De eerste ter gelegenheid van de vijfjaarlijkse inwijding van de huistempel.
De tweede betrof een uitnodiging voor de crematie van de buurman die 23 december overleed.
dat rode hoopje boven op pims bord is de lawar |
Ieder huis hier in Bali heeft zijn eigen huistempel en iedere vijf jaar moet die tempel opnieuw ingewijd en gezegend worden. Dit gebeurt door de holy man, de priester.
Hij wordt bijgestaan door enkele, meestal vrouwelijke assistentes.
De avond ervoor start men met het bereiden van het voedsel en de offerandes.
Mandjes worden kunstig gevouwen en gevuld met bloemetjes, fruit, rijst en wierrook.
Alle kleine mandjes worden in grotere gezet tot ze naar de tempel worden gebracht.
Intussen starten vroeg in de morgen de mannen met het roosteren van "de pig", het varken.
Hoe groter het varken, hoe rijker de eigenaar van de tempel. En al ben je geen belijdend Hindoe, je moet wel mee in de rituelen want anders voelt het personeel zich niet veilig in je huis en tuin of erger nog, wil niet bij je werken.
Bij de vorige wijding van de tempel b.v. was de priester één hoek van het zwembad vergeten te zegenen en nu waren er al drie keer ongelukken gebeurt juist op die hoek.
Het personeel meed de hoek van het zwembad.
Deze keer zou de hoek een extra beurt krijgen!
Overigens laat je als welgestelde, meestal Westeuropese eigenaar van een villa het werk over aan je personeel. Die deze werkzaamheden graag uitvoert. Het is immers om de huisgoden tevreden te stellen?
Het feest startte met een maaltijd waarin lawar het belangrijkste gerecht was.
Daarbij rijst en een soort saucijsjes.
Lawar is gemaakt van het bloed van het varken vermengd met geraspte kokosnoot en veel kruiden.
Van de organen van het varken, kostelijke delen in dit land, worden de saucijzen gemaakt.
Tijdens het koken en braden van de organen worden veel kruiden toegevoegd.
Vervolgens worden de darmen gewassen en gespoeld en na drogen gevuld met de orgaanbrij.
De zo ontstane saucijsjes worden gebraden en geserveerd met de lawar en de rijst.
Bescheiden als we zijn namen we een klein hapje lawar, een saucijsje en rijst.
Toen ik een hapje van mijn saucijs nam werd net het geroosterde varken binnengebracht.
Ik schrok van de grootte en dacht: "Oh je, je zult het feestvarken maar zijn."
En ik moest toch een keertje extra slikken voor het stukje lever dat zich in mijn mond bevond.
De maaltjd ging gepaard met veel drank: bier, wijn en arak, de plaatselijke jenever.
Na de maaltijd arriveerde de priester en startte met de ceremonie.
Wij gingen op de grond in het gras zitten, hielden net als de Balinezen de handen gevouwen voor ons hoofd, de bovenarmen horizontaal. Wel vermoeiend trouwens als je net jarig bent geweest en weer een jaartje ouder. Veel gebeden werden gepreveld en de gasten besprenkeld met tirtha, heilig water. Heerlijk in dit klimaat. Tot slot nog wat bloemetjes in het haar of achter het oor en het echte feest kon beginnen.
En dat is het verorberen van het varken.
Dol zijn ze hier op zo'n varken. Met namen het crispy vel is een traktatie.
De kinderen lopen te genieten door de tuin al sabbelend aan hun stuk vel.
Aan ons is zo'n varken niet zo besteed.
Ook dit keer namen we overal een klein stukje van.
Onze gastvrouw kwam van een boerderij en dat was te zien.
Behendig sneed ze het in mijn ogen inmense varken in hanteerbare stukken en deelde uit.
's Middags om een uur of vier gingen wij naar huis.
Grote delen van het varken gingen met het personeel mee naar huis.
En de tempel? Die kan er weer tegen de komende vijf jaar.
En mocht er toch een ongeluk gebeuren bij de hoek van het zwembad....................
dan laat ik jullie dat weten.