Wij wonen op de Beach Drive in één van de buitenwijken.
Met de auto is het ongeveer 10 minuten downtown.
We deden al eens een poging met de fiets maar dat bleek met name voor mij te heuvelachtig.
Vaak liep ik met de fiets in de hand heuveltje op en op de fiets dan weer heuveltje af.
Maar dat schiet niet op!
Bovendien deden mijn versnellingen, ik geloof 17, (alles is hier groot en veel) het niet of ik kon er niet mee overweg. Dat kan ook!
Vergeleken met de rust in Vancouver is het hier in Victoria nog rustiger. Ik schreef al eens dat in de boekjes Victoria een slaapstad wordt genoemd. Geen wolkenkrabbers en heel veel openbaar groen in de vorm van tuinen en parken. Een veel kleiner, overzichtelijk centrum met een gezellige haven midden in de stad. Veel vrijstaande huizen en door al die huizen is de oppervlakte van de stad enorm terwijl er minder mensen wonen dan in Utrecht.
Breanne vindt Vanacouver een drukke, agressieve stad.
Kun je nagaan!
De stad heeft een rijke geschiedenis maar wel een korte. Voert terug tot midden 19e eeuw.
Aboriginalkunst loopt verder terug in de tijd, daar moeten we ons nog in verdiepen.
De natuur is overweldigend.
Met Colin en Lesley, eigenaren van ons vakantiehuis ruilden we niet alleen het huis maar ook de auto. Breanne noemt het de kleine auto, het is een Mazda, in onze ogen een grote auto. Er staan hier op het parkeerterrein bij ons huis trouwens 3 auto's. Wij gebruiken de Mazda, hij heeft een automaat. Fijn daar zijn we aan gewend. Verder is er nog een grote personenauto, zo'n vierkante doos en een pick-up.
Dat is een auto met een open laadbak waar je van alles op, aan en in kunt hangen. We zien ze met een soort caravan erop, met een boot erachter en met een extra auto erop, een quat.
't Is even wennen maar al heel snel rijden we alsof we in onze eigen Skoda zitten. Wat zullen de Canadezen hem klein vinden.
We kiezen voor de Beach Road, een scenic route langs de oceaan.
Iedere bocht is een nieuwe ansichtkaart.
Na een minuut of tien parkeren we onze auto downtown Victoria aan de rand van de weg.
Alles is hier op zondag open.
Boven de haven torent een met klimop overwoekerd kasteel uit, het Empress Hotel.
Het boek vertelt dat men elkaar hier ontmoet voor de afternoon tea of geniet van currygerechten naar origineel koloniaal recept.
't Is inderdaad een indrukwekkend gebouw.
Ook in de oude stadskern hangt een Engelse sfeer. Sommige winkeltjes hebben nog van die gepolitoerde toonbanken en etalages met glas-in-lood.
Keurig geklede clerks bieden chocolaatjes, thee, tweed, porselein, Iers linnen en Schotse wol aan.
Bij de Tobacconist's worden de sigaren aangestoken met een gasvlam, niet met een benzineaansteker. Er is hier ook een keur aan exquise pijptabaksoorten te vinden die ook kunnen worden gemengd.
Dit engelse uiterlijk van Victoria is een public relationsmaatregel van de gemeenteraad met als doel het imago van de stad op te poetsen. De bezoekers zijn er dol op!
Old Town Victoria is het oudste stadsdeel.
Vroeger hoofdkwartier van de Hudson's Bay Company.
Veel gebouwen en pleinen uit de 19e eeuw zijn gerestaureerd.
Zoals het Bastion Square aan Wharf Street. Nu is het een gezellig plein waar artiesten hun kunsten vertonen. Ook heel mooi vonden we Market Square, gerestaureerde gevels van historische gebouwen aan een charmante binnenplaats, omgeven door verschillende niveaus met specialiteitenwinkeltjes en restaurants.
Een blok verder loop je door de met marmeren leeuwen en keramiektegels in Taiwan vormgegeven gelukspoort Chinatown binnen.
Een bonte mengeling van oosterse kunst, souvenirwinkeltjes, kruidenapotheken, restaurants en levensmiddelenzaken. Drukte van belang!
Het geografische middelpunt van de stad is de Inner Harbour.
De promenade is versierd met bloembakken en bankjes waar het lekker zitten is.
Dat doen we dan ook onder het genot van een in Chinatown gekocht broodje. We genieten van ons panoramisch uitzicht op zee. Het is een komen en gaan van zeiljachten, oude schuiten, opstijgende en landende watervliegtuigen en veerboten die bezoekers komen afleveren of halen.
De Parliament Buildings, huisvesting van het provinciaal bestuur, beheersen de zuidelijke kant van de haven.
Dit pompeuze complex werd in 1898 voltood door Francis Rattenberg, Victoria's bekendste architect.
We kwamen zijn ontwerpen eerdere tegen in Vancouver.
Op de met koper bedekte grote koepel prijkt een verguld beeld van de nationale held van de provincie, kapitein George Vancouver.
Het Royal British Museum laten we voorlopig voor wat het is. Te mooi weer om binnen te zijn en we hebben nog weken de tijd. We eindigen onze tocht met een bezoek aan het Thunderbird Park. Daar vind je een representatieve verzameling totempalen van de Indianen van de Westkust. Op het terrein staat ook het Helmcken House, een van de oudste gebouwen van de stad, 1852!