Eigenlijk wilden we van Battambang naar Koh Kong, richting Thailand aan de kust. En dan van Koh Kong met de boot over de Golf van Thailand naar Sihanoukville. Maar het bleek onmogelijk per auto van Battambang naar Koh Kong te reizen. Het zuidwestelijk deel van Cambodja is dankzij de dichte bossen, het Cardamomgebergte en het gebrek aan wegen nog steeds betrekkelijk ontoegankelijk. Een privé taxi door de bergen zou misschien lukken maar kostte veel geld.
Er zat niets anders op dan per bus terug te reizen naar Phnom Penh en vandaar per bus naar Sihanoukville. Gelukkig wel langs de zuidkant van het meer Tonle Sap. We besloten dan maar een hele dag te bussen, al met al een uur of tien.
Met goede moed vertrokken we heel vroeg uit Battambang, stapten vroeg in de middag over in Phnom Penh en arriveerden laat in de middag in Sihanoukville. Daar vonden we een fijn hotel, Sea Beach, hoe kan het ook anders, aan het strand. Eigenlijk ploften we na aankomst meteen neer op het strand, alsof we de hele dag nog geen stoel hadden gezien.We bestelden een biertje en zagen dat je er heerlijk kon eten. Verse vis zo uit de zee op de bbq en daarna op je tafel. Iedere avond deden we ons tegoed aan de meest vreemde vissen. De vissen zocht je zelf uit. We aten o.a. red snapper, marlin, kerapu, mia mia, heerlijke garnalen en barracuda. Altijd een beetje bang als ik die laatste tegen kom met snorkelen maar heerlijk op mijn bord. In Sihanoukville hadden ze tapbier, Angkorbier, ook heerlijk! De meeste toeristen komen naar het zuiden voor het strand bij Sihanoukville met het ongerepte witte zand en de rustige zee.
Sihanoukville ligt op een heuvelige landtong voeven de zee. Het heeft zes zandstranden.
Het klimaat is aangenaam: in het hete seizoen van mart tot en metmei waait er een koel zeebriesje.
In het koude seizoen vaan noevember tot en met februari waait in de stad een warme wind en in het regenseizoen van juni tot oktober is het nog warm geneg om 's morgens naar het strand te gaan al regent het 's middags vanaf eenuur of vier wel altijd.
"Sihanoukville is de officiële naam van de stad, ter ere van de koning onder wie het land onafhankelijk werd. De stad staat ook bekend als Kompong som, naar een pepklein vissersdorp dat hier lang voordat er in 1956 een zeehaven werd gebouwd. Het centrum ligt landinwaarts. Het is niet echt interessant, overdag is er veel winkelend publiek en 's avonds trekken de buitenlandse feestgangers naar de dissco's, de restaurants en cafés.
Jammergenog is de grootste bezienswaardigheid van de stad, de Psar Leumarkt door een brand in 2008 verwoest.
Het dagelijkse strandleven speelt zich af langs de 6 stranden.
Je zou iedere dag van de week naar een ander strand kunnen gaan.
De voorzieningen zijn goed. Er zijn toiletten, douches, parasols en restaurants.
We huurden een tuktuk voor een dag om deze stranden te verkennen, van Victoria Beach tot Otres Beach. De rit was leuk maar de omgeving niet veel aan. De indeling en architectuur zijn alledaags en niet verrassend. Grote hotels, ik zou zeggen kale betonblokken langs brede, golvende straten met winkels, veel winkels. Zelf zaten we op Ochheuteal Beach, een strand van 3 km. lengte.
Van daaruit gingen we te voet langs het strand naar Otres Beach, dat was een mooie wandeling.
Iedereen, zelfs kinderen gaat gekleed te water: je zou maar eens bruin worden!
Autochtonen verbazen zich dat buitenlanders zich uitkleden en in de zon gaan liggen.
Tussen de middag komen strandventers langs met gegrilde garnalen en kreeft.
Wij probeerden de kreeft, 10 kreeften van ongeveer 35 cm. Heerlijk!
Op onze tuktuk tocht zagen we een aanbieding voor een verblijf van drie dagen op een eilandje voor de kust. Vervoer per boot. Natuurlijk zagen we dat wel zitten, we hadden immers onze boottocht naar Sinhanouville gemist.
Zonder lang na te denken boekten we voor de tocht.
De kust voor Sihanoukville ligt bezaaid met honderden, zo niet duizenden eilandjes.
Je kunt ze bezoeken als je iets met een lokale visser afspreekt of je aansluit bij een georganiseerde tocht incl. verblijf, zoals wij deden. Op de derde dag pakten we onze rugzak in met kleding voor drie dagen. Het merendeel van onze bagage konden we gelukkig achterlaten in het hotel.
Na een dik uur varen kwamen we aan op Koh Bambu, bamboe-eiland. We werden ondergebracht in een hut op palen ongeveer 3 meter van de branding.
Ik informeerde waar de kraan was en het toilet maar die bleken er niet te zijn. Een eind verder weg was een soort washok met toiletten.
We moesten even slikken maar al snel deed het ons denken aan de campings in Frankrijk waar we verbleven toen we jong waren en die ook van die toiletgebouwen hadden. Altijd ver!
We verhoogden de gemiddelde leeftijd van de aanwezigen aanzienlijk!
Er was een grote, met rietgedekte schuur en daar was het restaurant. Er was geen stroom, dus ook geen internet. Wel een generator. Jongelui vermaakten zich met de gitaar, een spelletje kaart en een jointje roken. Stoelen waren er ook niet, men lag op de grond op een matras.
Er waren enkele barkrukken. Ondanks het ongerief was het goed toeven op het eiland.
We ontmoetten een leuk stel uit Engeland waar we mee snorkelden.
Het eten was fantastisch, de jeugd vriendelijk en het geluid van de branding rustgevend.
Op dag drie vertrokken we rond het middaguur weer naar Sihanoukville.
De volgende dag met de bus naar Kampot.