In de omgeving van Yokyakarta schijnen nog heel veel niet ontdekte tempels te liggen.
Veelal begraven onder meters lavagrond afkomstig van uitbarstingen van de Merapi.
En als je zoveel hebt dan telt eentje meer of minder niet zo!
Egbert nam ons mee naar de nieuwe universiteit in Yokya waar ze tot hun grote schrik tijdens de nieuwbouw op een tempelcomplex qua vermoedelijke groote vergelijkbaar met de Borobudur stuitten. Opgraven zou de afbraak van de universiteitsgebouwen betekenen.
Wat te doen?
Het universiteitsgebouw was al grotendeels gereed.
Men besloot het tempelcomplex te laten voor wat het is, dat wil zeggen diep begraven onder de grond en door te gaan met de bouw van de universiteit.
Een klein stukje van de tempel werd uitgegraven en omringd door een wal.
Het ligt er nu als een soort mededeling: Ik zit onder deze universiteit!
Omdat we al enkele keren Borobudur en Prambanam hadden bezocht maakten we een plan om met de motor op zoek te gaan naar tempels die zo maar ergens in het landschap liggen.
Nauwelijks borden die aangeven waar ze zich bevinden, dus ook weinig bezoekers.
Candi Sambisari
Candi Sambisari is de eerste tempel die je vanuit Yokya tegenkomt als je richting Solo rijdt.
Het verhaal gaat dat een rijstbouwer met zijn schop op een steen stuitte, vervolgens heel veel meer bijzondere stenen vond en toen begreep dat die stenen onderdeel konden zijn van een tempel.
Onderzoek wees uit dat het hier ging om een Hindoe tempel gebouwd in de tiende eeuw.
Vanuit India verspreidde het hindoeisem zich in die periode over Java en werden de tempels heilige plaatsen. In 1966 werd de tempel gereconstrueerd, steen voor steen.
Het hele bouwwerk bevindt zich 6 meter lager dan de omringende grond.
Candi Sari
De tweede tempel die je tegenkomst is Candi Sari.
Deze tempel is gewijd aan Buddha. Gebouwd in de achtste of negende eeuw.
Men denkt dat het een plek was waar behalve de tempel ook een klooster was voor de monniken.
De decoraties zijn uitbundig.
Candi Plaosan
Candi Plaosan ligt ongeveer een kilometer verder dan Prambanan.
Gebouwd door Rakai Pikatan voor zijn vrouw Pramudya Wardhani.
Het is een combinatie van Hindu en Boedistische stijlen.
De tempel bestaat uit een Noordelijke en een Zuidelijke tempel die gelijk zijn, men noemt Plaosan ook wel de tweelingtempel.
Candi Kalasan
Op de terugweg richting Yokya passeer je vrijwel recht tegenover Candi Sari Candi Kalasan.
Die Pramudya zat goed in de tempels. Deze boedistische tempel, de oudste in de buurt van Yokya kreeg ze met haar man Pancapana als huwelijksgeschenk.
Panangkaran bouwde de tempel op verzoek van Boedistische monniken in de vorm van een kruis.
Men noemt de tempel ook wel Rara tempel.
Op het eind van de dag kwamen we verhit, vermoeid maar ook tevreden weer thuis.
Op zoek naar de tempels reden we vaak door een heel mooi landschap, langs prachtige rijstvelden over hele kleine weggetjes omzoomd door palmen.
Waar je zonder op zoek te moeten eigenlijk niet komt.
zaterdag 30 juni 2012
vrijdag 29 juni 2012
Nederlandse school in Yokyakarta
Toen we in het ziekenhuis waren voor controle van Nonie en Ilyas ontmoetten we daar Melle Jaarsma. Getrouwd met een Indische man, twee kinderen en al jaren woonachtig in Yokyakarta.
Zij vertelde ons dat er een Nederlandse school bestond in de stad, nota bene vlak bij ons hotel, dat ze die al weer heel wat jaren geleden met andere expats had opgericht en dat haar dochters die school ook hadden bezocht. Belangrijkste was natuurlijk ook dat ze erg tevreden was over de school.
De school is een taal- en cultuurschool aanvullend op ander dagelijks onderwijs in Indonesië.
Er zijn verschillende groepen, voor Samoedra is "de taaltuin" van toepassing.
Een soort peuterspeelzaal, ze noemen het taalspeelgroep voor kinderen van twee tot vier jaar gedurende drie ochtenden per week.
Bestemd voor kinderen met een Nederlandse of Vlaamse achtergrond.
Pim, Egbert en ik namen een kijkje.
Sabine, de juf, ontving ons en vertelde dat de ochtenden vooral gericht zijn op het vergroten van de mondelinge taalvaardigheid en het begrijpen van de Nederlandse taal.
Ook het wennen aan een dagstructuur vindt de juf belangrijk.
In de kring lezen ze prentenboeken, zingen Nederlandse liedjes en versjes.
De ochtend begint met spelen waaraan de juf heel actief mee doet.
Daarna activiteiten in de kring en de ochtend wordt afgesloten met lessencycli rond een thema waarin nieuwe woorden worden aangeleerd en geoefend.
Het eerste deel van de ochtend maakten we mee en dat was reuze leuk.
Het niveauverschil tussen de kinderen is enorm.
De groep bestaat overigens uit zes kindjes: Alice, Dayton, Hope, Yonah, Aurora en Samoedra.
Een exotisch geheel!
De afgelopen week is Samoedra iedere ochtend naar de taaltuin geweest en hij vindt het er leuk!
Wij ook trouwens!
Vanaf vandaag is het zomervakantie maar in augustus begint de school weer.
Voor de basisschoolleerlingen zijn er drie groepen en er is één groep voor het voortgezet onderwijs.
Doelstelling is dat de leerlingen op taalniveau gelijk blijven aan de leerlingen op school in Nederland.
Er wordt overigens alleen aan de taalvaardigheden gewerkt.
Het niveau wordt vastgesteld door middel van CITO taaltoetsen.
Het gebouwtje oogt kindvriendelijk: er zijn drie groepslokalen, een kantoor, een bibliotheek, een multifunctionele ruimte, een voortuin en een zijterras.
