De komende week zullen we in hotel Tulips in Jokjakarta blijven en veel tijd met de kleinkinderen doorbrengen.
Als we het hotel binnen lopen zien we Henk en Wil, ouders van een zoon die net als Egbert met een Javaanse getrouwd is.
Ook zij brengen iedere winter een maand in Jokja door om bij hun kinderen te zijn
Altijd weer leuk om enthousiast ontvangen te worden.
De kinderen zijn naar school dus we drinken rustig koffie en bespreken de bouw.
We verwachten dat er veel gebeurd is maar dat valt een beetje tegen.
En eigenlijk weten we dat ook wel. Aanvankelijk zie je heel veel gebeuren bij de bouw van een huis maar is het eenmaal in de afwerkingsfase dan lijkt het alsof er minder gebeurt.
Maar het internet werkt. Egbert is er erg blij mee.
De muur staat nog niet, de bouwvergunning is nog niet binnen.
De buurvrouw heeft haar bezwaren weliswaar ingetrokken maar ligt er eenmaal een bezwaar dan is dat lastig te negeren en moet alles nagetrokken worden.
Egbert en Nonie zijn er de dupe van.
Al snel is het kwart over elf en gaan wij Odra van school halen.
Wat is het ventje blij ons te zien.
We begroeten juf Tamara en wandelen dan naar Tulips.
Daar het gebruikelijke ritueel: zwemmen, eten en slapen. Vier uur weer op.
Soms komt Nonie of Egbert in de namiddag met Ilyas om ook een banntje te zwemmen.
Soms brengen we Samoedra weer naar huis.
Soms eten we dan gezamenlijk een hapje of gaan met zijn tweeën uit eten.
Zo verloopt eigenlijk de rest van de week.
We zien wel is in Indonesie vaak het motto.
Afspraken zijn vaak geen afspraken en de tijd is rekbaar.
We hebben ons leren aanpassen.
Jam karet, rubber time.................
Zaterdag de 8e moet Egbert voor zijn werk naar Celebes en Lombok.
Wij doen die dag de laatste inkopen op de markt en bij Mirotta.
Op zondag gaan we samen met Nonie en de kinderen naar de dierentuin.
De sultan van Jokja is eigendom van de tuin en financiert de verbouwingen.
We kijken naar de dieren, varen in een boot en Pim en Samoedra nog samen in een botsbootje.
Het is een gezellige dag.
De week vliegt om.
Voor we het weten is het weer tijd om afscheid te nemen.
Dat valt niet mee.
Odra realiseert zich nu heel goed dat het erg lang duurt voor opa Pim en oma Toos weer komen.
Hij is verdrietig. De kleine Ilyas heeft nog geen benul van tijd.
Hij blijft zwaaien tot we om de hoek verdwijnen.