woensdag 15 januari 2014

Kerst 2013 op Lembongan

Wanneer je op het meest zuidelijke puntje van Bali staat en je kijkt uit over de BadungStrait zie je een groepje kleine eilandjes.  Het grootste eiland is Nusa Penida.   Daarnaast liggen twee kleinere eilandjes die met een smalle brug met elkaar verbonden zijn: Nusa Lembongan en Nusa Ceningan.
Nusa Lembongan is slechts 8 km2  kilometer groot en Wiki travel zegt er over:  "This island paradise is a fine place just to put your feet up and relax".  Als we dan ook nog in de LP lezen dat het eiland verboden is voor auto's is ons kerstplannetje geboren.            
Wij gaan de kerstdagen op Lembongan doorbrengen.                   
 En óf en hoe die voeten up komen zien we wel.

We zoeken uit hoe we er kunnen komen en bespreken de taxi van Mr. Mandiri die ons 's morgens om 6 uur ophaalt.  Weer de tocht over de bergen naar het zuiden.
We kunnen de weg inmiddels dromen.
Hij zet ons af in Sanur waar je bij Perama kaartjes boekt voor de overtocht naar Lembongan.
Er zijn diverse mogelijkheden: dure speedboten die je in topsnelheid in een half uur naar het eiland brengen, zelfs een helicopter maar ook zgn. busboten.  Eenvoudige houten schepen met aan weerszijden in de boot houten banken en achterop drie buitenboordmotoren.  Deze boten varen in ongeveer een uur naar het eiland. De zon staat hoog aan de hemel, wij hebben wel zin in een vaartje over zee.  Dus we boeken de busboot.

We lunchen nog even aan het strand en stappen dan met de slippers in de hand op blote voeten over het strand, waden een stukje door de zee en stappen dan in de boot.  Onze bagage wordt gelukkig gedragen en we komen droog aan boord. Het is een heerlijke tocht.  Na ruim een uur meren we aan op Lembongan.
Ons paradijs in de tropen voor de kerstdagen.

Via informatie van Trip Advisor hebben we een huisje geboekt aan zee.
Het heet Scobidoo en we zijn benieuwd waar het is en hoe we er moeten komen. 
Het blijkt ongeveer 100 meter naast de aanlegplaats van Perama te zijn.  We zijn er dus snel, kijken tevreden rond in de ruime bungalow en installeren ons.  Dat betekent tandenborstels plus pasta in de badkamer, kleding in de kast. Veel heb je niet nodig voor vijf dagen dus snel klaar.  Ons resort, nou ja, zeg maar resort-je (welgeteld 3 bungalows)  heeft een restaurant met uitzicht en gehoor op de zee.We bestellen een Bintang met wat garnalen en laten de omgeving op ons inwerken.  Daar hebben we niet veel tijd voor want als overal in de tropen valt de duisternis binnen 30 minuten op ons en is het pikdonker.  Er zijn hier geen auto's, dus ook geen brede wegen maar een soort paden langs het strand. Wel verhard, we horen brommers rijden. Eerste verkenning levert op dat de paden weliswaar verhard zijn maar niet vrij van grote gaten en kuilen en we besluiten deze avond in het hotel te blijven. Vanzelfsprekend eten we ikan bakar in het restaurant met nog meer Bintang.  Heerlijke maaltijd!

De volgende dag gaan we op verkenning uit.
We verlaten ons huisje te voet en lopen willekeurig het dorpje in.
Het begint te stortregenen, niet zo'n beetje maar met bakken komt het uit de hemel.
In no time is de weg een rivier, wij doorweekt tot op het bot en waden we tot onze enkels door het water. Er is een hele grote ceremonie aan de gang voor de nieuwe tempel.
Die nieuwe tempel wordt ingewijd en en passant wordt er om mooi weer gevraagd zodat er veel toeristen zullen komen met kerst.

Gelukkig zijn enkele winkeltjes open en we slagen erin een scooter te huren.
We boeken hem voor één dag, niet voor vandaag maar voor de dag erna.
En alleen als het droog is.               
Als we de weg niet zien omdat die onder water staat lijkt het ons niet lekker rijden op onbekend terrein.  We keren terug naar ons huisje en lezen een boek.
Ik ben bezig in Jihad met sambal van Step Vaessen, voormalig correspondent van NOS en NOVA in Indonesië.  Een boeiend, prettig boek om te lezen. Het gunt je een bijzonder kijkje achter de schermen van de Indonesische samenleving en ook in het leven van Step Vaessen zelf.  Ook lezen, zou ik zeggen.
De hele dag blijft het regenen.
Maar ............... verzekert de staf ons, in de tempel wordt gebeden voor mooi voor morgen.  En als de goden ons welgezind zijn schijnt morgen de zon, zo niet dan waren de offers niet groot genoeg en zal er meer geofferd moeten worden.
De dag gaat voorbij met naar de lucht kijken, lezen en lekkere dingen eten.