Sabine is de enige leerkracht, zij heeft de Nederlandse lesbevoegdheid en geeft aan alle groepen les.
Naast Sabine is er nog een coördinator.
De vakanties stonden vermeld op een poster, vanzelfsprekend zijn er merkwaardige vrije dagen.
B.v. de geboorte van de profeet op 4 februari, Warsakdag op 6 mei en Onafhankelijkheidsdag op 17 augustus.
Ook het lesgeld stond vermeld:
Er is een inschrijfgeld verschuldigd van Rps. 100.000.
Het lesgeld bedraagt voor één jaar Rps. 4.700.000 en de eigen bijdrage is ook Rps. 4.700.000.
Maar las ik, kinderen met de Nederlandse nationaliteit betalen uitsluitend het lesgeld omdat de Nederlandse overheid het onderwijs subsidieert.
Egbert en Nonie hebben een intakegesprek begin augustus en ik denk wel dat Samoedra vanaf augustus leerling zal zijn van de Taaltuin, Nederlandse school in Yokyakarta.
Zij vertelde ons dat er een Nederlandse school bestond in de stad, nota bene vlak bij ons hotel, dat ze die al weer heel wat jaren geleden met andere expats had opgericht en dat haar dochters die school ook hadden bezocht. Belangrijkste was natuurlijk ook dat ze erg tevreden was over de school.
De school is een taal- en cultuurschool aanvullend op ander dagelijks onderwijs in Indonesië.
Er zijn verschillende groepen, voor Samoedra is "de taaltuin" van toepassing.
Een soort peuterspeelzaal, ze noemen het taalspeelgroep voor kinderen van twee tot vier jaar gedurende drie ochtenden per week.
Bestemd voor kinderen met een Nederlandse of Vlaamse achtergrond.
Pim, Egbert en ik namen een kijkje.
Sabine, de juf, ontving ons en vertelde dat de ochtenden vooral gericht zijn op het vergroten van de mondelinge taalvaardigheid en het begrijpen van de Nederlandse taal.
Ook het wennen aan een dagstructuur vindt de juf belangrijk.
In de kring lezen ze prentenboeken, zingen Nederlandse liedjes en versjes.
De ochtend begint met spelen waaraan de juf heel actief mee doet.
Daarna activiteiten in de kring en de ochtend wordt afgesloten met lessencycli rond een thema waarin nieuwe woorden worden aangeleerd en geoefend.
Het eerste deel van de ochtend maakten we mee en dat was reuze leuk.
Het niveauverschil tussen de kinderen is enorm.
De groep bestaat overigens uit zes kindjes: Alice, Dayton, Hope, Yonah, Aurora en Samoedra.
Een exotisch geheel!
De afgelopen week is Samoedra iedere ochtend naar de taaltuin geweest en hij vindt het er leuk!
Wij ook trouwens!
Vanaf vandaag is het zomervakantie maar in augustus begint de school weer.
Voor de basisschoolleerlingen zijn er drie groepen en er is één groep voor het voortgezet onderwijs.
Doelstelling is dat de leerlingen op taalniveau gelijk blijven aan de leerlingen op school in Nederland.
Er wordt overigens alleen aan de taalvaardigheden gewerkt.
Het niveau wordt vastgesteld door middel van CITO taaltoetsen.
Het gebouwtje oogt kindvriendelijk: er zijn drie groepslokalen, een kantoor, een bibliotheek, een multifunctionele ruimte, een voortuin en een zijterras.
Sabine is de enige leerkracht, zij heeft de Nederlandse lesbevoegdheid en geeft aan alle groepen les.
Naast Sabine is er nog een coördinator.
De vakanties stonden vermeld op een poster, vanzelfsprekend zijn er merkwaardige vrije dagen.
B.v. de geboorte van de profeet op 4 februari, Warsakdag op 6 mei en Onafhankelijkheidsdag op 17 augustus.
Ook het lesgeld stond vermeld:
Er is een inschrijfgeld verschuldigd van Rps. 100.000.
Het lesgeld bedraagt voor één jaar Rps. 4.700.000 en de eigen bijdrage is ook Rps. 4.700.000.
Maar las ik, kinderen met de Nederlandse nationaliteit betalen uitsluitend het lesgeld omdat de Nederlandse overheid het onderwijs subsidieert.
Egbert en Nonie hebben een intakegesprek begin augustus en ik denk wel dat Samoedra vanaf augustus leerling zal zijn van de Taaltuin, Nederlandse school in Yokyakarta.
donderdag 28 juni 2012
Bezoek aan Imogiri en Parangtritis
Maandag 25 juni leenden we de motor van Egbert en maakten een tocht naar het Zuiden.
20 km. rijden en dan ben je in Imogiri waar zich de begraafplaats van de sultans bevindt.
In eerste instantie in 1645gebouwd door Sultan Agung als een soort mausoleum voor zichzelf maar na zijn dood begraafplaats voor alle sultans en hun prominente familieleden en daarom een heilige plek.
Het terrein bestaat uit drie delen, in het midden de graven van Sultan Agung en zijn opvolgers uit de Mataram dynastie. Links de graven van de sultans van Solo, rechts die van Yokya.
Pelgrims bezoeken het graf van Sultan Agung.
En al hoewel we geen pelgrim zijn of ons wanen nemen we graag een kijkje bij het graf van de grote sultan. Dat valt niet mee.
Het is een enorme klimpartij de berg op. 345 treden zegt de folder, volgens mij veel meer.
Buiten adem en voor mijn gevoel een half uur later komen we boven en dan blijkt dat we omgekleed moeten worden.
Je kunt het graf uitsluitend bezoeken in traditionele Javaanse kledij.
Wat te doen? We zijn nu al zover, ook zo moe dat we maar door gaan.
Pim wordt als eerste omgekleed, hij ziet er fantastisch uit.
Daarna ben ik aan de beurt.
Ik moet mijn bovenlijf ontbloten en ben dat toch echt niet van plan.
Dan neemt een vrouw me mee naar een hokje, doet de twee deuren die er zijn op slot en begint me uit te kleden. Vooruit dan maar!
