook dat het er hard werken was zonder sociale voorzieningen etc.
Mij, kleine meid toen,  leek het wel wat.
Canada, alleen de klank al!
Het leek me een mooi land.
ook daar een kleine Gerrit.
Mijn oom is in 1990 overleden, 75 jaar oud.
Mijn tante leefde tot 12 mei vorig jaar.  Ze werd 96 jaar oud.
Mijn vader vroeg eind jaren 60 van de vorige eeuw hun pensioen aan en regelde de uitvoering.
Na het overlijden van mijn vader deed ik het samen met mijn moeder. De PUEM waar mijn oom tot 1952 werkte was inmiddels overgegaan in iets anders en dat was ook weer gewijzigd.  Vele wijzigingen volgden. Mijn oom realiseerde zich niet eens dat hij recht had op een pensioen.  Toen ik me er mee bemoeide kwam het van het ABP.  Twee keer per jaar maakten mijn moeder en ik het over en de familie was er blij mee.  Het was een heel gedoe om steeds een bewijs van leven te ontvangen.
Mijn tante, woonde inmiddels bij haar dochter in Ucluelet waar haar man visser was. Ucluelet is een plaats aan de andere kant van het eiland,  zo'n beetje het eind van de wereld.
Er gaat slechts één weg naar toe dwars door de bergen.
De afstand vanuit Victoria is ruim 300km. maar je doet er een dag over.
Toen het pensioen vorig jaar stopte in verband met het overlijden van mijn tante had ik enkele keren kontakt met de kinderen.
Zo ontstond het idee eens te gaan kijken wat voor familie dat is (geworden), waar ze wonen en hoe ze leven.  En vooral hoe ze terug kijken op hun vertrek uit Nederland.

De eerste familieleden, Jan, hier John, oudste broer van Coby spoorden we snel op.
Ze woonden in Victoria, niet heel ver van ons verwijderd.
Via de mail wisselden we telefoonnummers en adressen uit en maakten een afspraak.
Hij nodigde ook zijn twee andere broers uit,  Jacob en Hendrik met hun vrouwen.
We ontmoetten elkaar in het huis van John en Linda.
We hadden een heel gesprek over de afgelopen 60 jaar.
We namen de huidige familie door, bekeken oude fotoalbums en gingen na afloop een hapje eten.
John en Jacob vertelden ons waar hun oudste zus Coby woonde in Ucluelet.
En dat ze niet thuis was.  Ze was geopereerd aan haar knie en verbleef tijdelijk elders.
Waarschijnlijk bij een van de dochters.

Enkele dagen later besloten we tot een rondreis over het eiland.
Vancouver Island is qua oppervlakte ongeveer net zo groot als Nederland maar moeilijker te bereizen.  Er zijn niet veel wegen.  Eigenlijk maar eentje naar het noorden die halverwege aftakt naar het Westen naar Ucluelet.  Het gaat bergje op, bergje af en de weg is narrow and windy.
Uiteindelijk kwamen we in Ucluelet aan, een klein dorpje aan de westkust van het eiland.
In Ucluelet eindigt de weg, ook de wereld dacht ik.

We hadden een adres dus eerst daar maar heen.
Bellen hadden we al veel gedaan, echter zonder succes en dat begrepen we nu. Email hebben ze niet en op de kaart die we stuurden kwam geen reactie. We arriveerden uiteindelijk op een soort camping met wat ze hier noemen mobile homes.
Wij zouden zeggen grote stacaravans. We vonden het juiste nummer maar geen teken van leven. Wat nu?  Op naar de buren!

