Zo, daar zijn we weer vanuit een warm Bali.
De zon schijnt volop en buiten is het 32 graden, binnen nog iets warmer.
Wij zijn er inmiddels aan gewend.
En dat mag ook wel na bijna twee maanden.
Even bijpraten:
Op 5 november bracht Joop ons naar Schiphol.
En na een voor spoedige reis kwamen we de volgende dag om een uur of zes aan in Jakarta.
Daar hebben we een nachtje geslapen en de volgende ochtend met de eerste vlucht door naar Jokjakarta. Het weerzien met Nonie, Egbert, Samoedra en Ilyas was fijn.
Samoedra is een echte peuter geworden en Ilyas is zo'n beetje baby af met zijn 6 maanden.
Egbert was aan het werk op de berg Merapi met een theatergezelschap en kwam wat later.
We verbleven in hetzelfde hotel als de vorige keer, guesthouse Venetia.
Ongeveer tien minuten verwijderd van Egbert en Nonies huis en drie huizen verder in dezelfde straat als de school van Samoedra.
Ibu was er ook, zij logeerde bij Egbert en Nonie.
De kadootjes waren zoals gebruikelijk een groot succes.
Samoedra blij met zijn houten trein, Ilyas met zijn rupsjenooitgenoeg, Ibu met haar lipstick en Nonie met de Trollbeadsbedel. En daarnaast blij met nog vele andere geschenken.
Zoals altijd veel te veel!
In Jokjakarta zijn we een week gebleven.
Om twaalf uur haalden we Samoedra uit school, gingen dan met de trein spelen, zwemmen, stukje wandelen, slaapje doen, eten en om een uur of zes brachten we hem weer naar huis.
Ook gingen we een dag met de auto de berg op om naar een voorstelling van Egberts groep te kijken.
Lokale bewoners hadden een toneelstuk gemaakt waarin zij de gevolgen van de mechanisatie van de verbouw van rijst speelden. Dit alles met beperkte middelen en zelf gemaakte requisiten.
Die gevolgen zijn drastisch voor de kleinere boeren, bleek uit het stuk.
De irrigatiewerken, wie kent ze niet die kleine dijkjes tussen de sawa's, worden kapot gereden door de grote machines. Kunstmest maakt drie oogsten mogelijk. Echter de aarde wordt uitgeput door monocultures. Er moet steeds meer gespoten worden.
Kleine boeren worden uitgekocht voor een appel en een ei en verliezen hun land.
Worden in ieder geval werkloos, soms dakloos.
Het was fantastisch te zien hoe het toneel werd opgebouwd na enkele dagen bamboe-bouwen en hoe de spelers b.v. grote dorsmachines uitbeelden.
En zoals altijd in Indonesiƫ is er eten, heel veel eten.
Gekookt door de vrouwen van de spelers.
Na afloop van het stuk gaan de spelers in gesprek met de toeschouwers.
Ik herkende de werkvorm uit mijn eigen Open Schooltijd: BOAL-theater.
Nog steeds een heel effectieve werkvorm om problemen aan de orde te stellen.
Na een heerlijke week in Jokja vlogen we door naar Denpasar op Bali.