Als ik het hokje uitkom, kijkt een verdwaasde Zweedse meneer me aan en zegt: "You look so charming!" Ik kan het me niet voorstellen! Ongemakkelijk en charming dat lijkt me geen goede combinatie. Pim grinnikt. Ik herinner me plotseling dat ik op de bruiloft van Egbert en Nonie al moeite had me voort te bewegen in een sarong en vraag me af hoeveel treden ik nog moet.
Tip: ga in een kleine spreidstand staan als je in een sarong gewikkeld wordt. De wijdte van de spreidstand bepaalt de grote van de pas, in dit geval ook de trede die je kunt nemen.
Ik dus geen grote stappen, geen hoge treden.
Een begeleider in dezelfde kledij als wij begeleidt ons naar het graf van Sultan Agung.
Als we bij de laatste grafkelder aankomen moeten we diep bukken.
En af en toe een hoek om. Bovendien is het donker in de lage gangen.
Met moeite zie ik een hand voor ogen. Als ik weer diep gebukt de hoek om moet zie ik een standbeeld in de hoek. Ik hou het even vast om te steunen en schrik me dan een hoedje als het beeld beweegt. Het is een man die daar de wacht houdt.
Met pijn in de rug naderen we de tombe van Sultan Agung.
Een vrouw ligt op de knieën te bidden, ik vraag me af wat wij moeten.
Misschien maar even gebukt blijven staan.
Ik leg mijn hand op zijn graftombe, tenslotte was Sultan Agung een geliefde, ook gewaardeerde sultan en dan gaan we terug. Keren is lastig.
Opgelucht komen we weer buiten. We kleden ons om en dalen dan al de treden weer af naar beneden. Dat gaat een stuk makkelijker.
Na een korte rust rijden we verder naar Parantritis.
We genieten van het strand en van een heerlijke lunch bestaande uit garnalen en kakak, een grote vis. Zo uit de zee, in dit geval de Indische oceaan, verser kan het niet, we genieten!
Laat in de middag rijden we weer terug naar Yokya.
Wanneer we de volgende morgen aan Nonie onze belevenissen in de graftombe vertellen zegt zij dat het op Java de gewoonte is de sultan op de knieën te benaderen.
Dat had ons een hoop gebuk gescheeld maar of me dat gelukt was in die sarong?
Ik betwijfel het!
20 km. rijden en dan ben je in Imogiri waar zich de begraafplaats van de sultans bevindt.
In eerste instantie in 1645gebouwd door Sultan Agung als een soort mausoleum voor zichzelf maar na zijn dood begraafplaats voor alle sultans en hun prominente familieleden en daarom een heilige plek.
Het terrein bestaat uit drie delen, in het midden de graven van Sultan Agung en zijn opvolgers uit de Mataram dynastie. Links de graven van de sultans van Solo, rechts die van Yokya.
Pelgrims bezoeken het graf van Sultan Agung.
En al hoewel we geen pelgrim zijn of ons wanen nemen we graag een kijkje bij het graf van de grote sultan. Dat valt niet mee.
Het is een enorme klimpartij de berg op. 345 treden zegt de folder, volgens mij veel meer.
Buiten adem en voor mijn gevoel een half uur later komen we boven en dan blijkt dat we omgekleed moeten worden.
Je kunt het graf uitsluitend bezoeken in traditionele Javaanse kledij.
Wat te doen? We zijn nu al zover, ook zo moe dat we maar door gaan.
Pim wordt als eerste omgekleed, hij ziet er fantastisch uit.
Daarna ben ik aan de beurt.
Ik moet mijn bovenlijf ontbloten en ben dat toch echt niet van plan.
Dan neemt een vrouw me mee naar een hokje, doet de twee deuren die er zijn op slot en begint me uit te kleden. Vooruit dan maar!
Als ik het hokje uitkom, kijkt een verdwaasde Zweedse meneer me aan en zegt: "You look so charming!" Ik kan het me niet voorstellen! Ongemakkelijk en charming dat lijkt me geen goede combinatie. Pim grinnikt. Ik herinner me plotseling dat ik op de bruiloft van Egbert en Nonie al moeite had me voort te bewegen in een sarong en vraag me af hoeveel treden ik nog moet.
Tip: ga in een kleine spreidstand staan als je in een sarong gewikkeld wordt. De wijdte van de spreidstand bepaalt de grote van de pas, in dit geval ook de trede die je kunt nemen.
Ik dus geen grote stappen, geen hoge treden.
Een begeleider in dezelfde kledij als wij begeleidt ons naar het graf van Sultan Agung.
Als we bij de laatste grafkelder aankomen moeten we diep bukken.
En af en toe een hoek om. Bovendien is het donker in de lage gangen.
Met moeite zie ik een hand voor ogen. Als ik weer diep gebukt de hoek om moet zie ik een standbeeld in de hoek. Ik hou het even vast om te steunen en schrik me dan een hoedje als het beeld beweegt. Het is een man die daar de wacht houdt.
Met pijn in de rug naderen we de tombe van Sultan Agung.
Een vrouw ligt op de knieën te bidden, ik vraag me af wat wij moeten.
Misschien maar even gebukt blijven staan.
Ik leg mijn hand op zijn graftombe, tenslotte was Sultan Agung een geliefde, ook gewaardeerde sultan en dan gaan we terug. Keren is lastig.
Opgelucht komen we weer buiten. We kleden ons om en dalen dan al de treden weer af naar beneden. Dat gaat een stuk makkelijker.
Na een korte rust rijden we verder naar Parantritis.
We genieten van het strand en van een heerlijke lunch bestaande uit garnalen en kakak, een grote vis. Zo uit de zee, in dit geval de Indische oceaan, verser kan het niet, we genieten!
Laat in de middag rijden we weer terug naar Yokya.
Wanneer we de volgende morgen aan Nonie onze belevenissen in de graftombe vertellen zegt zij dat het op Java de gewoonte is de sultan op de knieën te benaderen.
Dat had ons een hoop gebuk gescheeld maar of me dat gelukt was in die sarong?
