Vanaf Culik rijden we naar Amed en daar volgen we de meest oostelijke kustweg.
Bergie op, bergie af, je snapt het, herhaaldelijk eruit.
Onze Jimmy heeft slechts 974 cc, lezen we nu in de papieren en is bovendien 19 jaar oud.
Nu snappen we dat hij er moeite mee heeft de hellingen te nemen.
Lukt het niet in één keer dan Jimmy met Pim achter het stuur achteruit de helling af.
Beneden gassen voor een aanloop en duimen, bidden, hopen dat je in zijn één naar boven komt.
Dat lukte gelukkig steeds.
En als je het voor de vierde keer doet is er al niet zo veel engs meer aan.
Het is een slechte weg, veel kuilen en gaten.
Ook vanaf deze kustweg zijn de uitzichten geweldig.
Je passeert veel kleine, eenvoudige dorpjes waar het leven zich rond het huis afspeelt.
Vader hangt op zijn bale, moeder doet de was, de kinderen lopen rond en spelen met wat zich voordoet. Veel warungs waar ieder iets probeert te verkopen.
Duidelijk een van de armere gebieden van Bali.
De nacht brengen we in Jasi door in een hotel aan zee.
De volgende dag rijden we via Amlapura waar we het koninklijk paleis bezoeken naar Candidasa.
We waren hier enkele jaren geleden en besluiten nog eens een kijkje te nemen op het resort wat toen werd gebouwd.
Na enig zoeken vonden we de plek. Bugbug is de naam van het dorpje.
Het resort is door een nieuwe eigenaar afgebouwd en ziet er goed uit.
Het zwembad is bijna klaar en er is nog plek voor vier huizen.
Na Bugbug rijden we naar White Beach, een kleine baai met prachtig wit strand even verder dan Bugbug. Heerlijk lunchen net als toen met verse vis van de bbq.
De volgende dag bezoeken we het havenstadje Padangbai waar we ooit op kerstavond met de boot van Cor en Olga lagen op weg naar de Gili's.
En waar we Cors 65e verjaardag vierden in de Blue Lagoon.
Aan de westkant van de baai ligt een moderne veerhaven.
Regelmatig vertrekken hier de veerboten naar het buureiland Lombok.
En we bezoeken Goa Lawah, de vleermuizentempel.
Dit stinkende heiligdom wordt tot de negen belangrijkste staatstempels gerekend.
In de grot huizen duizenden vleermuizen die als heilig worden beschouwd.
De gelovigen komen naar de tempelgrot om eerbied te betuigen aan twee mythologische slangen.
Twee stenen tronen zijn gewijd aan Sanghyaang Basuki, de Heer van de slangen en de wereldslang Antaboga.
Volgens de gelovigen strekt het grottenstelsel zich uit tot aan de 20 km. verder gelegen Pura Besakih aan de voet van de Gunung Agung, waardoor er een verbinding tot stand komt tussen de kosmische tegenpolen berg en zee, of ook wel boven- en onderwereld.
Klungkung rijden we voorbij, eind van de middag komen we aan in Bangli waar we overnachten.
Er is geen restaurant.
Maar niet getreurd, de dochters brengen ons achter op de motor naar een soort Chinese take away waar we van alles uitzoeken. Ik kies voor vijf soorten kip.
Thuis gekomen serveren zij alles netjes op borden in de bale.
Zelfs voor een Bintang wordt gezorgd.
We hebben een leuke avond.