Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja ligt aan de rivier de Mekong en heeft een levendige waterkant met een prachtig aangelegde boulevard van twee kilometer lengte langs de Tonlé Sap.
Heerlijk om te wandelen.
De boulevard is het middelpunt van de stad.
Een stad aan een rivier, altijd weer dynamisch vind ik.
Hier zelfs drie rivieren: de Tonlé Sap, de Bassac en de Mekong die hier samen komen,.
Phnom Penh is een compacte stad met veel laagbouw.
Prachtige oude koloniale villa's aan brede, lommerrijke lanen.
Ook in de stad weinig troep (terwijl er geen prullebak is te vinden) en veel minder verkeer dan wij gewend zijn in Indonesië.
Zo te zien hechten de inwoners eraan dat de stad schoon is.
Alval wordt niet op straat gedumpt.
De sfeer is heel ondernemend en energiek, waardoor je moeilijk kunt bevatten dat de Rhode Khmer nog maar één generatie geleden de inwoners verjoeg naar het platte land en de stad liet vervallen.
De bewoners zijn jong, vrolijk en vastbesloten hun leven te verbeteren.
Veel mensen hebben twee banen om rond te komen.
Een paar uurtjes per dag zijn ze ambtenaar op een overheidskantoor en verder verdienen ze bij als motorrijder of leraar.
Cambodjanen kijken niet terug, te pijnlijk vertellen ze ons.
Ze geloven sterk in onderwijs.
Iedereen die het kan betalen stuurt zijn kinderen buiten de schooltlijden om naar bijles.
Wel merkwaardig, tevens het pijnlijke, dat er vrijwel een hele generatie, zo ongeveer onze leeftijd, ontbreekt.
De meeste bezienswaardigheden zijn te voet bereikbaar.
Na een dag struinen door de stad zijn er moto's, taxi's en tuktuks voldoende.
Zij zijn de werkezels van het plaatselijk vervoer.
Overdag betaal je $1 - 3 voor een rit binnen de stad, 's avonds $ 3 - 5.
Je ziet de tuktuks in de hele stad en voor die paar dollar brengen ze je precies waar je wezen wilt.
In ons geval, na een lange dag, terug in ons hotel Manor House.
Wij hebben ervan genoten.
Tuktuks zijn comfortabel vooral als je met zijn tweeën bent en als het regent hebben ze rolgordijntjes.
De eerste dag bezochten we de meest indrukwekkende attractie van de stad, het Koninklijk Paleis en de Zilveren Pagode. Het paleis was voor een deel gesloten omdat de vader van de koning, koning Norodom Sihanouk op 15 oktober vorig jaar was overleden en de crematie nog niet had plaats gevonden. Hij werd 91 jaar.
Zijn mausoleum was in aanbouw, er werd hard aan gewerkt.
Toen we overigens een maand later op de terugweg weer in Phnom Penh waren was de bouw klaar en vond de begrafenis plaats. Deze duurde van 1 tot en met 4 februari 2012. Elke dag werd de koning rond de stad gereden in een grote praalwagen. Op 4 februari werd hij gecremeerd.
We volgden de pechtigheid voor een deel op de tv.
De zilveren pagode dankt zijn naam aan de vloerbedekking bestaande uit zilveren tegels.
Ter bescherming afgedekt met stoffen vloerbedekking dus je moet jezelf een beetje voorstellen hoe de hele vloer er in het zilver uit zal zien. Glimmend en spiegelend denk ik.
De tweede dag bezochten we het Nationaal Museum, een donkerrood gebouw met een sublieme verzameling antieke Cambodjaanse beeldhouwkunst die teruggaat tot de 6e eeuw.
Ook wandelden we naar de pagode Wat Phnom die ouder zou zijn dan de stad zelf.
Het verhaal gaat dat een rijke weduwe, Daun Penh (grootmoeder Penh) in het begin van de 14e eeuw langs de rivier liep en daar in een aangespoelde holle stam van een koki-boom vijf boeddhabeeldjes vond, vier van brons en een van steen. Uit eerbied bouwde ze vlak bij haar huis een heiligdom voor de beeldjes op de top van een lage heuvel, die bekend werd als Phnom Penh, de heuvel van Penh.
Deze heuvel gaf zijn naam aan de stad die eromheen ontstond.
De derde dag bezochten we het Genocidemuseum Toul Sleng met de gruwelijke bewijzen van de paranoia en de onmenselijkheid van Pol Pot en zijn volgelingen.
Dit museum was oorspronkelijk de middelbare school Toul Svay.
Van 1975 tot 1979 was het een beruchte gevangenis van de rode Khmer, die S-21 werd genoemd.
Meeer dan 20000 mensen vonden hier de dood.
Met name hooggeschoolden maar ook kinderen en baby's.
Op de begane grond zijn duizenden zwart-wit foto's van de slachtoffers tentoongesteld.
Hun ogen tonen angst, verzet maar ook leegheid.
Het wordt er na de foto's niet makkelijker op want vervolgens worden de martelmethoden behandeld die hier toegepast werden.
In een zaal staat een gedenkteken omgeven door schedels.
Onpasselijk kwam ik na enkele uren weer buiten.
12 kilometer ten zuidwesten van Phnom Penh ligt de beruchte plek Choeung Ek waar de gevangenen uit Toul Sleng naar toe werden gebracht om te worden geèxecuteerd.
Het Choeung Ek monument staat vredig in de velden in een oude longanboomgaard.
Echter hier ontdeed de genocidale rode Khmer zich van zijn vijanden.
Mannen, vrouwen en kinderen die zogenaamd landverraad hadden gepleegd.
In het begin werden de slachtoffers doodgeschoten maar later werden ze om kostbare kogels uit te sparen doodgeknuppeld of doodgestoken.
De laatste dag maakten we met de tuktuk een tocht naar Tonle Bati waar twee beroemde kleine tempels staan, de Ta Prohm en de Yeah Peau.
Op de Ta Prohm goed bewaard gebleven reliefs.
O.a een scene met twee knielende vrouwen en een man. Een van de vrouwen draagt een mand op haar hoofd met daarin de nageboorte van haar recente bevalling. De andere, staande vrouw, de vroedvrouw is niet met genoeg eerbied behandeld en de moeder is door haar veroordeeld om de rest van haar leven die mand te draagen. Haar echtgenoot smeekt om vergeving.
Prachtig, die eeuwen oude afbeeldingen zo uit het leven gegrepen.
Na vijf dagen namen we de bus naar Siem Riap, een tocht van 6 uur.