Ik betwijfel het!
donderdag 21 juni 2012
Stadswandeling door KOTA GEDE
Gisteren maakten we aan de hand van het boek van het Tropen Instituut een prachtige wandeling door Kota Gede. Kota Gede is een van de oudste steden op Midden-Java. Eigenlijk de voorloper van Yokyakarta en Surakarta, Solo. De geschiedenis gaat terug tot 1570.
Van oorsprong stonden de inwoners van Kota Gede in dienst van het vorstendom Mataram.
Ze onderhielden de vorstelijke begraafplaats, dienden aan het hof of produceerden vorstelijke gebruiksvoorwerpen als krissen en batikstoffen.
Na de splitsing van het Mataramrijk in 1755 werden de wijken van Kota Gede verdeeld onder de vorstendommen Yokyakarta en Surakarta. Het complex van de moskee en de begraafplaats bleef onder gezamenlijk beheer. Beide vorsten stelden zes tot acht sleutelbewaardes aan die het complex beheerden. Iedere sleutelbewaarder kreeg een adellijke titel en een stuk grond toegewezen. Bewoners van de grond moesten belasting betalen en arbeid leveren aan de sleutelbewaarders die hiermee de vorstelijke begraafplaats onderhielden. Tot ver in de 19e eeuw leefde de lokale bevolking onder de absolute heerschappij van de sleutelbewaarders.
In de tweede helft van de 19e eeuw veranderde het sociale leven van Kota Gede. Een snelle bevolkingstoename, het openbreken van de koloniale economie en het ontstaan nan nieuwe transportnetwerken hadden tot gevolg dat handel en nijverheid tot bloei kwamen. Omdat in Kota Gede van oudsher alleen autochtone Javanen mochten wonen kon de lokale inheemse bevolking profiteren van de nieuwe mogelijkheden. Er ontstond een welvarende Javaanse midenstand.
Van oudsher werden in Kota Gede al zilveren voorwerpen voor de Javaanse adel gemaakt en tussen 1920 en 1940 ontwikkelde de zilverindustrie zich enorm door voor de westerse gemeenschap gebruiksvoorwerpen te gaan produceren, vooral tafelzilver en sieraden. Omdat deze producten grotendeels in Yokyakarta werden verkocht kreeg het de naam Yokya-zilver. Uiteindelijk werd de nieuwe middenstand van Kota Gede werlvarender dan de sleutelbewaarders.
In 1920 verloren de sleutelbewaarders hun grondrechten en ontvingen in plaats daarvan een vast salaris van de vorstenhoven. Met het verdwijen van inkomen, prestige en absolute macht werd het beroep van sleutelbewaarder minder aantrekkelijk, zeker toen er in het begin van de 20e eeuw meer geld in de groeiende lokale economie viel te verdien. De traditionele overerving van vader op zoon stokte en uiteindelijk werd het sleutelbewaarderschap een soort vrijwilligersfunctie.
Na de Tweede Wereldoorlog raakte net zoals in de rest van Indonesië de economie van Kota Gede in het slop. De zilverindustrie was bij gebrek aan grondstoffen tijdens de Tweede Wereldoorlog al stilgevallen en na de oorlog ging het ook slecht met andere ambachtelijke industrieën en handel.
De rijke middenstand van voor de oorlog verdween.
Sommige gingen failliet, andere vertrokken naar grotere steden.
Een groeiend aantal buitenlandse toeristen zorgde voor een opleving van de zilverindustrie vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het merendeel van de productie vindt nog steeds plaats in kleinschalige werkplaatsen aan huis. Dankzij een verbod op hoogbouw heeft Kota Gede zijn historische karakter tot op heden weten te behouden. Oude transportnetwerken per paard en wagen functioneren nog. Bezoekers kunnen nog steeds de rituelen bij de graven uitvoeren onder begeleiding van de sleutelbewaarders. Verspreid over de stad zijn overblijfselen van meer dan 400 jaar geschiedenis te ontdekken. De aardbeving van 27 mei 2006 veroorzaakte veel schade in de stad.
De lokale overheid en particuliere erfgoedorganisaties proberen echter zoveel mogelijk van het erfgoed van Kota Gede te restaureren.
Van oorsprong stonden de inwoners van Kota Gede in dienst van het vorstendom Mataram.
Ze onderhielden de vorstelijke begraafplaats, dienden aan het hof of produceerden vorstelijke gebruiksvoorwerpen als krissen en batikstoffen.
Pasar van Kota Gede |
pendopo met joglo-dak |
Van oudsher werden in Kota Gede al zilveren voorwerpen voor de Javaanse adel gemaakt en tussen 1920 en 1940 ontwikkelde de zilverindustrie zich enorm door voor de westerse gemeenschap gebruiksvoorwerpen te gaan produceren, vooral tafelzilver en sieraden. Omdat deze producten grotendeels in Yokyakarta werden verkocht kreeg het de naam Yokya-zilver. Uiteindelijk werd de nieuwe middenstand van Kota Gede werlvarender dan de sleutelbewaarders.
In 1920 verloren de sleutelbewaarders hun grondrechten en ontvingen in plaats daarvan een vast salaris van de vorstenhoven. Met het verdwijen van inkomen, prestige en absolute macht werd het beroep van sleutelbewaarder minder aantrekkelijk, zeker toen er in het begin van de 20e eeuw meer geld in de groeiende lokale economie viel te verdien. De traditionele overerving van vader op zoon stokte en uiteindelijk werd het sleutelbewaarderschap een soort vrijwilligersfunctie.
Na de Tweede Wereldoorlog raakte net zoals in de rest van Indonesië de economie van Kota Gede in het slop. De zilverindustrie was bij gebrek aan grondstoffen tijdens de Tweede Wereldoorlog al stilgevallen en na de oorlog ging het ook slecht met andere ambachtelijke industrieën en handel.
De rijke middenstand van voor de oorlog verdween.
Sommige gingen failliet, andere vertrokken naar grotere steden.
Kinderen die altijd op de foto willen |
Bezoek aan de chocoladefabriek |
De lokale overheid en particuliere erfgoedorganisaties proberen echter zoveel mogelijk van het erfgoed van Kota Gede te restaureren.
zaterdag 16 juni 2012
TAMAN PINTER, ontdekkingstuin in Yokya
Vanmorgen waren we al vroeg bij Egberts huis.
