's Morgens vroeg om half zes gaat de wekker van onze i-pad.
Om zes uur worden we verwacht in de lobby van ons hotel.
Gauw douchen, aankleden en naar beneden.
Daar staat een jonge Vietnamese vrouw die op ons toe komt en vraagt of wij een ticket hebben voor de boottocht. Die hebben we.
Ze stelt zich voor als Woeh ( w is b) en samen lopen we naar de boot. De boot hebben we gisteren al gezien, geen verrassing.
Achterop de boot staat de schipper, tante weten we nu.
We nemen plaats op het bankje en vertrekken.
Het water van de Can Tho is breed.
De schipper vaart goed, we hebben weinig last van opspattend water of golven van grotere boten.
De zon breekt langzamerhand door de wolken.
De temperatuur is heerlijk. Er waait een lekker windje.
Om zes uur was er nog geen ontbijt in ons hotel maar Woeh heeft voor een ontbijtje gezorgd. Heerlijk vers Frans stokbroodje gevuld met banaan. We snoepen van ons broodje.
Woeh vertelt dat we zo zullen stoppen voor koffie. Prima!
Ook vertelt ze dat de Mekong voordat hij Vietnam bereikt al meer dan 4000 km. heeft afgelegd.
Vanaf het Tibetaanse plateau door het zuiden van China. langs Myanmar (Birma) en door het grensgebied tussen Laos en Thailand. Vervolgend buigt hij af en stroomt via Cambodja Vietnam in. Daar waaiert hij uit in de delta.
Overstromingen hebben altijd een verwoestend effect gehad in dit gebied. Het overtollige water wordt tegenwoordig weliswaar via netwerken van kanalen afgevoerd maar tijdens het regenseizoen van juni tot oktober gaat het toch vaak mis. Op straat loop je tot aan je knieƫn in het water vertelt Woeh.
We arriveren bij de eerste flooding market.
Het wemelt hier van de vaartuigen, van gammele roeibootjes tot kolossale sampans. Alle met de kenmerkende ogen op de boeg, bedoeld om de rivermonsters, waarschijnlijk krokodillen, af te schrikken. Op de markt wordt met name voedsel verkocht.
Veel fruit, meloenen, ananas, appels, e.d. maar ook groente.
Sommige roeibootjes zijn een mobiele supermarkt waar je zelfs toiletpapier, zeep en batterijen kunt kopen. De bootjes krioelen als mieren door elkaar.
Je weet waar je moet zijn doordat veel bootjes een stok hebben met daaraan vastgebonden hun product. Meerdere toeristenbootjes krioelen tussen de verkopers door. Het is een kwestie van afhouden en doorgaan zoals wij kennen in de sluizen in Friesland. We kijken onze ogen uit.
Na een half uur meedeinen met de kooplieden gaan we verder. De rivier wordt nu smaller en rustiger. De oevers zijn bebouwd.
We drinken ergens koffie en gaan dan naar de tweede flooding market. Dit is een kleinere markt en eigenlijk bedoeld voor de groothandel.
Je koopt hier b.v. noedels en tomaten per 10 kilo om ze vervolgens in de dorpen per kilo of pond te slijten. Ook hier een drukte van belang.
Na de tweede markt verlaten we de rivier en gaan verder door een netwerk van kanalen. We lunchen ergens onderweg met heerlijke mangojuice en springrolls. Na de lunch vertrekt tante met de boot en gaan we met Woeh te voet verder. Woeh laat ons zien hoe je van rijst en tarwemeel plus een beetje water grote pannekoeken bakt.
Die op rieten rroosters droogt in de zon en vervogens versnijdt tot noedels. Hoe de rijst van het kaf wordt ontdaan en hoe van het kaf de kachel wordt gestookt. We lopen door en langs rijstvelden waar geplant en geoogst wordt. Dankzij de kunstmest zijn er drie oogsten per jaar. We passeren kleine dorpjes.
Woeh vertelt over mangobomen, papajabomen en de dingen die we
passeren. Over hoeveel het kost om een brommer te rijden, over de studieschuld die ze heeft.
Over dat iedereen wel kan studeren op kosten van de overheid.
Over dat als je een baan bij de overheid hebt je maar twee kinderen mag hebben. Heb je er meer dan is het ontslag!
Over het overheidssalaris, 80 dollar per maand.
Dan liever vrij! En niet bij de overheid.
En zoveel kinderen als je zelf wilt. Woeh woont nog thuis samen met haar moeder, tante, zus en broer plus echtgenote en kindje.
Haar vader is drie jaar geleden overleden. Ze is 28 jaar en single. Afijn, Woeh houdt niet op.
Maar wij genieten! Ze is een goede verteller en weet veel.
Na een half uurtje zien we de boot weer liggen.
We stappen in en varen nu in anderhalf uur naar huis, in dit geval ons hotel. De tocht door de kanalen is prachtig.
De oevers weelderig begroeid.
We zien voor ons onbekende vogels en bloemen waaronder de waterhyacint, die je ook kunt eten.
Op de markt heeft Woeh nog een ananas en twee sterappelen gekocht die ze al vertellende schoonmaakt en serveert.
En passant vertelt ze dat de Chinezen niet te vertrouwen zijn. En dat ook wij moeten opletten.
De Chinezen hebben parasieten in de babyvoeding gedaan zodat veel Vietnamese kinderen wormen hebben. De bandjes om je haar bijeen te houden zijn gemaakt van oude condooms.
Echter Vietnam, Laos, Cambodja en Myanmar hebben een verbond gesloten om samen de oorlog tegen China te voeren als dat nodig is en daardoor is China nu bang.
Onze schipper vlecht van riet twee vogels voor ieder van ons en voor mij een roos.
We voelen ons verwend als we thuis zijn.
We hebben voor twee nachten geboekt in dit hotel.
Eigenlijk zouden we morgen moeten vertrekken maar omdat we nog wel een dagje in de stad willen doorbrengen boeken we een
nacht bij. Voor ons gevoel hebben we nog niets gezien van Can Tho.
Dat gaat morgen gebeuren.