donderdag 8 mei 2014

Wandelen door het centrum

Alle pelgrims en bezoekers uit het noorden kwamen vroeger Rome binnen door de Porta Flaminia, later de Porta del Popolo genoemd. Ook Luther kwam in 1511, toen hij nog Augustijner monnik was door deze poort Rome binnen. Waarschijnlijk sloeg hij dadelijk linksaf naar het klooster van de Augustijnen en de bijbehorende kerk, de Santa Maria del Popolo.  Het klooster is verdwenen maar de kerk is er nog wel, een schatkamer van religieuze kunst met werken van Bernini, Rafaël en Caravaggio. 
De Piazza del Popolo is ons startpunt voor een wandeling.
Vanaf dit plein lopen drie lange straten de stad in.
Wij kiezen voor de middelste, de Via del Babuino. Deze straat van de baviaan is genoemd naar een fontein met een beeld. De Romeinen vonden het beeld zo lelijk dat ze het  'de Baviaan'  noemden.   Het is van de Sprekende Beelden in Rome de meest bekende.
Sprekende Beelden zijn een soort anonieme uitlaatklep voor het volk.  Ideeën en besluiten van kerkelijke en wereldlijke overheden ontmoetten vroeger bij het volk niet altijd begrip, laat staan instemming. Dat is nog altijd zo. Ook het persoonlijk doen en laten van gezagsdragers werd en wordt kritisch gevolgd. Maar het was vroeger vaak riskant daar openlijk uiting aan te geven. Dat werd overgelaten aan de Sprekende Beelden.
Spotverzen, schimpscheuten, protesten en afwijkende meningen werden bij hen op briefjes aangeplakt of neergelegd.
We gingen naar enkele beelden op zoek.
de baviaan
In de Via del Babuino liggen de voetsporen van beroemdheden van vroeger en nu. De laatste groep logeert graag in het Hotel de la Russie, in 2000 gerestaureerd en gerenoveerd. Van langer geleden liggen hier de voetstappen van Goethe.   Frans Liszt was hier op vrijersvoeten met prinses Carolina von Sayn Wittgenstein en Wagner woonde en werkte hier.  Parallel aan de Via del Babuino loopt de Via Margutta, van oudsher de kunstenaarsstraat van Rome. Doorlopend kom je vanzelf op de Piazza di Spagna.  Aan de voet van de Spaanse Trappen is het meestal heel druk, nu ook.  Vlakbij zijn de Via Condotti en de Via Frattina, twee sjieke winkelstraten.  Daar sta ik me te vergapen in de etalage van de ontwerper Valentino, die o.a. Maxima kleedt.  Staat er een echtpaar naast me, zegt die man: "Koop toch een jurkje van Valentino.  Ik vind het leuk, jij vindt het leuk!"  Kosten tussen de Euro tien- en twintigduizend.  Zegt die vrouw:  "Ah nee, je moet alles met de hand drogen en daar heb ik geen zin in."
etaleren, een kunst!
Ben ik toch met de verkeerde man getrouwd!
Van de winkelstraten wandelen we naar het park Pincio.  Dit park ligt op een heuvel en was in de keizertijd al geliefd en ook in de 19e eeuw het favoriete uitje van veel Romeinen. Je hebt hier een prachtig uitzicht over Rome met de koepel van de St. Pieter in de verte.  Ghandi kwam hier graag.
Op de Pincio staan meer dan 200 borstbeelden van verdienstelijke Italianen. De vrouwen onder hen zijn op de vingers van één hand te tellen: het zijn er drie, en wel Catharina van Siena, Vittoria Colonna en Maria Grazia Deledda.  Maria Deledda schreef meer dan veertig romans.
Een belangrijk thema in haar werk is de confrontatie van eenvoudige, traditioneel denkende mensen met moderne maatschappelijke ontwikkelingen.  In 1926 ontving zij de Nobelprijs voor Literatuur.
We hadden nog nooit van haar gehoord.
Vanzelf komen we weer uit op de Piazza del Popolo waar we op een van de terrassen uitblazen.