Naaste buren niet thuis, iedereen is hier aan het werk. Ietsje verder stond een kinderwagen buiten maar de moeder kende Coby niet,
Zij kende wel iemand anders die contact had met Coby via de kerk.
Wij daarheen.  Ze was op vakantie, haar zus uit Vancouver paste op het huis maar had geen idee van Coby of kerk.  Op de camping zouden we niet verder komen.
Dan maar op zoek naar een kerk in het dorp.                                         

opa Gerrit met zijn broers Cornellis, Dirk en Aart.
We vonden er een, gesloten. 
Ook geen gegevens op de kerk.
Naar het huis naast de kerk, geen idee wie de preacher was. Blijkt een preacher minister (= dominee)  te heten maar dat wisten we niet.
De koster noemde ik de guard of the church maar ook die vraag leverde  slechts opgetrokken wenkbrauwen op.  Ietsje verder was een school, daar maar proberen.
Ook geen succes!
Pim begon de hele onderneming inmiddels Spoorloos te noemen en ik werd een beetje ongerust.
Zonder Coby te hebben ontmoet terug naar Nederland?
Dat nooit!

Er was een kleine supermarkt in het dorp, daar maar naar toe.
De cassiére was weinig geïnteresseerd en verwees ons naar het informatiekantoor van de gemeente.
Wij daar naar toe.
We vertelden de beambte van het kantoor dat we uit Holland kwamen en op zoek waren naar een van oorsprong Nederlandse vrouw genaamd Coby, ongeveer 70 jaar oud en gehuwd met Jacob Offerein.
Haar hele gezicht klaarde op.
Oom Dirk en tante Aly 25 jaar getrouwd.
Om hen heen vlnr Douglas, Margareth, Jan, coby, Hendrik en Jacog
"I know her, she is my friend, I will calle her.   She is with her daughter Gonda who lives here in the village."  
We waren verbijsterd!
Even later hadden we Coby aan de telefoon en ze sommeerde ons onmiddellijk naar haar toe te komen.  Ze zouden aan de kant van de weg staan.  En inderdaad, ergens stonden een oudere vrouw en vier kinderen aan de kant van de weg.  Daar moest het zijn. 
We stopten, stapten uit en begroetten elkaar.  Het was een warm welkom.

We bleven drie dagen.
Het was een feest van herkenning.
Gonda en haar man, vijf kinderen, ook twee ouders in huis.  Samen negen mensen.
Waar eten is voor negen, is er ook voor elf is hun uitgangspunt.
Het was of ik weer bij mijn oma was daar aten we soms ook met meer dan 20 mensen en kon ook altijd iedereen blijven eten en slapen.

Weer keken we fotoboeken en wisselden we informatie uit.

Coby, Jan, Hendrik, Jacob, Margareth, Douglas
Coby in haar rolstoel raakte niet uitgepraat in heel goed Nederlands.Soms even niet,  nieuwe woorden van na de oorlog.
Bij voorbeeld:  wil je de remote even geven?
Ik:  de wat?????????
De remote.  Ohh, de afstandsbediening. 
O, noem je dat zo in Nederland?
Wat een mooi woord:  afstandsbediening, ja afstandsbediening, nu weet ik het.
Na drie dagen namen we afscheid.
We zullen elkaar nooit meer zien.
Coby is oud,  haar man Jacob nog ouder.
We zagen het huisje wat haar schoonzoon Ken voor haar en haar man Jacob bouwt op zijn eigen terrein.  Wat zullen ze er gelukkig zijn met de kinderen en kleinkinderen op hen heen.

Het deed me goed dat ze de laaatste avond zei:
"Het was een goede beslissing van mijn ouders om na de oorlog naar Canada te emigreren.
We hebben het hier goed, beter dan we het in Nederland waarschijnlijk ooit zouden hebben gehad".
Ik was er blij mee.
Niets zo knagend dan spijt over besluiten in het verleden.
overgrootmoeder met coby en jan
Met Gonda, Ken en de kinderen zullen we contact blijven houden.
Hun oudste dochter Naomi wil bakker worden.
Was mijn opa ook in Doorn, de appel valt niet ver van de boom!
Heel grappig!






zondag 22 september 2013

Een rondje Sooke

Vanuit Victoria kun je een rondje Sooke rijden.
De weg voert voor een groot deel langs de oceaan, van Victoria via Sooke naar port Renfrew aan de zuidkant van het eiland en via Lake Wowichan, Duncan en Shawnigan Lake weer terug naar Vancouver.  Een dagtocht van ongeveer 100 km.                        
Dagtocht niet vanwege de afstand maar de wegen zijn hier narrow and windy.
En je stopt nog al eens om van het uitzicht te genieten of een trail te maken.
Een trail is een uitgezette wandeling, tamelijk kunstmatig aangelegd en van geringe afstand.
Het is meer een loopje dan een wandeling.