We gingen een ochtend op verkenning in Taman Pinter, een ontdekkingstuin in het centrum van Yakarta. Een half uurtje rijden op de brommer, weliswaar dwars door de stad.
Al melden sommige mensen afgaande op het feit dat we een peuter vervoeren op de brommer, dat we al aardig geïntegreerd zijn voor mij zal het nooit wennen.
't Is niet dat Pim niet goed of veilig rijdt maar het zijn die talrijke andere verkeersdeelnemers die me af en toe de stuipen op het lijf jagen.
Taman pinter (pientere, intelligente tuin) is te vergelijken met het vroegere museum NINT in Amsterdam.
Allerlei natuurkundige verschijnselen worden er uitgelegd en gedemonstreerd.
We keken met zijn drieën naar het heelal, en oefenden in het Nederlands zon, maan, ster enz.
We klommen in een Kijang, een Aziatische auto waarvan de zijwand verwijderd was.
Samoedra aan het stuur, en weer veel woorden leren, ze gaan erin als koek.
We zaten in een helicopter, in een vliegtuig en nog veel meer.
We drukten op honderden knoppen en muizen van computers. Na twee uur was het genoeg.
Buiten het museum is een groot, gratis toegankelijk terrein waar het goed toeven is.
Het museum kost toegangsgeld en veel mensen hebben dat niet. Het valt op dat er vaak gratis toegankelijke dingen gekoppeld zijn aan bezienswaardigheden.
Veel mensen picknicken onder de bomen en voor de kleintjes is er van alles te doen.
O.a een grote ronde bak, diameter denk ik 10 meter, bekleed met rubber matten waar op verschillende plekken op telkens wisselende momenten fonteinen gaan spuiten.
De ouders zitten rondom het bassin en genieten van hun spelende kinderen.
Wij van onze kleinzoon die zijn naam Samoedra - oceaan - eer aan doet.
Hij genoot van het water dat iedere keer naar boven spoot.
Toen het als maar drukker werd werden de activiteiten van de kleine Odra steeds minder tot hij tenslotten midden in de bak stil stond, kijkend naar de andere kinderen.
Pim riep hem maar hij schudde nee en bleef staan waar hij stond.
Dat zijn Indonesische ouders niet gewend en ze genoten zichtbaar van het ontstane conflict.
Uiteindelijk was de enige optie voor Pim om zelf tussen de fonteinen door de kleine op te halen.
Afdrogen, droge kleren aan, hapje eten en op de brommer weer naar huis.
We gingen een ochtend op verkenning in Taman Pinter, een ontdekkingstuin in het centrum van Yakarta. Een half uurtje rijden op de brommer, weliswaar dwars door de stad.
Al melden sommige mensen afgaande op het feit dat we een peuter vervoeren op de brommer, dat we al aardig geïntegreerd zijn voor mij zal het nooit wennen.
't Is niet dat Pim niet goed of veilig rijdt maar het zijn die talrijke andere verkeersdeelnemers die me af en toe de stuipen op het lijf jagen.
Taman pinter (pientere, intelligente tuin) is te vergelijken met het vroegere museum NINT in Amsterdam.
Allerlei natuurkundige verschijnselen worden er uitgelegd en gedemonstreerd.
We keken met zijn drieën naar het heelal, en oefenden in het Nederlands zon, maan, ster enz.
We klommen in een Kijang, een Aziatische auto waarvan de zijwand verwijderd was.
Samoedra aan het stuur, en weer veel woorden leren, ze gaan erin als koek.
We zaten in een helicopter, in een vliegtuig en nog veel meer.
We drukten op honderden knoppen en muizen van computers. Na twee uur was het genoeg.
Buiten het museum is een groot, gratis toegankelijk terrein waar het goed toeven is.
Het museum kost toegangsgeld en veel mensen hebben dat niet. Het valt op dat er vaak gratis toegankelijke dingen gekoppeld zijn aan bezienswaardigheden.
Veel mensen picknicken onder de bomen en voor de kleintjes is er van alles te doen.
O.a een grote ronde bak, diameter denk ik 10 meter, bekleed met rubber matten waar op verschillende plekken op telkens wisselende momenten fonteinen gaan spuiten.
De ouders zitten rondom het bassin en genieten van hun spelende kinderen.
Wij van onze kleinzoon die zijn naam Samoedra - oceaan - eer aan doet.
Hij genoot van het water dat iedere keer naar boven spoot.
Toen het als maar drukker werd werden de activiteiten van de kleine Odra steeds minder tot hij tenslotten midden in de bak stil stond, kijkend naar de andere kinderen.
Pim riep hem maar hij schudde nee en bleef staan waar hij stond.
Dat zijn Indonesische ouders niet gewend en ze genoten zichtbaar van het ontstane conflict.
Uiteindelijk was de enige optie voor Pim om zelf tussen de fonteinen door de kleine op te halen.
Afdrogen, droge kleren aan, hapje eten en op de brommer weer naar huis.
KIJKDOOS ILYAS
Op verzoek: meer.......... meer............ meer.
En dan vooral foto's..........
Collage van de eerste vier dagen uit het leven van Ilyas.
En dan vooral foto's..........
Collage van de eerste vier dagen uit het leven van Ilyas.
6 juni 2012, wachten bij het ziekenhuis |
7 juni, 7.00uur a.m. Nonie op weg naar de o.k. |
6 juni, acht uur vóór de bevalling |
En maar wachten in het ziekenhuis. |
Gebed wat Egbert moest fluisteren in Ilyas oor. |
Binnenkomst van Ilyas |
Prachtige tuinkabouter. |
Na 10 minuten zonder extra zuurstof. |
Oohh.................. wat ben je mooi! |
Vierde dag, met open ogen de wereld in |
Dag vrienden en familie in Nederland. |
maandag 11 juni 2012
Drie dagen verder....................
Gistermiddag, zaterdag dus, om een uur of twee mochten Nonie en Ilyas naar huis.
Dat viel voor Nonie nog niet mee, ze had erg veel pijn.
