donderdag 28 maart 2013

De tempel van Bangli en Pengelipuran.

's Morgens worden we verwend met een heerlijk ontbijt.
Diverse potjes eigengemaakte jam met een lepeltje erin, lekker brood, eitje, kopje koffie, helemaal goed!  We zijn de enige gasten in dit hotel en we hebben niet de indruk dat hier veel gasten komen.
Het hotel is tegen de bergwand gebouwd en op diverse terrassen zijn zalen.
Buiten staat een enorme hoeveelheid parasols.
We krijgen de indruk dat het meer een complex voor bruiloften en partijen is.
Maar wat doet het er toe?  Men is blij met onze komst en wij met de prachtige kamer.
Wel een beetje vreemd dat in onze nieuwe kamer die nog ruikt naar de verf geen wastafel is.
Je moet je tanden dus poetsen onder de kraan van de douche, wel een hele mooie kraan zoals alles hier heel mooi, degelijk en nieuw is maar toch vreemd.   
We hopen niet dat ze in de andere kamers de wastafels ook vergeten zijn.
Zo zonde van het tegelwerk als je alles weer moet slopen.

In de vroege ochtend rijden we, uitbundig nagezwaaid door het gezin van de waard richting de tempel van Bangli.  We hadden het kunnen lopen maar hebben liever de helling eerst genomen.  Toch altijd maar weer even afwachten of we het halen.  974 cc is weinig, daar kan ik nu over meepraten.
Bij het hotel staat een wat steviger uitziende jeep met allemaal vaten dus Pim heeft al bedacht dat we in ieder geval boven komen. Hetzij op eigen kracht, hetzij getrokken door de vatenjeep.
Maar op eigen kracht komen we hijgend boven.  Gelukkig!
Nu naar de tempel.

Eerst nog het dorp door.
Bangli is eigenlijk wel een grote stad,  30.000 inwoners. Vroeger het middelpunt van een uit de Gelgeldynastie voortgekomen koninkrjk.  Het ligt op een hoogte van 500 meter.  Oef, oef!
De bewoners van Bangli zijn er trots op dat ze Pura Kehen, één van de negen staatstempels binnen hun stadsgrenzen hebben.  Het uitgestrekte tempelcomplex ligt verspreid over meerdere terrassen op de flanken van de Bukit Bangli.  Grillige stenen figuren omzomen de opgang van de trap die naar de hoofdpoort voert.  Het heiligdom dateert uit de elfde eeuw. boven het portaal verspert de muil van een kala-kop  de kwaadwillige onderwereldwezens de toegang.
In de buitenste tempelvoorhof staat een enorme banyanboom met grote kulkul trommels tussen de takken.

In de bakstenen muren zijn kostbare porseleinen Chinese borden ingemetseld.
Een met beelden overladen poort voert naar de tweede hof waar vroeger de kroningsceremonies voor de heersers van Bangli plaatsvonden.  Het optische hoogtepunt van het tempelcomplex vormt een elf verdiepingen hoge mera in het allerheiligste van het bovenste terras.
Hier wordt de hindoe god Shiva vereerd.
Net als in alle Balinese tempels zijn in de Pura Kehen naast de tempelgodheid ook andere goden vertegenwoordigd.
Een rijk versierde lotustroon in het binnenste tempelcomplex is gewijd aan de hindoeïstische drie-eenheid Brahma-Vishnu-Shiva.
Op de top van de Bukit Bangli staan nog drie kleine tempels. Een half uur wandelen omhoog, te veel voor ons.
Die hebben we dus gemist!

We drinken na afloop een kop koffie, ook een juice en rijden dan 6 km. verder naar Pengelipuran dat zichzelf  Dessa Tradisional noemt.
We hadden gelezen over de bouwwijze van een traditionaal dorp en wilden dit graag met eigen ogen aanschouwen.
Afrikanen, mam, als een boom, had je moeten zien

Een Balinees dorp bestaat niet uit een willekeurige verzameling boerderijen en huizen maar is ingedeeld volgens strenge principes.
Alle dorpen zijn opgezet en gebouwd volgens de kosmische ordening.
Dat betekent dat men bij de planning rekening houdt met een denkbeeldige as die loopt tussen de zee, het rijk van de demonen, de onderwereld en de bergen, het rijk van de goden, de bovenwereld.
eenvoudige offerplaatsen
De hoofdstraat loopt van de kant van de zee in de richting van de bergen en wordt in een rechte hoek gekruist door smalle straten.
Pengelipuran is volgens deze kosmische ordening in drie zones verdeeld. In elk van deze zones staat een tempel die met de betekenis van de zone overeenstemt.  Bezoekers betreden het dop vanuit een zijstraat die ongeveer in het centrum van het dorp op de hoofdstraat uitkomt.  Ga je naar rechts dan kom je in het bovendorp, het deel naar de bergen gekeerd.
Hier staat de oorsprongstempel, de Pura Puseh, gewijd aan de scheppende god Brahma en de vergoddelijkte voorouders.
Sla je linksaf dan kom je op een groot plein met rondom gebouwen.
De belangrijkste gebouwen zijn de Pura Desa, de dorpstempel gewijd aan de wereldbeschermer Vishnu en de gemeenschapshal, de Bale Agung.  Wij zouden dit het dorpshuis noemen.
Voorbij de laatste binnenhof, in de richting van de zee, ligt de dodentempel, Pura Dalem.

Dit is de verblijfplaats van Durga, godin van de dood. Niet ver hier vandaan is de begrafenis-  en verbrandingsplaats, die met name
's nachts door alle dorpelingen wordt gemeden.
Aan de hoofdstraat liggen de woonerven van de families waar je hartelijk welkom bent om een kijkje te nemen.  Wat opvalt is dat hier overal prullenbakken staan langs de kant van de weg en dat je ook geen papierje op de grond vind.  Tradisional kan dus ook heel schoon zijn.
Na ons bezoek rijden we verder richting Daun Batur, het Baturmeer.  De verhuurder van de auto had ons gewaarschuwd hier niet te stoppen. De bevolking zou je banden lek steken of naalden op de weg leggen en dan voor veel geld de boel repareren. Ze had verscheidenen klanten met deze klacht gehad en waarschuwde ons al van te voren dat deze schade niet verhaalbaar was op haar.
Natuurlijk stopten we bij het meer om te genieten van de prachtige kraters en het vulkaanlandschap.  Maar we parkeerden de Jimmy toch zodanig dat we al etende een oogje op de wagen konden houden.
Lake Batur is prachtig, aanrader voor wandelaars.
Niet voor ons dit keer, wij moesten onze auto inleveren om 18.00uur.
Rechtstreeks reden we door naar Lovina.

Jimmy, leuke auto om te zien.
Geef mij maar een Toyota Yaris, of een andere Susuki.
Eens en voor altijd genezen van een jeep!