zondag 16 februari 2014

Op reis naar Vietnam

Afgelopen zaterdag vlogen we in de loop van de middag naar Kuala Lumpur.  Het afscheid nemen in Jogja was niet makkelijk.  Voor de eerste keer realiseerde Samoedra zich dat als oma en opa naar Nederland vertrekken het lang duurt voor ze weer terug komen.
Hij was verdrietig, moest huilen en vroeg ons te blijven.                       
De kleine Ilyas daarentegen zwaaide bij wijze van spreken de arm uit zijn kom.  Voor hem is iedere dag hetzelfde: je zwaait en vóór je het weet staan ze er weer.  Gisteren, vandaag en morgen:  één pot nat!  We zwaaiden tot op de hoek van de straat en stapten toen in de taxi naar het vliegveld.
Een paar uurtjes later kwamen we aan in KL.                           
We konden die avond niet meer doorvliegen naar Hoh Chi Min City dus overnachtten in de buurt.
De volgende dag door naar HCMC.                                 
Ook daar weer met de taxi naar ons hotel dat we reeds via internet geboekt hadden. We komen laat aan.
Het regelend van de visa kostte veel tijd.
Hotel "Beautiful Saigon, nr. 3"  is een aanrader. 
Neem de luxery room!
Het ligt midden in de stad in één van de leukste straatjes die we gezien hebben. In de buurt heel veel restaurantjes en leuke winkeltjes. Na installatie op de kamer wandelden we achter onze neus aan in de omgeving.  Over brede boulevards met trottoirs. 
Heel veel groen en alles schoon!
Veel brommers, minder auto's.
We eten wat en gaan dan slapen.

De volgende dag bezoeken we het Herenigingspaleis.
Een strak, wit, betonnen gebouw op de plek van het vroegere Norodompaleis.
Na het vertrek van de Fransen uit Vietnam werd het 
achtereenvolgens presidentieel paleis, afgebroken en weer opgebouwd tot Onafhankelijkheidspaleis. 
Het paleis betekent veel voor de Vietnamezen omdat de bestorming van de poorten op 30 april 1975 door een tank van het Noord-Vietnamese leger het moment was van de val van Saigon en het zuiden.  Sindsdien heet het Herenigingspaleis.
We bekeken in de filmzaal een in het Frans gesproken samenvatting van de Vietnamese geschiedenis.                                                          

We staken er niet veel van op.
We wandelden door het pand waar het interieur nog steeds koninklijke uitstraling heeft. Ruime dinerzalen, conferentiehallen en ontvangstzalen met bijpassende meubels.
In het sousterrain onder meters beton bevindt zich het voormalige
legerhoofdkwartier.  Archaïsche radioapparatuur, gigantische kaarten aan de wand en veel telefoons.

We lopen langs de kade en door een stadpark waar we de fitness apparatuur gebruiken. 
Er wordt veel gebruik van gemaakt.
                                                                                          
Wat heerlijk om in een land te wonen waar dit soort dingen niet vernield wordt.
We zien het Hotel de Ville, het meest gefotografeerde pand van de stad. Het werd door Europeanen gebouwd als stadhuis en herbergt tegenwoordig het Volkscomité.
Een standbeeld van oom Ho met een klein kind op schoot staat voor het gebouw. Wie is die oom Ho die we overal tegenkomen?

De derde dag bezoeken we het Oorlogsmuseum.                                                                          
Het is de populairste bezienswaardigheid van de stad maar niet geschikt voor mensen met zwakke zenuwen zegt de reisgid. En inderdaad, de tentoongestelde stukken zijn hartverscheurend. Ze vormen een beknopt overzicht van de verschrikkingen van moderne oorlogsvoering.
Sommige vernietigingsinstrumenten worden op de binnenplaats getoond.
O.a. staat er  een guillotine waarmee  koppen werden gesneld in de Centrale Gevangenis, eerst voor de Fransen, later voor Diem.
Binnen hangt een serie gruwelijke foto's van verminkingen, napalmwonden en martelingen.
Het meest schokkend vond ik het overzicht van de effecten van de 75 miljoen liter ontbladeringsmiddel dat over het land werd uitgestort.
Behalve foto's van de kaalslag worden misvormde foetussen in weckglazen tentoongesteld.
Aangeslagen verlaten we het museum.
Syrië, Afghanistan, komt het ooit goed?

We lopen een poosje rond, ziten op een bankje en besluiten dan het hoger op te gaan zoeken.
We lopen naar de Bitexco Financial Tower, Vietnams hedendaags icoon. De toren is 262 meter hoog en telt 68 verdiepingen.
Met de lift, snelheid 7m per seconde,  ga je tot verdieping 49. 
Op verdieping 50 is een helicopterplatform.
Op 49 wandel je 360 graden rond en heb je door de glazen wanden prachtige vergezichten op de stad.
"Feel on top of the world"  schreeuwt de reclame en dat doen we.

Dan naar het Museum van Schone Kunsten in een prachtig koloniaal herenhuis.
Op de bovenste verdieping veel archeologie, verder tijdelijke tentoonstellingen waar we niet van onder de indruk zijn maar op de binnenplaats verkoop van werk van hedendaagse kunstenaars.
Onze dongs schuiven in de portemonnee maar we beheersen ons.
Geen kunst mee naar huis dit keer!

We sluiten ons bezoek af met een bezoek aan de Ben Thanhmarkt.
De eerste middag kwamen we er toevallig.  Nu ontdekken we dat er meer te vinden is dan het vee en de zeevruchten die op de voorgevel staan afgebeeld.  Het is al bijna een eeuw de drukste markt van de stad, bij de Fransen bekend als de Halles Centrales.  Het hoofdgebouw met klokkentoren heeft een strak raster van gangpaden die zijn ingedeeld naar koopwaar. Lakwaar, Vietnamese t-shirts, schoenen, tassen, manden en Da Latkoffie en natuurlijk veel fruit en groente.  De verkopers hanteren een vaste prijs, tawarren, afdingen is hier verleden tijd.
Aan de achterkant van het complex, op de "natte"markt vind je manden met paling, bosjes levende kikkers, bergen varkensoren en -snuiten en veel kippen en volgels.
Drie dagen HCMC is te kort, gelukkig komen we op het eind van onze reis hier terug.