Ilyas doet het uitstekend, hij drinkt als een tierelier, slaapt als een marmot en huilt af en toe.
Ibu doet het werk: zij wast, verschoont, helpt Nonie, kookt, doet het huis.
Onvervangbaar die Indonesische moeders.
Wij halen iedere dag Samoedra op. We maken dan vaak een wandeling met hem door het park.
Zwemmen in het zwembad bij ons appartement, wat hij geweldig vindt.
En vandaag zijn we naar de dierentuin geweest.
We doen dat zoals alle Indo's, met zijn drieën op de brommer.
Als je kijkt vanaf de zijkant is het doodeng maar zit je er midden in dan valt het mee.
Er wordt eigenlijk vrij langzaam gereden en iedereen maakt gebruik van dezelfde weg: paard en wagen, becak, fiets, auto's, bussen en vooral heel, heel veel brommers.
Samoedra is het gewend, zit ook bij Nonie en Egbert tussen hen in op de brommer.
De dierentuin in Yokyakarta is naar westerse begrippen een slecht voorbeeld van hoe een dierentuin kan zijn. De hokken zijn klein en vies en er is geen controle wat de mensen aan de dieren te eten geven. Zo werden er pinda's aan de kangoeroes gevoerd.
De lokatie is echter prachtig, midden in de stad en de oppervlakte groot.
De rivier die midden door Yokya stroomt stroomt voor een deel door de dierentuin. Door die rivier raast echter ook een speedboot.
Maar voor Samoedra was het een prachtig uitje. Voor ons trouwens ook! We zagen een witte Bengaalse tijger, een bonte tijger, veel herten, vogels, apen en nog veel meer.
Ook woonden we de voorstelling van Linda bij, een bever die kunstjes kan. Zoals balletjes in een netje doen, rijden op een karretje, en rollen met een hoepel.
Om een uur of drie viel Samoedra in slaap.
Slapend brachten we hem tussen ons in op de brommer weer naar huis.
Daar legden we hem op zijn bed en ik denk dat hij de eerstvolgende twee uur wel onder zeil was.
Het zwemmen is er vandaag bij ingeschoten.
Morgen weer!
We hebben vanavond op advies van Egbert ergens heerlijk aan de straat "Gudeg ama yam" gegeten.
Dat is een warme maaltijd in een gevouwen stukje papier bestaande uit kip, stukjes vlees, rijst en kangung, wilde spinazie. Daarover heen wat pittige sausen.
Je eet het met je vingers, alles went!
Kosten Rps. 11.000 per persoon, dat is ongeveer 90 cent.
Geen Bintangetje erbij, dat kan niet op straat, toch wel jammer!
Maar dat haalden we zojuist in.
De dagen vliegen hier voorbij.
Dat viel voor Nonie nog niet mee, ze had erg veel pijn.
Ilyas doet het uitstekend, hij drinkt als een tierelier, slaapt als een marmot en huilt af en toe.
Ibu doet het werk: zij wast, verschoont, helpt Nonie, kookt, doet het huis.
Onvervangbaar die Indonesische moeders.
Wij halen iedere dag Samoedra op. We maken dan vaak een wandeling met hem door het park.
Zwemmen in het zwembad bij ons appartement, wat hij geweldig vindt.
En vandaag zijn we naar de dierentuin geweest.
We doen dat zoals alle Indo's, met zijn drieën op de brommer.
Als je kijkt vanaf de zijkant is het doodeng maar zit je er midden in dan valt het mee.
Er wordt eigenlijk vrij langzaam gereden en iedereen maakt gebruik van dezelfde weg: paard en wagen, becak, fiets, auto's, bussen en vooral heel, heel veel brommers.
Samoedra is het gewend, zit ook bij Nonie en Egbert tussen hen in op de brommer.
De dierentuin in Yokyakarta is naar westerse begrippen een slecht voorbeeld van hoe een dierentuin kan zijn. De hokken zijn klein en vies en er is geen controle wat de mensen aan de dieren te eten geven. Zo werden er pinda's aan de kangoeroes gevoerd.
De lokatie is echter prachtig, midden in de stad en de oppervlakte groot.
De rivier die midden door Yokya stroomt stroomt voor een deel door de dierentuin. Door die rivier raast echter ook een speedboot.
Maar voor Samoedra was het een prachtig uitje. Voor ons trouwens ook! We zagen een witte Bengaalse tijger, een bonte tijger, veel herten, vogels, apen en nog veel meer.
Ook woonden we de voorstelling van Linda bij, een bever die kunstjes kan. Zoals balletjes in een netje doen, rijden op een karretje, en rollen met een hoepel.
Om een uur of drie viel Samoedra in slaap.
Slapend brachten we hem tussen ons in op de brommer weer naar huis.
Daar legden we hem op zijn bed en ik denk dat hij de eerstvolgende twee uur wel onder zeil was.
Het zwemmen is er vandaag bij ingeschoten.
Morgen weer!
We hebben vanavond op advies van Egbert ergens heerlijk aan de straat "Gudeg ama yam" gegeten.
Dat is een warme maaltijd in een gevouwen stukje papier bestaande uit kip, stukjes vlees, rijst en kangung, wilde spinazie. Daarover heen wat pittige sausen.
Je eet het met je vingers, alles went!
Kosten Rps. 11.000 per persoon, dat is ongeveer 90 cent.
Geen Bintangetje erbij, dat kan niet op straat, toch wel jammer!
Maar dat haalden we zojuist in.
De dagen vliegen hier voorbij.
vrijdag 8 juni 2012
Ilyas Hendrik Wits.
Ja, ja, Ilyas Hendrik Wits is er en hij mag er zijn!
7 juni 's morgens om vijf uur ging de wekker, tegenwoordig de telefoon.
Gauw douchen, aankleden, ontbijten en met de brommer naar het huis van Egbert.
Daar om zes uur met de auto richting ziekenhuis.
Om half zeven kwamen we hijgend binnen in de kamer van Nonie.
Nonie was al klaar voor de keizersnede die om 7.00uur zou plaatsvinden.
Catheter geplaatst en infuus aangelegd. Monter lag ze in haar bed.