Met name de route van Sooke naar port Renfrew is prachtig We genieten.  Ongeveer 35 km. vanaf Victoria ligt het East Sooke Park, een 1400 ha. groot wildpark.
Daar maken we een echte wandeling van ruim een uur.
Er is ook een trail van 16 km. die langs de kust voert maar die gaat ook over de rotsblokken waarvan het boek verhaalt dat die glanzend en glibberig zijn en dat is weer net iets te veel voor ons 65-plussers. 

Op de klippen zien we aalscholvers maar zeeleeuwen die zich hier dikwijls koesteren in de zon doen dat vandaag niet.  Jammer!
In Sooke zijn de befaamde houthakkerswedstrijden die de sterkste houthakker van het jaar opleveren.
Het stadje toont veel afbeeldingen van gespierde mannen die hun kracht en kunsten tonen.
In het museum zien we een film van de wedstrijd van het afgelopen jaar.
Klits, klets, klats en een hele dikke stam is doorkliefd. 
In Port Renfrew maken we een echte wandeling langs de Inlet,  een soort kloof waar het water diep het land binnendringt.
Hier begint ook de West Coast Trail, een meerdaagse wandeltocht langs de kust door enkele van de laatste nog resterende regenwouden hier en de droom van iedere hiker.   
De geschiedenis van de trail begint triest. 
Sinds 1880 hebben meer dan 20 schepen schipbreuk geleden op de rotsen. Niet ten onrechte spreekt men daarom hier over de begraafplaats van de Grote Oceaan. 
Al in 1890 werd begonnen met werkzaamheden aan een provisorisch pad door het oerwoud om gestrande zeelieden sneller te kunnen helpen.Nadat in 1906 het stoomschip Valencia in een zware januari storm aan de grond was gelopen en bijna de hele bemanning om het leven kwam besloot men het pad uit te breiden tot een bruikbare reddingstrail.
Alles moest met primitieve werktuigen en met materiaal dat beschikbaar was in de natuur gebouwd en aangelegd worden, meer dan 20 bruggen, talrijke hutten met nooduitrusting en proviand en een telefoonlijn
Tot ver in de jaren vijftig van de 20e eeuw waren de linemen van de telefoon en het vuurtorenpersoneel de enige blanken in de omgeving.                            
 
Toen de schepen veiliger werden en de reddingsmethoden moderner ging de trail langzaam weer in het oerwoud op.
De regering besloot in 1969 de West Coast Trail te restaureren en in te voegen in het Pacific Rim National Park.    Drassige stukken weg, erosie, steile hellingen, glibberige rotsen en boomstammen, woeste wateren, sterke branding en getijden maken de 72 km. lange tocht die acht dagen duurt heel zwaar. Voor ervaren wandelaars geen reden tot paniek.
Wie gaat?
Els?
Marie Louise?

65 km. verder kom je in Port Renfrew aan de San Juan Inlet, een logging town die leeft van bosbouw en visvangst.  Je eet er heerlijke zalm, Kockeye en Chum maar ook zoetwatervis uit de meren zoals forel.  Wij lunchten er met fish and chips.
De fish, heerlijke kabeljauw met een knapperig korstje zoals het hoort.
De chips niet te eten: slap en vet!
Jammer!

Vanaf Port Renfrew loopt de tocht landinwaarts langs twee grote meren weer terug naar Victoria.