"Now everyone can fly"
Dat is de leus van de lowcost carrier Air Asia.
En als je weet dat we voor €14.= per persoon naar Yokya vlogen zou je dat bijna geloven.
Everyone can fly, ja, ja.....
Echter, je moet ook weer terug en daar schijnt Air Asia op te rekenen.
Dat lukt niet voor dezelfde prijs.
Toch lijkt Air Asia succesvol, de diverse vluchten die wij maakten van en naar Denpasar, Jakarta, Yokyakarta en Phnom Penh zaten bijna alle vol.
Zo ook deze vlucht naar Yokya.
's Morgens vroeg om vijf over zes vertrokken we al. Wetende dat je een uur van te voren aanwezig moet zijn, in dit geval dus 5.00uur vertrokken we een dag van te voren naar Kuta. We boekten daar een hotel en verkenden 's middags en 's avonds Kuta. We waren er nog nooit geweest en zullen er voor ons plezier ook niet nog eens naar toe gaan. Tjonge, jonge wat een drukte.
Doet denken aan de dolle dwaze dagen van de Bijenkorf. Honderden, duizenden winkeltjes met eigenlijk allemaal meer van hetzelfde en kooplustige vakantiegangers die langs die winkeltjes gaan. Wij hadden het na anderhalf uur wel gezien en gingen naar het strand.
Brede boulevard, veel restaurants, hotels en cafeetjes. We dronken een drankje aan de boulevard en zagen de zon zakken in de zee.
Indonesiërs zijn dol op het kijken naar de zonsondergang en het was dan ook druk.
Na een hapje eten lagen we vroeg in bed. De volgende ochtend op vier uur op.
Op straat een taxi gezocht en naar het vliegveld. De vlucht verliep zonder problemen.
De bagage verscheen snel op de band en voor we het wisten zaten we weer in een taxi richting ons hotel Tulips, vlak bij de school van Samoedra.
Aangezien het in Yokya een uur vroeger is landden we op dezelfde tijd als we vertrokken en waren we vroeg in het hotel. We dronken een kop koffie en belden om een uur of acht Egbert dat we er waren. Egbert kwam ons halen en zo zaten we al vroeg in het nieuwe huis van Egbert en Nonie.
Een ruim, heel oud huis waar ze de komende tijd gaan wonen tot hun nieuwe huis klaar is.
Het huis heeft een grote ommuurde tuin waar het heerlijk spelen is voor de kinderen.
Elke ochtend haalden we Samoedra op en brachten hem naar school.
Om half twaalf haalden we hem dan weer op en gingen naar ons hotel wat vlak bij de school was.
Daar aten we wat, zwommen een half uurtje of langer in het prachtige zwembad.
Deden een spelletje en dan ging Odra slapen.
's Middags om een uur of vier kwam Nonie met Ilyas naar het hotel en herhaalde het programma zich. Die kleine Ilyas houdt al net zo van zwemmen als zijn broertje.
Op Valentijnsdag gingen we met zijn allen chique uit eten bij Bu Ageng.
Een Indonesische dame die met haar staf uitsluitend traditionele Indonesische gerechten bereid.
Nonie bestelde diverse schotels zoals Pecel, Bawing, Lawak en speciale soorten kip en lam.
Allemaal proefden we van de diverse gerechten, het was letterlijk een heerlijke avond.
De kleintjes gedroegen zich voorbeeldig, kleine Ilyas sliep in de slendang.
De week vloog om.
Gelukkig is er herhaling eind maart voordat we terug gaan naar Nederland.
Pim had samen met Nonie een ontmoeting met Novi, de architecte die het huis plus bed and breakfast voor Egbert en Nonie ontwerpt. Pim was onder de indruk van haar ontwerp.
Ik trouwens ook toen ik de tekeningen zag.
Egbert en Nonie hebben niet zo'n groot stuk land gekocht en het is onwaarschijnlijk dat er zo'n mooi pand op kan. Ook in centrum Yokya geldt; lokatie, lokatie, lokatie!
6 kamers voor gasten en voor henzelf een gerieflijk, modern huis.
De bouw van het huis start afhankelijk van de bouwvergunning in april a.s.
Zes maanden later zal het huis klaar zijn.
Over een jaar of twee start de tweede fase, namelijk het guesthouse.
Dan zijn de kinderen wat groter, is er weer wat geld gespaard en heeft Nonie alle tijd om het guesthouse te runnen. En voor degenen die dat nog niet weten: Egbert heeft een fantastische baan, hem op het lijf geschreven bij de Wereldbank.
Iedereen blij!