Ibu had de nacht op een extra bed in de kamer van Nonie doorgebracht en blijft daar slapen tijdens de dagen dat Nonie in het ziekenhuis is.
Iets voor zevenen reden we haar met zijn allen richting o.k. en namen afscheid.
Binnen een kwartier zou de baby er zijn en mochten we kijken in een aangrenzende kamer waar de baby verder onderzocht zou worden.
Egbert mocht niet aanwezig zijn bij de keizersnede, dat was hem van te voren verteld.
Een kwartier verstreek, een half uur, drie kwartier..................... ik begon langzamerhand te denken dat er wel eens iets niet in orde kon zijn.
Om kwart over acht werd Egbert geroepen.
Ilyas Hendrik was er om 7.54 uur en alles leek in orde. Egbert naar binnen en ik al snel er stiekem achteraan. Dat lukte.
Ik kwam in een lange, glazen hal en door het raam zag ik Egbert bij een bedje met een klein blank babytje met heel veel pikzwarte haren.
Dat moest hem zijn.
En natuurlijk zegt iedere oma dat van haar kleinkind maar dit was toch wel één van de drie mooiste ter wereld.
De zuster masseerde zijn voetzolen.
Egbert fluisterde de gebeden uit de Koran, door Ibu op een briefje geschreven in zijn rechter en linker oor en daarna nam de kinderarts hem over.
Door het raam kon ik de controles volgen.
Gehemelte aftasten, ruggegraat, heupgewrichten, gewicht, lengte, eigenlijk zoals dat ook bij ons gaat.
Daarna, heel speciaal, kwam er een groot stempelkussen, werd Iyas' voetje op het kussen gedrukt en daarna op de geboorteakte. Nog een keer op een papier voor het ziekenhuis.
Toen de andere voet. Ook twee keer. Eén van de afdrukken werd op het bedje bevestigd.
Na het onderzoek werd Ilyas ingebakerd en in zijn bedje gelegd.
Om de tien minuten kwam er een nieuwe baby binnen.
Soms in de couveuse, eentje van 1500 gram zelfs aan de beademing, meestal gewoon in een bedje net als Ilyas. Kortom allerlei kleuren en maten. Geweldig!
Nonie zou om een uur of elf terugkomen in haar kamer.
Ik bleef kijken bij de baby's, het was ontroerend telkens weer zo'n Indonesische familie heel blij naar hun kindje te zien kijken en het commentaar te horen. Niet te verstaan helaas.
En de aanwas ging maar door.
23 zouden er op 7 juni uiteindelijk komen.
Iets na elven kwam ze naar boven.
Heel blij dat alles goed was en opgelucht dat het voorbij was.
De pijnbestrijding was nog aangesloten dus ze had nergens last van.
Egbert en Pim haalden wat te eten bij de dichtstbijzijnde warung en we hebben om een uur of twee heerlijk met zijn allen gegeten.
Nonie kreeg nog een soort soep om de borstvoeding te stimuleren.
Ibu en Egbert gingen daarna met de placenta naar huis. Ibu waste daar de placenta en liet hem zakken met heel veel zout erbij en bloemetjes in een soort urn. Egbert had inmiddels een gat gegraven in de tuin en daar begroeven ze samen de urn met de placenta. Er werden bloemetjes op de plek gestrooid. Later als Nonie weer hersteld is wordt hij opgegraven en verplaatst naar hun huis in Slawi naast de pot van Samoedra.
Toen Egbert en Ibu weer terugkwamen namen wij afscheid van Egbert, Nonie, Ibu en Ilyas en namen Samoedra mee naar ons huis. Zwemmen wil hij altijd, dus geen probleem. 's Avonds om een uur of acht kwam Egbert hem weer halen.
Nu zit ik in Venetia 1 waar wifi is en over een uurtje gaan we weer naar het ziekenhuis.
Wij hebben de brommer van Egbert ter beschikking dus geen probleem.
Ter info:
Ijyas komt van Elia, de profeet die zowel in de Christelijke bijbel, de Koran als de Thora voorkomt. Lees over hem in het evangelie van Johannes, N.T.
Hendrik is naar mijn vader die Hendrik Schuurman heet en op 7 februari 1999 is overleden.
Wat zal mijn vader trots zijn als hij daar boven op zijn wolk ziet dat er een kleinzoon naar hem genoemd is. Ook mama was er blij mee.
Haar eerste reactie was: "Wat zou papa dat mooi hebben gevonden".
En dan nog wat maten, ook niet onbelangrijk.
Ilyas is 51,5 cm. lang en weegt 3870 gram.
De omtrek van zijn hoofd (lingkar kepale) = 34,5 cm en hij is baby nr. 622 van dit jaar in Rumah Sakit Panti Rapih. Hij werd geboren om 7.54 uur op 7 juni 2012.
Apcarscore na de geboorte 8, na 5 minuten 9.
Eén puntje aftrek omdat hij een beetje sloom was na de geboorte, één puntje minder omdat hij een beetje blauw was. De blauwe kleur was na twee minuten verdwenen.
Hij bleef het eerste half uur een beetje sloom, waarschijnlijk door de narcose.
"The delivery took quite some time cause it was the second", zei de zuster.
Wellicht daardoor ietsje meer van de narcose meegekregen dan de bedoeling is.
En vandaar ook dat zijn voetzolen regelmatig werden gekieteld het eerste half uur.
En tot slot het stempelkussen.
Egbert vertelde me het volgende:
In Indonesië wil iedereen een laki-laki, dat is een zoon.
Vroeger hadden ze geen fototoestellen.
Het gebeurde dat meisjes werden geruild voor een jongen.
De ouders moesten dan bewijzen dat de jongetjes-baby van hen was. Dat was lastig.
Dus wordt er een voetafdruk op de geboorteakte gemaakt en eentje extra voor in de wieg,
Akte en wieg moeten overeenstemmen als je de baby mee naar huis neemt.
7 juni 's morgens om vijf uur ging de wekker, tegenwoordig de telefoon.
Gauw douchen, aankleden, ontbijten en met de brommer naar het huis van Egbert.
Daar om zes uur met de auto richting ziekenhuis.
Om half zeven kwamen we hijgend binnen in de kamer van Nonie.
