Gisteren maakten we aan de hand van het boek van het Tropen Instituut een prachtige wandeling door Kota Gede. Kota Gede is een van de oudste steden op Midden-Java. Eigenlijk de voorloper van Yokyakarta en Surakarta, Solo. De geschiedenis gaat terug tot 1570.
Van oorsprong stonden de inwoners van Kota Gede in dienst van het vorstendom Mataram.
Ze onderhielden de vorstelijke begraafplaats, dienden aan het hof of produceerden vorstelijke gebruiksvoorwerpen als krissen en batikstoffen.
|
Pasar van Kota Gede |
Na de splitsing van het Mataramrijk in 1755 werden de wijken van Kota Gede verdeeld onder de vorstendommen Yokyakarta en Surakarta. Het complex van de moskee en de begraafplaats bleef onder gezamenlijk beheer. Beide vorsten stelden zes tot acht sleutelbewaardes aan die het complex beheerden. Iedere sleutelbewaarder kreeg een adellijke titel en een stuk grond toegewezen. Bewoners van de grond moesten belasting betalen en arbeid leveren aan de sleutelbewaarders die hiermee de vorstelijke begraafplaats onderhielden. Tot ver in de 19e eeuw leefde de lokale bevolking onder de absolute heerschappij van de sleutelbewaarders.
|
pendopo met joglo-dak |
In de tweede helft van de 19e eeuw veranderde het sociale leven van Kota Gede. Een snelle bevolkingstoename, het openbreken van de koloniale economie en het ontstaan nan nieuwe transportnetwerken hadden tot gevolg dat handel en nijverheid tot bloei kwamen. Omdat in Kota Gede van oudsher alleen autochtone Javanen mochten wonen kon de lokale inheemse bevolking profiteren van de nieuwe mogelijkheden. Er ontstond een welvarende Javaanse midenstand.
Van oudsher werden in Kota Gede al zilveren voorwerpen voor de Javaanse adel gemaakt en tussen 1920 en 1940 ontwikkelde de zilverindustrie zich enorm door voor de westerse gemeenschap gebruiksvoorwerpen te gaan produceren, vooral tafelzilver en sieraden. Omdat deze producten grotendeels in Yokyakarta werden verkocht kreeg het de naam Yokya-zilver. Uiteindelijk werd de nieuwe middenstand van Kota Gede werlvarender dan de sleutelbewaarders.
In 1920 verloren de sleutelbewaarders hun grondrechten en ontvingen in plaats daarvan een vast salaris van de vorstenhoven. Met het verdwijen van inkomen, prestige en absolute macht werd het beroep van sleutelbewaarder minder aantrekkelijk, zeker toen er in het begin van de 20e eeuw meer geld in de groeiende lokale economie viel te verdien. De traditionele overerving van vader op zoon stokte en uiteindelijk werd het sleutelbewaarderschap een soort vrijwilligersfunctie.
Na de Tweede Wereldoorlog raakte net zoals in de rest van Indonesië de economie van Kota Gede in het slop. De zilverindustrie was bij gebrek aan grondstoffen tijdens de Tweede Wereldoorlog al stilgevallen en na de oorlog ging het ook slecht met andere ambachtelijke industrieën en handel.
De rijke middenstand van voor de oorlog verdween.
Sommige gingen failliet, andere vertrokken naar grotere steden.
|
Kinderen die altijd op de foto willen |
|
Bezoek aan de chocoladefabriek |
Een groeiend aantal buitenlandse toeristen zorgde voor een opleving van de zilverindustrie vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het merendeel van de productie vindt nog steeds plaats in kleinschalige werkplaatsen aan huis. Dankzij een verbod op hoogbouw heeft Kota Gede zijn historische karakter tot op heden weten te behouden. Oude transportnetwerken per paard en wagen functioneren nog. Bezoekers kunnen nog steeds de rituelen bij de graven uitvoeren onder begeleiding van de sleutelbewaarders. Verspreid over de stad zijn overblijfselen van meer dan 400 jaar geschiedenis te ontdekken. De aardbeving van 27 mei 2006 veroorzaakte veel schade in de stad.
De lokale overheid en particuliere erfgoedorganisaties proberen echter zoveel mogelijk van het erfgoed van Kota Gede te restaureren.