woensdag 14 mei 2014

St. Pieter


Op 22 april, derde paasdag besluiten we naar de St. Pieter te gaan.  We verwachten dat het de dag ná Pasen minder druk zal zijn maar deze verwachting gaat in rook op.
Het is duidelijk dat veel men-sen ervoor kiezen de dagen rond Pasen in Rome door te brengen.
Als centrum van het roomskatholieke geloof trekt de Sint Pieter bovendien pelgrims aan uit de hele wereld. Met de bus reizen we naar de metro en vandaar naar de St. Pieter. Ondergronds is een snelle route. Als je naar de kerk loopt zie je de koepel steeds verder achter de enorme gevel verdwijnen. Dat is de schuld van de man wiens naam prominent op de gevel staat, paus Paulus V van Borghese, die Maderno opdracht gaf het oorspronkelijke grondplan voor de kerk van Michelangelo, een Grieks kruis (+), te veranderen in een Latijns kruis met lange verticale poot. Niet zo bekend is dat de St. Pieter korte tijd een toren heeft gehad. Bernini, opvolger van Maderno als architect van de St. Pieter begon in 1641 naar het idee van zijn voorganger met de bouw van een linker en rechter geveltoren.  Maar net als tien jaar eerder bij het Pantheon had Bernini ook heer geen geluk met zijn torens. Er kwam er maar één en die werd al na vijf jaar afgebroken. Van de vijf toegangspoorten is de meest rechtse de Porta Santa of Heilige Deur, die eenmaal in de vijfentwintig jaar door de paus wordt geopend. In dat jaar, het zgn. jubeljaar klopt de paus aan de deur met een koperen hamer. De deur gaat van het slot en blijft het hele jubeljaar open. De meest linkse toegang is de Deur van de Dood met bronsreliëfs van Giacomo Manzu.
De enorme kerk is 187 meter lang en het met marmer beklede interieur bevat 11 kapellen en 45 altaren. Alle voorzien van een enorme rijkdom aan kunstschatten.  Sommige zijn uit de oorspronkelijk basilica gered en andere zijn werken van kunstenaars uit de late renaissance en barok. Een groot deel van de decoratie is echter omstreeks 1650 door Bernini uitgevoerd. De twee zijbeuken zijn 76 meter lang en komen samen onder Michelangelo's geweldige koepel.
Omdat alles in deze kerk in proportie is zie je pas hoe groot het allemaal is als je er vlak bij staat. De engeltjes bij het wijwatervat blijken dan levensgroot. Het baldakijn boven het pauselijk altaar lijkt onder de enorme koepel ook niet zo hoog maar is met zijn 27 meter even hoog als bij voorbeeld het Palazzo Farnese. Onder het baldakijn het pauselijk altaar, blikvanger in de kerk.
Het vult de ruimte op tussen de vier machtige pijlers waarop de koepel rust. Niet te missen is natuurlijk de Pietá, in de eerste zijkapel rechts. Michelangelo was 24 jaar toen hij dit beeld maakte. Tegenwoordig staat het hoog opgesteld achter pantserglas, sinds in 1972 een gek er enkele splinters af sloeg. Er is het grafmonument van paus Clemens X111 met de wakende en de slapende leeuw die respectievelijk de godsdienst en de Rouw voorstellen. Er is het beroemde beeld van de apostel Petrus uit de dertiende eeuw. Ook prachtig is het monument van paus Alexander V11. Bernini voltooide zijn laaatste werk in 1678. De ;paus zit tussen beelden die Waarheid, Gerechtigheid, Barmhartigheid en Wijsheid symboliseren. In veel kerken in Rome hangen nogal wat schilderijen maar niet in de St. Pieter. Veel is in mozaiek uitgevoerd. De hoge vochtigheidsgraad van het gebouw maakt het ongeschikt voor schilderijen. Een fragment van Giotto's 13-eeuwse moezaïek is gered uit de basilica en is nu in de Grotte. Een kopie van het hele mozaïek van Jezus en de vissende petrus op het Meer van tiberias siert nu het atrium. Op de voetstukken van de bronzen zuilen van het baldakijn boven het altaar is het wapen van paus Urbanus V111 (Barberini) met de drie bijen afgebeeld. Zevenmaal is boven het wapenschild een van pijn vertrokken vrouwenkopje afgebeeld. Op het achtste een lachtend kinderhoofdje. Bernini heeft hier de bevalling van Anna Colonna, de lievelingsnicht van paus Urbanus V111 uitgebeeld. De reeks begint links van het altaar.
Met de bouw van het baldakijn zou de paus een belofte inlossen: als de bevalling goed verliep zou hij het baldakijn laten bouwen. Het brons voor de zuilen haalde hij van het dak van het Pantheon. Behalve de kerk kun je ook de sacristie, de schatkamer, de crypte (met het graf van Petrus) en vele anderen en de koepel bezoeken.
De koepel weegt 56000 ton en rust op vier kolossale pijlers. Michelangelo stierf voor de voltooiing van de door hem ontworpen koepel De koepel is 136,5 meter hoog.  Hij had uitdrukkelijk gewaarschuwd de pijlers met rust te laten maar Bernini wist het beter en maakte in elke pijler een trap. Door Bernini's breekwerk kwamen er scheuren in de kerk en om erger te voorkomen werden er tenslotte door paus Benedicatus X1V vijf ijzeren randen om de koepel gelegd. Over Benedictus X1V wordt verteld dat iemand hem eens vroeg hoeveel mensen er werken in het Vaticaan.  "Ongeveer de helft", antwoordde de paus.
Met de koepel in de rug komt de prachtige symmetrie van Bernini's zuilengang geheel tot haar recht.

Historie:
Petrus is in 64 begraven bij de plaats waar hij is gekruisigd, het Circus van Nero. Op het graf van Petrus kwam in de 2de eeuw een heiligdom te staan.  Keizer Constantijn bouwde in 324 de eerste grote  basilica op de plaats van het graf. In de 15de eeuw bleek de kerk onveilig te zijn en werd gesloopt. Paus Julius 11 legde in 1506 de eerste steen voor een nieuwe kerk. In de 16de en 17de eeuw is ze herbouwd. In 1614 was de gevel voltooid, in 1626 is de nieuwe kerk gewijd.