Nonie was al klaar voor de keizersnede die om 7.00uur zou plaatsvinden.
Catheter geplaatst en infuus aangelegd. Monter lag ze in haar bed.
Ibu had de nacht op een extra bed in de kamer van Nonie doorgebracht en blijft daar slapen tijdens de dagen dat Nonie in het ziekenhuis is.
Iets voor zevenen reden we haar met zijn allen richting o.k. en namen afscheid.
Binnen een kwartier zou de baby er zijn en mochten we kijken in een aangrenzende kamer waar de baby verder onderzocht zou worden.
Egbert mocht niet aanwezig zijn bij de keizersnede, dat was hem van te voren verteld.
Een kwartier verstreek, een half uur, drie kwartier..................... ik begon langzamerhand te denken dat er wel eens iets niet in orde kon zijn.
Om kwart over acht werd Egbert geroepen.
Ilyas Hendrik was er om 7.54 uur en alles leek in orde. Egbert naar binnen en ik al snel er stiekem achteraan. Dat lukte.
Ik kwam in een lange, glazen hal en door het raam zag ik Egbert bij een bedje met een klein blank babytje met heel veel pikzwarte haren.
Dat moest hem zijn.
En natuurlijk zegt iedere oma dat van haar kleinkind maar dit was toch wel één van de drie mooiste ter wereld.
De zuster masseerde zijn voetzolen.
Egbert fluisterde de gebeden uit de Koran, door Ibu op een briefje geschreven in zijn rechter en linker oor en daarna nam de kinderarts hem over.
Door het raam kon ik de controles volgen.
Gehemelte aftasten, ruggegraat, heupgewrichten, gewicht, lengte, eigenlijk zoals dat ook bij ons gaat.
Daarna, heel speciaal, kwam er een groot stempelkussen, werd Iyas' voetje op het kussen gedrukt en daarna op de geboorteakte. Nog een keer op een papier voor het ziekenhuis.
Toen de andere voet. Ook twee keer. Eén van de afdrukken werd op het bedje bevestigd.
Na het onderzoek werd Ilyas ingebakerd en in zijn bedje gelegd.
Om de tien minuten kwam er een nieuwe baby binnen.
Soms in de couveuse, eentje van 1500 gram zelfs aan de beademing, meestal gewoon in een bedje net als Ilyas. Kortom allerlei kleuren en maten. Geweldig!
Nonie zou om een uur of elf terugkomen in haar kamer.
Ik bleef kijken bij de baby's, het was ontroerend telkens weer zo'n Indonesische familie heel blij naar hun kindje te zien kijken en het commentaar te horen. Niet te verstaan helaas.
En de aanwas ging maar door.
23 zouden er op 7 juni uiteindelijk komen.
Iets na elven kwam ze naar boven.
Heel blij dat alles goed was en opgelucht dat het voorbij was.
De pijnbestrijding was nog aangesloten dus ze had nergens last van.
Egbert en Pim haalden wat te eten bij de dichtstbijzijnde warung en we hebben om een uur of twee heerlijk met zijn allen gegeten.
Nonie kreeg nog een soort soep om de borstvoeding te stimuleren.
Ibu en Egbert gingen daarna met de placenta naar huis. Ibu waste daar de placenta en liet hem zakken met heel veel zout erbij en bloemetjes in een soort urn. Egbert had inmiddels een gat gegraven in de tuin en daar begroeven ze samen de urn met de placenta. Er werden bloemetjes op de plek gestrooid. Later als Nonie weer hersteld is wordt hij opgegraven en verplaatst naar hun huis in Slawi naast de pot van Samoedra.
Toen Egbert en Ibu weer terugkwamen namen wij afscheid van Egbert, Nonie, Ibu en Ilyas en namen Samoedra mee naar ons huis. Zwemmen wil hij altijd, dus geen probleem. 's Avonds om een uur of acht kwam Egbert hem weer halen.
Nu zit ik in Venetia 1 waar wifi is en over een uurtje gaan we weer naar het ziekenhuis.
Wij hebben de brommer van Egbert ter beschikking dus geen probleem.
Ter info:
Ijyas komt van Elia, de profeet die zowel in de Christelijke bijbel, de Koran als de Thora voorkomt. Lees over hem in het evangelie van Johannes, N.T.
Hendrik is naar mijn vader die Hendrik Schuurman heet en op 7 februari 1999 is overleden.
Wat zal mijn vader trots zijn als hij daar boven op zijn wolk ziet dat er een kleinzoon naar hem genoemd is. Ook mama was er blij mee.
Haar eerste reactie was: "Wat zou papa dat mooi hebben gevonden".
En dan nog wat maten, ook niet onbelangrijk.
Ilyas is 51,5 cm. lang en weegt 3870 gram.
De omtrek van zijn hoofd (lingkar kepale) = 34,5 cm en hij is baby nr. 622 van dit jaar in Rumah Sakit Panti Rapih. Hij werd geboren om 7.54 uur op 7 juni 2012.
Apcarscore na de geboorte 8, na 5 minuten 9.
Eén puntje aftrek omdat hij een beetje sloom was na de geboorte, één puntje minder omdat hij een beetje blauw was. De blauwe kleur was na twee minuten verdwenen.
Hij bleef het eerste half uur een beetje sloom, waarschijnlijk door de narcose.
"The delivery took quite some time cause it was the second", zei de zuster.
Wellicht daardoor ietsje meer van de narcose meegekregen dan de bedoeling is.
En vandaar ook dat zijn voetzolen regelmatig werden gekieteld het eerste half uur.
En tot slot het stempelkussen.
Egbert vertelde me het volgende:
In Indonesië wil iedereen een laki-laki, dat is een zoon.
Vroeger hadden ze geen fototoestellen.
Het gebeurde dat meisjes werden geruild voor een jongen.
De ouders moesten dan bewijzen dat de jongetjes-baby van hen was. Dat was lastig.
Dus wordt er een voetafdruk op de geboorteakte gemaakt en eentje extra voor in de wieg,
Akte en wieg moeten overeenstemmen als je de baby mee naar huis neemt.
Abonneren op:
Posts (Atom)